Daarmee kan het geldbejag over de ruggen van patiënten een halt toe worden geroepen
Door: Henk van Gerven (SP), Lilianne Ploumen (PvdA) en Corinne Ellemeet (GroenLinks)
Het was groot nieuws in mei van dit jaar: twee artsen van het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis in Amsterdam kondigden aan dat ze een uniek medicijn zelf wilden door ontwikkelen, in plaats van over te hevelen naar de farmaceutische industrie. Hierdoor zal het medicijn in de toekomst veel goedkoper kunnen worden aangeboden: uniek in een land als Nederland, dat koploper is in Europa wat de hoogte van medicijnprijzen betreft.
Het is in ons land al jaren gebruikelijk dat medicijnen voor zeldzame aandoeningen één patiënt honderdduizenden euro’s per jaar kan kosten, maar normaal is dit niet; rechtvaardig evenmin. Zoveel geld zijn farmaceuten namelijk helemaal niet kwijt aan onderzoek en ontwikkeling van het medicijn. Het meeste geld gaat naar marketing. Bovendien kan de farmaceutische industrie, doordat ze een monopolie positie hebben, bakken met geld voor hun producten te vragen. Van een winst van ruim 20% kijkt een beetje farmaceut tegenwoordig niet meer op. Daarom biedt een onafhankelijk nationaal fonds voor geneesmiddelenonderzoek de oplossing. Daarmee kan dit geldbejag over de ruggen van patiënten een halt toe worden geroepen.
Door de ontwikkeling van medicijnen los te koppelen van het in handel brengen, kunnen de overheid en de wetenschap bepalen waar de prioriteiten dienen te liggen en kunnen de prijzen van medicijnen omlaag. Zo komt het publieke belang voorop te staan, in plaats van het belang van de farmaceut. Met de komst van een onafhankelijk nationaal fonds geneesmiddelenonderzoek kan onderzoek naar medicijnen worden bekostigd.
Op dit moment zijn we nog te afhankelijk van het geld dat de farmaceutische industrie bereid is te steken in onderzoek, want universiteiten hebben zelden ruimte in hun budget om de doorontwikkeling van een medicijn te bekostigen. De industrie treedt op als zogenaamd welwillende geldschieter en kan zo bepalen waar de prioriteiten komen te liggen. En de markt functioneert zodanig dat, wanneer het niet lucratief genoeg wordt geacht, er niet in wordt geïnvesteerd. Je zal maar aan een zeldzame ziekte lijden! Het komt nu nog te vaak voor dat patiënten een behandeling ontvangen waar zij niet per se bij gebaat zijn, of die zelfs schadelijk is. Niet omdat een effectief medicijn niet bestaat, maar puur omdat de financiering voor de ontwikkeling ervan ontbreekt.
Besluit de industrie de doorontwikkeling wél te financieren, dan bestaat er een direct verband tussen de farmaceut en het onderzoek. We zien dat dit vaak tot gekleurd onderzoek leidt, de resultaten zijn vaak opvallend positief. Bovendien bestaat er de neiging om negatieve resultaten van onderzoek ‘gesponsord’ door de industrie, te verbloemen. De industrie heeft er immers belang bij dat het middel markttoegang krijgt, een negatieve beoordeling kan ze daarbij slecht gebruiken.
Daarnaast zijn we vanaf dat moment overgeleverd aan de grillen van big farma. De samenleving betaalt zich scheel aan medicijnen waarvan de prijzen de pan uit rijzen, terwijl er publiek geld ten grondslag lag aan de ontwikkeling. Goedbedoelde initiatieven van innovatieve startups redden het zelden; zij worden veelal opgekocht door de mastodonten in het veld.
Een onafhankelijk onderzoeksfonds dient het algemeen belang. Dat ziet er zo uit: op het moment dat de ontwikkeling van een nieuw middel in de preklinische fase komt, wordt er een non-profit startup opgericht die wordt gefinancierd vanuit het fonds. Het fonds wordt beheerd door de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en innovatie en gefinancierd vanuit een structurele bijdrage van de farmaceutische industrie. Wij denken bijvoorbeeld aan 5% van haar marketingbudget. Dat budget bedraagt nu zo’n 1,3 miljard euro in Nederland. Dit betekent dus 50 miljoen elk jaar voor onderzoek naar medicijnen. Italië kent al sinds 2005 zo’n fonds. Met de introductie van het fonds kunnen medicijnen worden ontwikkeld die maatschappelijk van groot belang zijn en op die gebieden waar de industrie anders monopolie-prijzen bedingt. In dit model houden de academische ontwikkelaars tot en met de registratie de regie in handen en daarmee ook controle op de prijs.
In een initiatiefnota die op 10 december in de Tweede Kamer wordt besproken, willen wij dat de actie van de twee artsen van het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis gemeengoed wordt in plaats van een zeldzaam verschijnsel. We roepen Minister voor Medische Zorg Bruno Bruins op dit initiatief te omarmen om zo met de ontwikkeling van medicijnen de gezondheid van patiënten voorop te stellen, en niet langer de belangen van de industrie.