In de Volkskrant werd de familie Al-Tamimi onterecht weggezet als extremistische antisemieten en kindermisbruikers. Door wie en waarom?
Donderdag publiceerde de Volkskrant een bijdrage van Elad Zigler over de familie van Ahed al-Tamimi. Zigler wordt door de krant voorgesteld als ‘opinieschrijver en spreker over het Israëlisch-Palestijnse conflict’. Wat niet wordt vermeld is dat hij adviseur is van de Israëlische onderminister Michael Oren, benevens directeur van de pro-Israël organisatie StandWithUs Nederland.
Met die kennis wordt duidelijk waarom Zigler zo’n vilein beeld schetst van de familie van Ahed al-Tamimi, de 16-jarige Palestijnse die twee Israëlische militairen van haar erf mepte nadat hun collega’s haar 14-jarige neefje in zijn gezicht hadden geschoten. Een video van het voorval leidde in Israël tot hysterie en de roep om wraak. Aansluitend werden Ahed en diverse familieleden opgepakt en voor een militaire rechtbank gebracht. Haar wacht mogelijk lange gevangenisstraf.
Het oppakken van Ahed, prominent symbool van het Palestijnse verzet tegen de Israëlische bezetting, heeft wereldwijd tot solidariteitsacties geleid die zich snel verder uitbreiden. Ahed heeft de potentie om het protest tegen de Israëlische bezetting en onderdrukking van de Palestijnen mainstream te maken. Om dat te bezweren zijn Israël en zijn lobby een anti-Tamimi-campagne begonnen.
Een voorbeeld van die campagne werd op 5 januari gepubliceerd door Haaretz. En hoewel die publicatie op de website Mondoweiss werd ontmaskerd als pure laster, presenteert Zigler er in de Volkskrant een bewerking van. In beide stukken wordt de familie Al-Tamimi weggezet als extremistische antisemieten en kindermisbruikers.
Zigler heeft de familie kennelijk nooit ontmoet, ook niet toen Aheds moeder Nariman en tante Manal Nederland aandeden. Wat aan de Al-Tamimi’s juist zo opvalt is hun menselijkheid, die zij hebben behouden ondanks vijftig jaar Israëlische bezetting en de dagelijkse terreur van Israëlische militairen en kolonisten. Ondanks al het leed dat hen berokkend is. Miljoenen Palestijnen, hele generaties, hebben nog nooit vrijheid gekend.
Het zijn feiten die in Ziglers betoog ontbreken. In het door hem beschreven ‘conflict’ bestaan geen Israëlische bezetting, kolonisering en dagelijkse onderdrukking. In zijn wereld wordt van de Palestijnen volledige onderwerping geëist. Verzet wordt door de oppermachtige Israëlische bezetter keihard afgestraft. Zie Ahed en haar familie.
Zigler eindigt zijn verhaal met: ‘We zijn het er toch over eens dat kinderen erbuiten gehouden moeten worden? Kinderen horen op school, niet op het strijdveld.’ En al helemaal niet voor een militaire rechtbank, voeg ik daaraan toe. Israël is volgens deskundigen het enige westerse land dat kinderen door het leger laat berechten.
Daar blijft het niet bij. Kinderen worden ook doodgeschoten , gemarteld, opzettelijk verminkt en in kooien opgesloten. Hun schooltjes, door Nederland en andere donoren betaald, worden afgebroken. Hun lesprogramma’s verboden. Het komt allemaal voor.
Ziglers zorgen over het lot van Palestijnse kinderen zijn onecht. Sinds het jaar 2000 zijn door Israël ruim tweeduizend Palestijnse kinderen gedood; circa tienduizend kinderen tussen 12 en 17 jaar werden opgepakt en voor een militaire rechtbank gebracht. Honderden kinderen zitten in Israëlische gevangenissen.
Dat is de realiteit die Zigler wil uitwissen, maar die nu dankzij Ahed al-Tamimi juist algemeen bekend wordt.