Het Openbaar Ministerie heeft donderdag een voorwaardelijke werkstraf van zestig uur geëist tegen journalist Jelle Brandt Corstius wegens smaad. Hij vertelde in 2017 in een artikel van Trouw dat hij gedrogeerd en verkracht was. Kort erna werd bekend dat producent Gijs van Dam de vermeende dader was. Van Dam klaagde Brandt Corstius aan wegens reputatieschade.
Hoewel Van Dam niet expliciet werd genoemd in het artikel, was zijn identiteit volgens het OM niet moeilijk te achterhalen. Brand Corstius had als journalist moeten weten dat andere journalisten zijn verhaal zouden uitzoeken. Daarbij zei Brand Corstius in het artikel: "Waarom zou ik de enige zijn?". Volgens het OM heeft hij hiermee Van Dam neergezet als mogelijke serieverkrachter.
De journalist heeft uiteindelijk aangifte gedaan, maar de zaak tegen Van Dam is geseponeerd, vanwege onvoldoende bewijs voor dwang en/of drogeren.
Volgens het OM blijft de daad van Brandt Corstius strafbaar, ondanks dat hij zijn verhaal deelde in het licht van de MeToo-beweging, die toen opkwam. Hoewel er een algemeen belang is, had de journalist zijn verhaal ook kunnen opschrijven zonder te verwijzen naar de producent.
Brandt Corstius heeft strafbaar gehandeld volgens het OM. Maar omdat de journalist zelf ook heeft geleden door deze gebeurtenis, wordt er een voorwaardelijke werkstraf van zestig uur met een proefperiode van twee jaar geëist.