© cc-foto: Ross
Misschien heb je ze ook wel eens gezien, die leuke, enthousiasmerende clipjes waarin je een geheim wordt verteld, bijvoorbeeld over bananenschillen. Ja, bananenschillen. Die gooien we normaal gesproken weg maar dat is doodzonde want wat blijkt? De schillen zitten vol rijke voedingsstoffen waar je plantjes naar snakken! Dus gooi die schat aan mineralen of wat het ook zijn, niet weg. Wees slim!
Het werkt heel simpel. Je snijdt de schil in stukken, weekt ze een nacht in water en vervolgens is dat water veranderd in een bron van voedselrijkdom dat je zo feestelijk aan je eigen plantjes kunt schenken. Daar worden ze gelukkig van. Wie wil dat nou niet?
Ik zag zo’n clipje en raakte meteen gefascineerd. Ik heb supermarktbasilicumplantjes in de vensterbank staan en iedereen weet dat dat een plantensoort met een rugzakje is. Zonder extra aandacht verandert het kruid binnen de kortste keren in de gedroogde kruidenpotjes-variant. Bovendien wil ik natuurlijk graag slim zijn.
Dus sneed ik bananenschillen, weekte ze in water tot er een onsmakelijk bruin elixer ontstond en voedde mijn basilicumplantjes. Dat is ook nodig aangezien die arme kruidenplantjes door de agroindustrie speciaal gekweekt worden om te mislukken zodat je snel weer nieuwe moet kopen. Althans dat had ik ook ergens gelezen en het sloot precies aan bij wat ik altijd vermoedde. Typisch kapitalisme: groeien om kapot te maken. We worden allemaal belazerd hè?.
Na dit vruchtbaarheidsritueel een paar keer herhaald te hebben, sloeg niettemin de twijfel toe. Werkte het eigenlijk wel? Hield basilicum sowieso wel van bananensap? En ging het kruid niet naar banaan smaken bijvoorbeeld? Maar tegelijkertijd hield ik er aan vast omdat het voelde alsof ik nu met mijn geheime, zelfgemaakte elixer, de hele systeemketen versloeg. De agroindustrie, de supermarktwinsten en het noodlot in het algemeen. Een goed verhaal wil je niet kapotchecken.
Totdat ik in de mainstream media een artikel zag met de verontrustende titel ‘Houseplant myths: An expert sorts fact from fiction’ Och nee! Ik durfde het amper te lezen. Het bleken adviezen van een plantfluencer. Dat klinkt verdacht maar dat clipje wat me aan het zelfbemesten bracht was ook van een influencer (met miljoenen volgers), dus ik begon er toch maar aan. Bovendien voelde ik nu zogezegd aan mijn bananenwater dat er iets mis was.
En ja hoor, de plantfluencer noemt zelfgemaakte bemesting “een totale verspilling van voedsel en tijd. Soms kan het zelfs negatieve gevolgen hebben voor de plant.” In bananen zit veel kalium en mensen denken dat het zo in hun planten terecht komt. “Klopt allemaal niet en als het wel waar zou zijn dat de schil kalium zou bevatten dan is het nog niet wat de planten nodig hebben.” Kalium, ik heb eerlijk gezegd geen idee wat het precies is maar het klonk serieus. Hebben mijn plantjes dan geen recht op kalium?
Ik dacht nog mijn toevlucht te kunnen zoeken tot baat het niet dan schaadt het niet. Maar de plantfluencer, die zoals alle influencers net een boek had gepubliceerd, verklaarde dat de methode de planten zelfs kan doodmaken. Als ze te veel van een bepaalde stof binnen krijgen kunnen ze in voedselopnameslot schieten en helemaal niks meer binnen krijgen. Hij beweerde dat je gewoon meststof bij het tuincentrum moet kopen. Nu werd ik weer wantrouwig want de meeste influencers willen dat je iets koopt. Ik googelde zijn naam. Een autodidact met een kwart miljoen volgers. Daarnaast is hij gerenommeerd kapselfotograaf, ook al zo’n groeibusiness.
Ik keek naar de vensterbank. Er was gelukkig nog niets te zien van een voedselopnameslot . Maar ik kon toen nog niet weten dat het in werkelijkheid allemaal nog veel erger was, dat ontdekte ik pas toen ik verder ging met mijn eigen research op dit voor mij volstrekt onbekende terrein.
