Chinese pelsdierhouderijen krioelen van de virussen die kunnen overspringen op mensen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek, zo meldt wetenschapsblog IFL Science. Onderzoekers ontdekten meer dan honderd verschillende virussen in onder meer nertsen, cavia’s, muskusratten en wasbeerhonden.
Sinds de Covid-19-epidemie werd gelinkt aan zoönosen, virussen die van mens op dier overspringen, wordt nauwkeurig in kaart gebracht welke virussen een risico vormen en hoe de besmettingen plaatsvinden. In het kader van dit onderzoek onderzocht een internationaal team van wetenschappers het long- en darmweefsel van 461 dieren die waren gestorven aan infectieziekten, de overgrote meerderheid (412) op pelsdierhouderijen. Het gaat om dertig verschillende diersoorten.
Het resultaat liegt er niet om. Het team vond 36 virussoorten die compleet nieuw waren voor de wetenschap en 39 die een risico vormden om tussen soorten over te springen, waaronder 11 die eerder mensen hadden geïnfecteerd. In totaal werden 125 virussoorten geïdentificeerd waaronder coronavirussen, dezelfde groep als het pandemische virus SARS-CoV-2, influenza A en paramyxovirussen, die mazelen en bof veroorzaken. Nertsen en wasbeerhonden, een Aziatische diersoort die nauwer verwant is aan vossen dan aan Noord-Amerikaanse wasberen, droegen de virussen met het hoogste risico bij zich.
De onderzoekers pleiten voor strengere regulering van pelsdierhouderijen, iets waar in de Europese Unie al veel aandacht voor is. Ze schrijven dat de fokkerijen ideale omstandigheden vormen voor virussen, omdat de dieren dankbare gastheren zijn die dicht op elkaar leven, waardoor virussen makkelijk kunnen overspringen. De vermenging van virussen zorgt vervolgens sneller voor mutaties die op hun beurt weer kunnen overspringen op mensen.
Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature.