In menselijk opzicht raakte de dood van Alexey Navalny mij op een normale manier. Toen ik het nieuws hoorde, bekeek ik het X-account @navalny, waar ik een bericht van 25 december 2023 las. ‘We hebben Alexey gevonden’, schreven zijn vrienden na een periode van onduidelijkheid over de verblijfplaats van de Russische oppositieleider. ‘Nu is Alexey voorgoed verdwenen’, dacht ik bij mezelf, waarop een treurig gevoel mij overviel.
Ik ben blij dat ik niet in een land woon waar de regering oppositieleden vermoordt. Voorgaande zin en bovenstaande alinea vertegenwoordigen mijn zuivere beleving, ik kon ze opschrijven zonder pretenties. Ja, ik werd even droevig door dat bericht op @navalny, en zeker, ik prijs mij gelukkig dat Geert Wilders zijn mede-Limburger Frans Timmermans geen enkele reis naar een strafkolonie op het platteland van Noordoost-Groningen cadeau doet.
Maar wat als de machtigste politicus van Nederland dit zou kunnen? Zodat internationale media op een dag berichten hoe Frans Timmermans, vastgebonden aan een boom op een voormalig aardgasveld te Loppersum, doodvroor tijdens een van de zeldzame winternachten die Nederland nog kent. Wordt in Rusland dan massaal geprotesteerd? En hoe reageren wij vervolgens op zulke morele verontwaardiging van buiten?
Waarschijnlijk irriteert de opgeheven vinger ons. ‘Wilders is een klootzak, hij vermoordde Timmermans, maar het is wel onze klootzak die onze oppositieleider ombracht’, mopperen we. De moreel superieure houding op basis waarvan de Russen zich zeggenschap over zaken op ons grondgebied toe-eigenen, valt verkeerd. Desondanks oefenen wij zelf graag macht uit middels onze moraal.
Afgelopen vijfendertig jaar kon je als Chinese gezagsdrager geen twee dissidenten opsluiten zonder een telefoontje van de Noorse premier of een Nederlandse minister te krijgen. Allemaal omdat Westerse landen na het winnen van de Koude Oorlog dachten dat iedereen hen voortaan zou gehoorzamen. Menselijkerwijs is het voorstelbaar dat de hele wereld ons inmiddels haat.