De verwoesting en het menselijke leed als gevolg van de eerste twee atoombommen die ooit boven een stad zijn afgeworpen, laten zich niet beschrijven. Wie nu denkt: ‘Lekker boeien, verhalen uit de ouwe doos, gebeurt hier toch niet’ en zich nog eens lekker veilig in bed wil omdraaien, heeft het gloeiend mis.
Op maandag 5 augustus om 12.00 uur testte Nederland het luchtalarm uit. Het angstaanjagende gejank deed denken aan de Amerikaanse atoomaanval op de Japanse havenstad Hiroshima. Terwijl slapend Nederland zich in de nacht van 5 op 6 augustus om 01.15 uur nog eens lekker omdraaide in bed, herdacht Japan in Hiroshima Peace Memorial Park – met de laatste overlevenden en getuigen, de nabestaanden en een afvaardiging uit de hele wereld – dat de Verenigde Staten 74 jaar geleden op 6 augustus 1945 om 08.15 uur ’s morgens de atoombom ‘Little Boy’ op Hiroshima lieten vallen.
Impact De chaos was groot. De communicatie haperde. De hulpvoorziening kwam moeizaam op gang. Pas dagen later begreep de Japanse regering de impact van de bom en de omvang van de ramp in Hiroshima. Dat duurde de Verenigde Staten te lang. Op 9 augustus 1945 dropten ze hun tweede atoombom ‘Fat Man’ op Nagasaki: 80.000 doden. Zes dagen later, op 15 augustus 1945, capituleerde Japan en kwam er een definitief einde aan de Tweede Wereldoorlog.
De verwoesting en het menselijke leed als gevolg van de eerste twee atoombommen die ooit boven een stad zijn afgeworpen, laten zich niet beschrijven. Elk woord, elk beeld, elke beschrijving doet de verschrikkingen en de hel van Hiroshima en Nagasaki tekort. ‘Tu n’as rien vu à Hiroshima. Rien.’ – zo begint dan ook de veelgeroemde film van Alain Resnais naar het scenario van Marguerite Dumas ‘ Hiroshima mon amour ’ (1957). Wie zich toch een idee wil vormen, kan ‘Hiroshima mon amour’ over de liefde en de absurditeit van de oorlog bekijken of de film ‘ Gembaku no Ko ’ (‘Children of Hiroshima’, 1952) van regisseur Kaneto Shindo over de weeskinderen van Hiroshima. Een alternatief is om op internet behoedzaam een weg te zoeken tussen Hollywood-fictie en de gruwelijke feiten.
Vuurbal De bom, door de Amerikanen liefkozend ‘Little Boy’ genoemd, was 3 meter lang, 71 centimeter in doorsnee en woog 4000 kilo. Hij bevatte ruim 64 kilo verrijkt uranium dat op 550 meter hoogte en op 240 meter van het doel (de Aioi-brug) boven het Shima-ziekenhuis tot ontploffing kwam. Er was een oogverblindende lichtflits, een kort moment van totale duisternis. Toen verrees er boven de stad een vuurbal van 300 meter. De temperatuur onder de vuurbal liep op tot 4.000 graden Celsius. In een fractie van een seconde kwamen 78.000 mensen om het leven. De hitte was zo intens dat vrijwel alles in een straal van 3,5 kilometer smolt en verdampte.
Er volgde een schokgolf die zich razendsnel, sneller dan het geluid, over de stad verspreidde. Muren vielen om. Rondvliegend puin en glas. Kapotte dakpannen. Smeltend staal. 70 procent van de 400 jaar oude stad werd verwoest, 7 procent van de gebouwen zwaar beschadigd. Naar schatting vele honderdduizenden tonnen bouwmateriaal werden de lucht in geblazen. Boven de stad ontrolde zich hoger, steeds hoger een duizendkoppige, nu eens fel witte, dan weer gitzwarte donderkoppen-paddestoelwolk. Enkele minuten na de explosie begon het dikke druppels zwarte, radioactieve as te regenen.
