Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Nog steeds niet duidelijk wat ministers nu willen met criminaliteitscijfers uitgesplitst naar ‘afkomst’

  •  
04-03-2022
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
280 keer bekeken
  •  
15121380780_0473a6a787_c

© cc-foto: Shirley de Jong

Vorig jaar hadden we een briefwisseling en gesprek met toenmalig minister Wouter Koolmees (SZW). Het thema: de koppeling van cijfers over criminaliteit aan geboortegegevens over ‘afkomst’. In dit artikel schrijven we over onze ervaringen en daarnaast geven we toegang tot die briefwisseling.
Door: Bouchaib Saadane, Cynthia Ortega-Martijn, Zeki Baran, Tom van Messel
Al tientallen jaren koppelt de overheid cijfers over criminaliteit aan geboortegegevens over ‘afkomst’. Overheidsorganisaties zoals CBS publiceren hier non-stop over. Afgelopen maanden kwam dit thema weer een paar keer ter sprake in de Tweede Kamer. Begin december riep Kamerlid Eerdmans dat ook ‘afkomst’ als ‘factor’ moest worden onderzocht in een lopend WODC onderzoek naar criminaliteit. Een paar weken eerder vroeg de vicevoorzitter van het College voor de Rechten van de Mens nog eens aandacht voor dit onderwerp.
Sinds 2017 hebben wij met allerlei mensen binnen de overheid gesproken over dit thema. Mensen die werken voor CBS, WODC, SCP of het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eén van onze hoofdvragen was telkens ‘waarom’? Waarom koppelt de overheid cijfers over criminaliteit aan data over ‘afkomst’? Ook van de relevante ministeries kregen wij vooralsnog niet de antwoorden op alle vragen.
Om die gebreken verder te kunnen bespreken maken wij nu onze correspondentie met drie ministers publiek. Bij dezen (en onze brieven hier , hier en hier ). Het openbaar maken van die correspondentie maakt het voor ons simpelweg makkelijker om met andere geïnteresseerde mensen en organisaties af te stemmen en standpunten in te nemen.
Wat staat er allemaal in de brief? Ten eerste beloven de ministers dat er voortaan méér relevante informatie zal worden gegeven wanneer de overheid over criminaliteit en ‘afkomst’ praat. Dan valt bijvoorbeeld te denken aan uitleg over de drastisch afnemende ‘oververtegenwoordiging’ als je groepen met elkaar vergelijkt die sociaal- economisch meer vergelijkbaar zijn.
In hun eigen woorden zeggen de ministers toe om “ beschrijvende inzichten zo veel mogelijk te combineren met analyses die inzicht bieden in de factoren die een – eventuele – over- of ondervertegenwoordiging van groepen in de criminaliteit verklaren ”. Mooi. Hierop drongen we al een tijdje aan. Wij zien zulke analyses als een absoluut minimum.
Het is even afwachten wat er met deze toezegging gedaan gaat worden. Helaas zei minister Koolmees tijdens ons gesprek met hem (in april 2021) dat hij niet van plan is om rapportages over ‘naakte cijfers’ – (zoals op Statline van CBS) stop te zetten. Bij dat soort rapportages wordt nog steeds allerlei zeer relevante kennis weggelaten. Er wordt op Statline immers niets gezegd over ‘ factoren die een over- of ondervertegenwoordiging van groepen in de criminaliteit verklaren ’.
Daarnaast vragen we al jaren om allerlei andere relevante factoren in de analyses te betrekken, waarvoor nog geen data bestaan. Hier kregen we in het gesprek en in de brief geen enkele toezegging over.
Verder doen de ministers in hun brief de toezegging om “ steeds een kritische afweging te maken of en wanneer deze cijfers echt nodig zijn, en alleen in die situaties dat dit echt het geval is, ze samen te stellen ”. En wanneer vinden de ministers dat “ deze cijfers echt nodig zijn ”? Waar het allemaal op neerkomt is de doelstelling om “gelijke posities voor alle Nederlanders” te bereiken, “ongeacht migratieachtergrond”. Wat betekent dat? Wat betekent de doelstelling ‘gelijke posities’ op het terrein van criminaliteit? Is het nog steeds een beleidsdoelstelling om ‘oververtegenwoordiging’ van bepaalde ‘afkomst-groepen’ te verlagen, zoals ooit het geval was ? En wat is dáár de achterliggende gedachte achter? Die laatste vraag blijft in de brief geheel onbesproken.
Tijdens ons gesprek met demissionair minister Koolmees zei deze ‘nee’, dat is géén beleidsdoelstelling, voor zover hij wist. Maar waarom wordt dat streven naar ‘gelijke posities’ dan als hoofdreden genoemd in de brief ? En waarom praatte collega- minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) in een recente brief over een “ gerichte aanpak ” ten aanzien van ‘oververtegenwoordiging’?
Uit het oude ministers-team hebben we geen antwoorden meer gekregen op deze vragen. Onze oproep aan de nieuwe regering: bied helderheid. Dat is echt wel het allerminste dat nodig is.
Ons toekomstbeeld is nog steeds: Koppel data over afkomst en data over criminaliteit niet langer aan elkaar, als overheid. De argumentatie rammelt, de juridisch vereiste afweging lijkt nog steeds incompleet en er is geen enkel onderzoek naar de manier waarop de cijfers door burgers worden opgevat. We hebben er weinig vertrouwen in dat dit snel verandert. De karige toezeggingen die we nu hebben gekregen hadden natuurlijk al vanaf de jaren ’90 vast onderdeel moeten zijn van de overheidscommunicatie.
In (sociale) media wordt ‘afkomst’ er al zo vaak bijgehaald, als het gaat over crimineel gedrag. Alsof ‘afkomst’ er zélf toe doet, op enigerlei wijze. De meest zorgelijke ideeën komen langs over wat je met al die data over ‘afkomst’ zou kunnen doen. Wij zien de koppeling van ‘criminaliteit’ aan ‘afkomst’ door de overheid als een soort steunbetuiging voor al dat soort ideeën. De overheid kiest een bepaalde rol in al dat gepraat over ‘afkomst’. Een rol die wij niet aan de overheid toevertrouwen.
Tot slot: Tijdens het gesprek met demissionair minister Koolmees werd door de delegatie van het ministerie verteld dat er een juridische toetsing heeft plaatsgevonden naar aanleiding van onze oproep tot verandering. Wij hebben het ministerie gevraagd die juridische toetsing openbaar te maken. Wordt vervolgd.
Bouchaib Saadane is voorzitter van de Stichting Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders. Cynthia Ortega-Martijn is oud-directeur/bestuurder van Stichting Ocan (tot en met 31/12/2021). Zeki Baran is voorzitter van Stichting Inspraakorgaan Turken in Nederland, en Tom van Messel is mede-coördinator van de gezamenlijke activiteiten rond dit onderwerp.
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.