In Italië wordt op 25 april de bevrijding van het fascisme herdacht en gevierd. Dat is normaal gesproken een plechtig ritueel maar dit keer werd het wat ongemakkelijk. Premier Giorgia Meloni, van de uiterst rechtse Broeders van Italië, wil dat de herdenking wordt afgeschaft. In het verleden heeft Meloni het fascisme geprezen en was ze lid van de neo-fascistische MSI.
Het AD meldt:
Heel haar leven heeft de 46-jarige premier Bevrijdingsdag niet gevierd. Vanuit haar politieke overtuiging beschouwt ze 25 april lange tijd als een ‘dag die verdeelt en niet verenigt’. Een paar jaar geleden nog stelde ze voor 25 april af te schaffen en te vervangen door een andere nationale feestdag. (…) Lange tijd was zelfs onduidelijk of Meloni aanwezig zou zijn bij de viering van 25 april op Piazza Venezia, terwijl ze daar als premier niet omheen kan. Haar staf liet pas afgelopen week definitief weten dat de premier aanwezig zou zijn bij de officiële ceremonie in het centrum van Rome. In een lange ingezonden brief in de krant Corriere della Sera schrijft de premier vanochtend dat ‘de rechtse partijen in het Italiaanse parlement hun onverenigbaarheid hebben uitgesproken met welke nostalgie naar het fascisme dan ook’.
In de brief schrijft Meloni dat er na 25 april een "burgeroorlog" doorging die families verscheurde en dat er ook maanden later nog executies plaatsvonden.
Italië werd van het fascisme bevrijd door de partizanen, het gewapend verzet van de democratische krachten, geholpen door het invasieleger van de geallieerden. Dat verzet was ook politiek heel breed, van links tot rechts. Fascisten reduceren het verzet in hun propaganda graag tot 'communistisch'.