Politici moeten voorkomen dat Breivik's wandaad niet alleen tegen zijn ideologie wordt weggeschreven
De 32-jarige Anders Behring Breivik die vrijdag op Utoya, een eilandje in een meer ten noordwesten van Oslo tientallen jongeren vermoordde, vindt zijn daad ‘verschrikkelijk maar noodzakelijk’. Het laat zien dat mensen het recht in eigen handen nemen en niet meer wachten op de politiek als ze heilig overtuigd zijn van een noodzakelijke verandering.
Internationale media zoeken naar de persoon achter de dader, de politieke motieven of geven een psycho-analyse van de Noorse staat. Noorwegen is na deze bom- en moordaanslag niet meer het meest veilige land in Europa zo is de treurige boodschap.
En in Nederland? Inmiddels is de discussie hier vernauwd tot Geert Wilders en de gevolgen van het populisme of de reikwijdte van rechts-extremisme. Anders Breivik heeft zich op internetblogs en -fora en in zijn ‘manifest’ sympathiek verklaard met Wilders’ zijn ideeën over de multiculturele samenleving en de islam. Dus zeggen enkele media, een plus een is twee, en zie wat uiteindelijk ons te wachten staat als Geert Wilders of elke andere populist steeds maar weer zijn vrije gang kan gaan.
Er zijn twee lijnen te onderscheiden in de berichtgeving: de eerste gaat uit van de gedachte dat politici rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor wat hun sympathisanten in de maatschappij aanrichten. En de tweede lijn is dat zolang politici niet oproepen tot geweld, zij ook niet aansprakelijk zijn voor dat geweld. Politici hebben nu eenmaal recht op stevige meningen in het publieke domein. Daar zijn ze immers politicus voor.
Hetzelfde onderscheid vind je feitelijk bij de discussie over de islam. Is kritiek op de islam hetzelfde als kritiek op moslims, of niet? Is een terreurdaad van een zichzelf moslim noemend persoon de handeling van een terrorist of de handeling van een religieus fanaticus?
Dit onderscheid voelt kunstmatig aan: wat is een rechts-extremistische terrorist zonder nationalistische motieven? Wat is een moslimterrorist zonder religieuze motieven? Beide gebruiken in de meest extreme vorm geweld als uiting van hun overtuiging of ideologie. Geweld als laatste uitlaatklep wanneer andere (politieke) wegen niet meer bewandeld wensen te worden. Dan lijken rechts-extremisme en religieus extremisme wel heel erg veel op elkaar.
De vraag is hoe goed opgeleide burgers zoals Anders Breivik tot een dergelijke daad kunnen overgaan. Wie of wat hun inspiratiebron ook vormt, een politicus, een ideologie of een religie, de maatschappelijke sociale rem gaat er op een bepaald punt af en er is geen correctiemechanisme meer.
Het antwoord is niet zomaar te geven, dat is iets voor psychologen om uit te zoeken. Wel is er hopelijk besef dat we allemaal een verantwoordelijkheid hebben. In de opvoeding van kinderen, in het onderwijs, op het werk, maar vooral ook in de politiek.
De politiek is een spreekbuis van alle mensen, dus ook alle meningen moeten vertegenwoordigd worden. De politiek vormt een verzamelpunt waarin alle meningen tegen elkaar afgewogen worden en dat mag best op een stevige manier. Maar daar waar in de politieke arena ideeën zouden moeten winnen aan nuance, en dus aan gewicht, verliest de politiek zich steeds meer in one-liners en de waan van de dag.
Het politieke debat verandert in een abstract maatschappelijk debat waarin de nuance steeds minder plek heeft. Als de politiek niet met concrete oplossingen weet te komen voor maatschappelijke zorgen, is zodra Wilders bijvoorbeeld namens ‘1,5 miljoen kiezers’ spreekt, er ook geen compromis meer mogelijk. Het wordt een gepolariseerd debat tussen ondefinieerbare massale kiezersgroepen waarin slechts de dingen bij hun naam noemen de nieuwe norm is.
De Noor Anders Breivik is lid van een geheime Tempelier-sekte die als doel heeft om een bepaalde monocultuur in Europa, met geweld, weer in ere te doen herstellen. Men moet voorkomen om zijn wandaad tegen alleen die achtergrond weg te schrijven. Het benoemen van problemen in de politieke cultuur van dit moment is net zo belangrijk.
Natuurlijk, niet de politiek is schuldig aan uitingen van geweld zoals die in Noorwegen, maar de politiek vormt het verzamelpunt en het beginpunt van hoe wij als burgers met elkaar omgaan. Zij heeft wel degelijk een verantwoordelijkheid. Afstand nemen van geweld is niet voldoende, laat gelijktijdig zien wat de grens is. Een cliché, maar daarom nog niet minder waar: bij macht hoort verantwoordelijkheid. En daar hoort dus altijd en overal nuance bij.