Zouden we niet terug moeten naar een zorgstelsel dat voor iedereen gelijk is?
Door de liberaal-christelijke coalitie is op allerlei terreinen een toenemende tweedeling ontstaan. Een tweedeling tussen rijk en arm en kansrijk en kansarm. Aan de onderkant van de samenleving nemen de problemen alsmaar toe. Steeds meer mensen komen in de schulden, en steeds meer mensen moeten noodgedwongen gebruik maken van de voedselbank. Ook in de zorg is er sprake van een toenemende kloof tussen hen die snel de juiste zorg krijgen en de mensen die vanwege de toenemende digitalisering, de hogere toegangsdrempels tot zorg of door hun andere communicatieve competenties minder of minder goede zorg krijgen dan ze nodig hebben.
Als voorbeeld noem ik Jan en Kees, vroegere collega’s van mij. Kees kan vanwege doorbloedingsproblemen in zijn benen niet meer lopen, en komt in een verpleeghuis terecht. Met veel moeite kan hij uiteindelijk een afspraak met de specialist op het ziekenhuis maken. Jan daarentegen, die digitaal vaardig is en goed kan praten, krijgt op korte termijn een aantal afspraken geregeld voor diverse onderzoeken en behandeling. Misschien heeft Kees wel dringender behandeling nodig dan Jan, maar Jan weet zich goed te presenteren en krijgt daarom eerder en uitgebreidere zorg.
Er zijn een aantal factoren die maken dat ouderen met weinig middelen en een lage opleiding tussen de wal en het schip vallen. Ten eerste is veel ondersteunende zorg vermarkt, en men moet een beroep doen op ZZP’ers die hun eigen eisen kunnen stellen. Ouderen hebben behoefte aan vaste, vertrouwde contacten, en dat wordt lang niet altijd gehonoreerd. Ten tweede moet men in staat zijn om goed aan te geven welke zorg men waarvoor nodig heeft. Als dat niet lukt is de kans groot dat de nodige zorg niet verleend wordt. Ten derde wordt steeds meer op afstand bekeken door middel van gestandaardiseerde vragenlijsten of en welke zorg nodig is. Men moet dus vaardig zijn met digitale middelen en vaak complexe vragen goed kunnen begrijpen. Voor mensen met minder vaardigheden kan dit enorme drempels opwerpen.
Nu geeft minister Helder van langdurige zorg in een advies aan de Tweede Kamer aan, dat ouderen meer moeten gaan betalen voor minder zorg met minder verzorgend personeel, om te voorkomen dat de premies omhooggaan. Dat betekent volgens haar dat mensen meer voor elkaar moeten zorgen, minder van de overheid moeten verwachten en dat zorginstellingen meer technologie moeten gebruiken. Eerder is al eens het idee geopperd dat mantelzorg verplicht moet worden. In het verleden is geclusterd wonen door ouderen in de aloude bejaardenhuizen stelselmatig afgebroken, met als gevolg dat steeds meer mensen een beroep moeten doen op de inzet van hun kinderen of van vrijwilligers. Hoogopgeleide ouderen met een goed pensioen kunnen de nodige zorg inkopen, maar voor mensen de al weinig hebben wordt de situatie steeds nijpender. Bejaardenhuizen in de buurt waar mensen samen wonen en waar ze samen oud kunnen worden, bieden voor hen zeker een uitkomst.
Zouden we niet terug moeten naar een zorgstelsel dat voor iedereen gelijk is? Met goedbetaalde professionals in vaste dienst. Met een goed netwerk voor preventie en een zorgstelsel gebaseerd op solidariteit in plaats van op marktwerking. En vooral zonder allerlei drempels op te werpen voor de mensen die het meest kwetsbaar zijn.