Nico schrijft een serie over oorlog, dit is aflevering 24.
Een van de raarste recente oorlogsdaden betreft het op afstand laten exploderen van communicatieapparatuur. Dat gebeurde in Libanon en Syrië tijdens de zich gestaag uitdijende oorlog tussen Israël en Gaza. Er kwamen op en na 17 september zeker dertig doden en drieduizend gewonden bij om, voornamelijk leden van de strijdgroep Hezbollah. De aanval wordt toegeschreven aan Israël.
De daad is even knap als walgelijk. Hoe ziek moet je zijn om dit te doen? Vertaald naar nu: een levend wezen via zijn mobile om zeep brengen.
Een heleboel is nog onduidelijk. De vraag hoe de ontploffingen veroorzaakt werden (door batterijen of speciaal aangebrachte kleine explosieven), waar de piepers vandaan kwamen, hoe ze bij Hezbollah belandden en wie de aanval uiteindelijk heeft uitgevoerd?
Kort na de explosies begon men al over de ethiek te zeuren. Of er sprake was een oorlogsmisdaad (Ja!) dan wel dat de sabotage valt binnen de regels van het oorlogsrecht. (Nee!) Sommige slachtoffers (die ook lid van de politieke partij Hezbollah konden zijn in plaats van militaire strijders) werden gedood tijdens het boodschappen doen of terwijl ze nog in bed lagen.
Asha ten Broeke haalde in haar column in de Volkskrant (27/9/24) een gedachte-experiment uit door de boel om te draaien. Zouden kranten als de New York Post ook half spottend over de sabotage met de piepers hebben geschreven als Hezbollah of Hamas piepers hadden laten ontploffen om zoveel mogelijk Israëlische militairen te doden of verwonden, zo vroeg Asha zich af, ‘het risico nemend dat de explosies zouden plaatsvinden in de rij bij de groentewinkel of in het gezicht van een klein meisje?’ Ze besluit haar column als volgt: ‘Hadden we dit zelfverdediging genoemd? Hadden we onderdelen geleverd voor bommenwerpers? Of zouden we ons kapot schamen? Ik mag het toch hopen. Ik hoop het nog steeds.’
In de NRC (25/9/24) typeren Inge Bryan en Rickey Gevers de aanval op de communicatiemiddelen van Hezbollah als ‘old school’. De voorbereidingen daarvoor zijn, zo blijkt uit hun brief, ruim voor de aanval van Hamas op 7 oktober 2023 gestart. Voor ‘moderne explosies’ hoeven we volgens Bryan en Gevers niet bevreesd te zijn. ‘Een communicatiemiddel is op zichzelf nooit een wapen. Daarvoor is een springstof en een ontsteking nodig. Het stroomstootje bij ontvangen berichten kan als ontsteking dienen, maar dan moet fysiek een springstof zijn ingebracht.’
Allemaal goed en wel, maar ik ben nog niet gerustgesteld. Het zou mij niet verbazen als we in de al of niet nabije toekomst opnieuw door slimme explosies met enorme gevolgen zullen worden verrast. Old school of hypermodern?
Volgende keer: de (on)oplosbaarheid van oorlogen.