NS-medewerkers hebben in werkplaatsen jarenlang blootgestaan aan de kankerverwekkende stof chroom-6. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM over de periode 1970 tot 2020. De NS verzuimde gedurende die periode om te voldoen aan regelgeving om de medewerkers te beschermen. De zieke (oud-)medewerkers krijgen een schadevergoeding.
In de verf van de treinen zat het middel chroom-6 verwerkt om roestvorming tegen te gaan. Bij het schuren van de treinen kan de stof vrijkomen en worden ingeademd. Behalve kanker, kan chroom-6 ook voor chronische longziekten en allergische aandoeningen zorgen. De NS heeft het onderzoek zelf aangevraagd in 2015, toen werd ontdekt dat de schadelijke stof op sommige treinonderdelen was gebruikt. In 2019 kreeg een grep van 800 mensen die in een werkplaats in Tilburg hadden gewerkt al een schadevergoeding van de NS.
Wouter Koolmees, oud-minister en tegenwoordig president-directeur van de NS, noemt de uitslag van het RIVM-onderzoek “uitermate pijnlijk” voor een “maatschappelijke organisatie als de NS”. Ook zei hij dat de resultaten er niet om liegen en bood hij zijn excuses aan namens de Raad van Bestuur aan “alle collega's en oud-collega's die ziek zijn geworden of zich daar zorgen over maken” en voor de manier waarop destijds door de Spoorwegen is gewerkt.
Iedereen die in de onderzochte periode in een NS-werkplaats heeft gewerkt en ziek is geworden, kan direct een aanvraag doen voor een financiële tegemoetkoming. De hoogte daarvan wordt bepaald aan de hand van de blootstelling en het ziektebeeld. Ook eventuele nabestaanden komen in aanmerking voor een uitkering. Nog steeds zijn er treinen waarbij er chroom-6 in de verf zit. Uit het onderzoek kwam naar voren dat inmiddels wel alle veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen.