In Egypte komt vrijwel dagelijks een verhaal naar buiten over
mishandeling, uitbuiting of sexual harassment van vrouwen. Soms is zo'n
verhaal heel dichtbij. Zoals het verhaal van de Filipijnse M.
M.’s verhaal begint in 2008, als ze hals over kop vertrekt uit Saoedi-Arabië. De Saoedische familie bij wie ze woont, behandelt haar slecht. Ze maakt lange dagen, werkt vaak tot 2 uur ’s nachts om een paar uur later weer op te staan. Zes maanden lang krijgt ze geen salaris en heeft ze bijna niets te eten. Een onmenselijk bestaan voor een jonge vrouw in de bloei van haar leven. Als de familie een paar dagen niet thuis is, ziet M. haar kans schoon en vlucht ze naar Egypte.
Nieuw, maar vooral illegaal, wordt ze zo bang van alle verhalen over politie-invallen en arrestaties dat ze in Caïro trouwt met een behulpzame Filipijnse student. Door zijn studiebeurs aan een islamitische universiteit heeft hij een verblijfsvergunning, en M. krijgt een visum. “Ik zag geen andere uitweg”, zegt ze, “eindelijk was ik veilig”. Dat hij al een vrouw heeft en naast haar op het punt staat nog een derde in te lijven, neemt ze voor lief.
Maar de behulpzame studentenschijn bedriegt. Wanneer M. moppert dat ze niet naar vriendinnen mag, wordt ze door haar man geslagen. Zoals meer echtgenoten in de Egyptische mannenmaatschappij duldt hij geen enkele tegenspraak. De mishandelingen worden zo erg dat M. in 2010, met hun inmiddels geboren dochtertje, het huis ontvlucht en onderduikt. Ondanks alles een fijne tijd, want eindelijk is er even wat rust. Totdat haar dochtertje heel ernstig ziek wordt en bijna overlijdt. Ze ziet geen andere oplossing dan haar man om hulp te vragen, en gaat, noodgedwongen, terug.
Het meisje komt er gelukkig bovenop en ontpopt zich tot een vrolijke spring-in-het-veld. Maar de prijs die M. moet betalen is hoog, heel hoog. Haar paspoort en dat van haar dochtertje moet ze inleveren. Vanaf nu mag ze, als ze klaar is met werken, nergens meer naar toe. Niet naar haar vriendin aan de overkant, niet even boodschappen doen. Als een vogeltje in een kooitje zit ze voortaan thuis, gevangen. Kort geleden vraagt M. of ik haar man er alsjeblieft van wil overtuigen dat ze die dag écht bij ons aan het werk is. Wat moet ik mij beheersen om door de telefoon niet tegen hem tekeer te gaan.
M.’s liefste wens is om terug te gaan naar de Filipijnen, naar haar ouders. Haar dierbare ouders, die de zachte geur in het haar van hun kleindochter nog nooit hebben geroken, en haar nog nooit hebben geknuffeld. Wiens smalle gezichtje ze alleen via Skype hebben gezien, toen de verbinding dat toeliet. M. droomt ervan haar dochtertje mee te nemen naar haar echte thuis, waar het veilig is en geen jaloerse andere echtgenotes zijn. Waar het leven evenmin gemakkelijk is, maar waar ze tenminste niet wordt geslagen en waar ze gewoon met haar vriendinnen kan kletsen.
M. mag van haar man best vertrekken naar de Filipijnen, daar heeft hij geen enkel probleem mee. Maar hun dochtertje, dat krijgt ze niet mee. “Not without my daughter”. Het zijn letterlijk M.’s woorden wanneer ze vertelt over haar gedroomde reis naar huis. De haren op mijn arm staan recht overeind, ik heb het steenkoud. Not without my daughter, de hartverscheurende film waarin Sally Field blijft vechten voor haar dochter en waar ik zo hard bij heb moeten huilen, speelt zich vandaag vlak voor mijn ogen af. Ik wil haar helpen, zo ontzettend graag helpen, maar voel me machteloos, en weet niet wat ik moet doen.