Het Zweedse Nobelcomité heeft grote moeite om de boel bij elkaar te houden, nadat een echtgenoot van een van de leden werd beschuldigd van seksueel misbruik. Drie van de achttien leden stapten op nadat bekend werd dat de man van dichteres Katarina Frostenson, getrouwd met de Fransman Jean-Claude Arnault, door 18 vrouwen beschuldigd werd van aanranding of verkrachting.
Een stemming om Frostenson uit het comité te zetten haalde het niet, waarna drie leden uit protest opstapten. Iets dat technisch echter niet mogelijk lijkt want volgens de statuten uit 1786 worden comité-leden voor het leven benoemd. Aangezien alle leden aanwezig moeten zijn bij het toekennen van de jaarlijkse Nobelprijzen, en voor het leven benoemde leden niet zomaar vervangen kunnen worden, dreigt de prestigieuze prijs in het geding te komen.
Koning Carl Gustaf van Zweden heeft ingegrepen en overweegt de statuten aan te passen. Hij heeft de leden opgedragen hun verantwoordelijkheid te nemen en de conflicten binnen het comité op te lossen. In een persverklaring zegt hij:
De problemen die binnen de Zweedse Academie zijn ontstaan zijn zeer ongelukkig en brengen ernstige schade toe aan het belangrijke werk van de Academie. Voor de leden van het Nobelcomité moet de verantwoordelijkheid voor het instituut altijd op de eerste plaats staan.