Het Openbaar Ministerie (OM) gaat in hoger beroep in de zaak tegen de Haagse politicus Richard de Mos en zes medeverdachten. Om de zaak vlot te laten verlopen laat Justitie enkele verdenkingen vallen. De zaak wordt bij het gerechtshof toegespitst op omkoping en schending van de geheimhoudingsplicht. Zo kan er snel duidelijkheid komen voor alle betrokkenen, stelt het OM.
Justitie verdenkt De Mos en zijn partijgenoot Rachid Guernaoui ervan dat ze zich hebben laten omkopen. Vijf Haagse ondernemers gaven geld aan de partij van De Mos en Guernaoui. Toen de twee vervolgens wethouder werden, beslisten ze in het voordeel van de donateurs. De rechtbank zag geen kwaad in: invloed van ondernemers en anderen hoort nu eenmaal bij de lokale politiek. “Ondernemers moeten niet worden afgeschrikt door een mogelijke verdenking van corruptie”, zei de rechtbankvoorzitter.
Het OM is het oneens met de rechtbank dat omkoping niet valt te bewijzen. “Ambtenaren, onder wie wethouders, moeten onkreukbaar zijn”, stelt het OM. “Dit betekent dat zij objectief moeten komen tot besluitvorming en hun beslissingen niet ‘te koop’ mogen zijn.”