Ik googelde er op los. De eerste pagina’s met zoekresultaten waren allemaal gevuld met hetzelfde verhaal of variaties daarop. Dat plantjes veel baat hebben bij bananenschillen. Het weetje is namelijk een perfecte vulling voor allerlei rubriekjes op sites en de clipjes zijn een lust voor het oog. Zoals de influencer mij verleidde met zijn aantrekkelijke clipje zo doet dat verhaal het overal. Dergelijke infosnacks zijn op internet net onkruid en het verhaal blijft zich maar vermeerderen
Ik las en verslond. Het 'geheim' kende tal van variaties. Dat die kalium - als die er al in zit - uit zichzelf zou gaan zwemmen in het sproeiwater, was volgens sommige bronnen fantasie. Wat je wel kunt doen is de bananenschillen in heel kleine stukjes snijden, die drogen en aan de aarde toevoegen. Maar dat is voor planten die binnen staan niet aan te raden want het kan fruitvliegjes aantrekken.
Fruitvliegjes! De horror. Ik moest er niet aan denken. Dan nog liever de rest van mijn leven gedroogde basilicum eten.
Maar nu las ik ook een andere reden waarom je de techniek niet moet toepassen. De schillen van bananen zitten vol bestrijdingsmiddelen, die komen wel in het water terecht en zo in je planten, die je daardoor niet meer kunt eten. Dus je mag alleen biologische bananen gebruiken. Ik dacht na en ging in gedachten langs het supermarktschap. Fair trade, dat is natuurlijk niet direct biologisch. En er sluipt bij mij ook wel eens een Chiquita doorheen. Wie weet wat ik de afgelopen maanden zo allemaal binnenkreeg via de huisgemaakte pesto van zelfgekweekte plantjes? Basilicum klonk plots als de naam van een duister gif.
Probleem was wel dat de sites die dergelijke kritische informatie vermeldden vaak weer een band hadden met de plantenbusiness of erger. “Als u wilt overstappen op een milieuvriendelijk alternatief, kunt u beter een hoofdzakelijk organische meststof gebruiken, zoals onze xxxx Organische Universele Meststof.” Tuurlijk.
Uiteindelijk vond ik het advies van Hub Stoffels van de Verenigde Fuchsia- en Kuipplanten Liefhebbers (VFKL), een kenner die voor zijn plantenliefde zelfs een koninklijke onderscheiding heeft ontvangen. Hij stelt dat de schillen, mits biologisch, wel gebruikt kunnen worden en legt vervolgens uit hoe je dat moet doen. Dat blijkt veel ingewikkelder dan in de influencer-clipjes wordt getoond. Bovendien mag je de mest hooguit 1 keer per maand gebruiken. De schillen van de 14 andere bananen die ik per maand eet kunnen dus alsnog de prullenbak in. Zelf de wereldwijde voedelsverspilling tegengaan blijkt zo wel erg weinig op te leveren.
Ik beken, ik was zo teleurgesteld dat het me enige moeite kostte om me neer te leggen bij de opgedane kennis. Ik snapte het ook niet helemaal en er is geen betere voedingsbodem voor onzekerheid dan onbegrip. Laatst kostte het me ook al enige moeite om echt te begrijpen hoe dat werkt met de TikTok-spiegel. Terwijl mijn vader notabene spiegelmaker was en ik dacht dat die geen geheimen voor me hadden.
Ondertussen was ik wel op iets heel anders gestuit maar wel in hetzelfde verband. Waarom wordt er gesproken van citroenschil, appelschil, mangoschil maar is het plots bananenschil? Weer zo'n raadsel! Ik besloot dat vraagstuk dit keer anders aan te pakken. Ik vroeg het gewoon op Twitter. Daar zitten immers allemaal mensen met kennis van taal.
Ik had een eenvoudige uitleg verwacht maar niets van dit alles. Binnen de kortste keren bleek de kwestie te exploderen. De verklaringen buitelden over elkaar heen zonder dat me echt duidelijk werd hoe het nou zat met de schrijfwijze. Wel werden al snel de wetenschappers van de Taalunie als boze schuldigen aangewezen. Zonder hen was de wereld nog overzichtelijk en gelukkig.
Ik wil maar zeggen, de AIVD kan wel constateren dat besmettelijke extreemrechtse complottheorieën een grote bedreiging voor de democratie vormen, en dat is ook zo, maar het probleem reikt geloof ik wat verder.
Dat internet is één grote banaanschil.
cc-foto: Ross