Er ontstond brand, een vuurzee. De houten huizen met hun papieren scheidingswanden en deuren brandden als fakkels. Veel mensen kwamen door instortingen en brand om het leven. Vele tienduizenden raakten gewond en zwaar verbrand. Een overlevende vertelde later dat ze slachtoffers had zien lopen ‘met kousen om hun ledematen en lichaam’. Ze had toen nog niet begrepen dat ging om gesmolten huid en loshangend vel. Een andere getuige vertelde over een groep van 20 gewonde soldaten: ‘Hun gezichten waren compleet verbrand. Hun oogkassen waren leeg, hun gesmolten ogen over hun wangen gestroomd.’
Hibakusha Wie niet door de hitte van de explosie, de schokgolf of de vuurstorm bezweek, stierf in de weken erna vaak aan de gevolgen van zijn brandwonden of aan ‘stralingsziekte’ als gevolg van de hoge dosis radioactieve staling. Tegen eind 1945 waren er vermoedelijk tussen de 90.000 en 166.000 mensen door de bom en de straling overleden. De overlevenden van de kernaanval, of hibakusha zoals Japan hen noemt, waren niet zelden verminkt, blind of onvruchtbaar. Ze kregen onevenredig vaak leukemie en andere soorten kanker, vaak ook hart- en vaatziekten. Volgens een onderzoek door de stad Hiroshima in 2004 zijn er als gevolg van de Amerikaanse atoombom ‘Little Boy’ in totaal ruim 237.000 mensen om het leven gekomen. De bom maakt tot op de dag van vandaag slachtoffers.
Wie nu denkt: ‘Lekker boeien, gebeurt hier toch niet, verhalen uit de ouwe doos’ en zich nog eens lekker in bed wil omdraaien, heeft het mis. Oorlog en conflicten zijn van alle tijden. Wikipedia heeft daar een lange, maar nog lang niet volledige lijs t van aangelegd. Of het nu gaat om de Trojaanse oorlog, de kruistochten in de Middeleeuwen, de twee wereldoorlogen, Jappenkampen, Hiroshima, Liberia, de Filipijnse drugsoorlog, Nicaragua, Pakistan India en Kashmir, de Palestijnse gebieden, Syrië en de overige brandhaarden in het Midden-Oosten of welke oorlog ook: overal ter wereld vliegen mensen elkaar in de haren. Omwille van macht en invloed, grond en expansie, handel en profijt, religie, baas boven baas of om wat voor reden dan ook berokkenen zij elkaar bijna dagelijks onzegbaar veel gruwelijk en onherstelbaar leed. Met meestal schier eindeloze kettingreacties aan ‘oog om oog, tand om tand’-represailles tot gevolg.
Hier komt bij dat er in het Witte Huis een gevaarlijke, maar niettemin almachtige kleuter zit die het voor Europa cruciale INF-wapenverdrag heeft opgezegd en aldus de aanzet heeft gegeven tot een nieuwe kernwapenwedloop. En die ook overigens – in een kennelijk onbedwingbare lust om chaos en verderf te zaaien – bezig is de wereld de Derde Wereldoorlog in te twitteren. Er is dus alle reden voor om te herdenken. Ook Hiroshima. Juist Hiroshima.
Als Stad van de Vrede pleit Hiroshima voor vrede in het algemeen en de afschaffing van kernwapens. Dat pleidooi is in deze tijd van oplopende internationale spanningen op tal van fronten en vanwege de nieuwe kernwapenwedloop actueler dan ooit. Je zou willen dat er een vredesbeweging zou opstaan die de fakkel van Hiroshima oppakt en mensen waar ook ter wereld mobiliseert om met succes tegen de angstaanjagende ontwikkelingen op het wereldtoneel te demonstreren en het tij te keren. Zodat het van een derde (vierde, vijfde, zoveelste) kernbom op een andere stad ergens in de wereld – Moskou, New York, Islamabad, Tel Aviv, Amsterdam – niet zal komen. Nooit, nooit meer Hiroshima.