"Het ongemak dat voor veel witte mensen komt kijken bij het onder ogen komen van de pijnlijke waarheid over het verleden, is precies wat we nodig hebben. Zonder wrijving, geen glans."
Zaterdag 1 juli is zoals u weet een belangrijke dag in de Nederlandse geschiedenis. Wacht eens even, weet u dat eigenlijk wel? Wanneer je aan een willekeurige voorbijganger vraagt waar 4 en 5 mei voor staan, weet iedereen dat te noemen. Bij 1 juli wordt het voor veel mensen een stuk lastiger. Dat is gek, omdat op die dag in 1863 een einde werd gemaakt aan ruim tweehonderd jaar onderdrukking door slavernij: Keti Koti. Heel Nederland zou op deze dag stil moeten staan bij het breken van de ketenen, wat de vertaling is van Keti Koti. Laten we van Keti Koti een nationale feestdag maken.
‘Opdat’ is een mooi woord. Jammer genoeg wordt dit woord maar één dag in het jaar gebruikt, namelijk op 4 mei. ‘Opdat wij niet vergeten’ is de leus die deze dag veel wordt gebruikt. We mogen nooit vergeten tot wat voor gruweldaden de mens in staat is, of we daar als Nederland nou een rol als slachtoffer of als dader in hadden. In het geval van slavernij had Nederland een hele dikke, vette vinger in de smerige pap in Suriname, de Antillen en Indonesië. ‘Opdat’ is te mooi om alleen op de Nationale Dodenherdenking te gebruiken. Ook Keti Koti verdient dit woord.
Nederland heeft al uitgebreid haar excuses aangeboden voor de geleden schade. Althans, richting de toenmalige slavendrijvers. Zij kregen een fikse schadevergoeding. Het economisch verlies was immers heel zielig. Ook moesten mensen die tot slaaf gemaakt waren nog tien jaar doorwerken ter compensatie. Zij kregen overigens geen enkele vergoeding. Tot op heden is er geen officieel excuus met bijbehorende herstelbetalingen gekomen vanuit de Nederlandse regering. We hebben 154 jaar de tijd gehad. Met Keti Koti als nationale feestdag is er gelukkig eindelijk een goed moment om excuses aan te bieden!
Schuld erkennen is nodig omdat we vooruit moeten. Er staan ons nog grote opgaven te wachten. Mensen van kleur krijgen ook in Nederland nog dagelijks te maken met institutioneel racisme. De slavernij laat tot op de dag van vandaag haar sporen na in het dagelijks leven van nazaten van de tot slaaf gemaakten. We moeten op naar een gezamenlijke toekomst voor mensen van kleur en witte mensen. Het ongemak dat voor veel witte mensen komt kijken bij het onder ogen komen van de pijnlijke waarheid over het verleden, is precies wat we nodig hebben. Zonder wrijving, geen glans.
Nederland heeft meegedaan aan een industrie die vele mensenlevens letterlijk heeft verwoest. Dat erkennen is niet meer dan eerlijk. Daarvoor officiële excuses en herstelbetalingen aanbieden is niet meer dan normaal naar onze mening. Met Keti Koti als nationale feestdag hebben we niet alleen de mogelijkheid om samen stil te staan bij het verleden, maar vooral om vooruit te kijken. Zo werken we aan een Nederland waar we ook afstammelingen van tot slaaf gemaakten zich thuis kunnen voelen.