Pieter Omtzigt wilde alleen regeren “met partijen die rechtsstaat heel houden”, zei hij voor de verkiezingen in Buitenhof. Alleen al om die reden zou hij nog eens goed moeten nadenken over de samenwerking met de PVV. Uit onderzoek van de Civil Liberties Union for Europe blijkt namelijk dat de rechtsstaat onder druk komt te staan als extreemrechts regeringsverantwoordelijkheid krijgt. Dat schrijft The Guardian.
In landen waar traditionele gematigde partijen de scepter zwaaien, zoals in Duitsland of Frankrijk, komen aantastingen van de rechtsstaat slechts sporadisch voor. Maar in landen waar extreemrechts wel aan de macht is, zoals in Italië of Hongarije, wordt de rechtsstaat langzaam maar zeker ontmanteld. In Hongarije is dat proces al een stuk verder dan in Italië, waar Giorgia Meloni sinds 2022 premier is.
Rechts-radicale partijen binden vaak direct de strijd aan met ngo’s die kritisch zijn op extreemrechts, constateert de Civil Liberties Union for Europe. Dat gebeurde onder meer in Slowakije toen de populistische premier Robert Fico aantrad, en in Zweden, waar sinds 2022 een minderheidskabinet met gedoogsteun van radicaal-rechts bestuurt.
In Griekenland, Italië en Slowakije bekritiseerden uiterst rechtse politici de uitspraken van rechters of drongen ze aan op bepaalde uitkomsten van rechtszaken. Rechts-radicale partijen keren zich daarnaast vaak tegen het demonstratierecht. Zo pleiten ze voor verboden voor het meedragen van Palestijnse symbolen. Ook vreedzame klimaatactivisten moeten het vaak ontgelden.