Vluchtelingenwerk Nederland vreest voor belemmering integratie
In Nijmegen buigt de gemeente zich over het plan om in de dorpskern Lent honderd vluchtelingen in prefabwoningen te huisvesten. Deze woningen zijn de afgelopen jaren door studenten bewoond en komen in oktober vrij. De gemeente wil er honderd Eritrese jongemannen tussen de 18 en 25 in zeven rijen huizen bij elkaar plaatsen. De Volkskrant meldt dat Vluchtelingenwerk Nederland tegen het initiatief is omdat ze bang is voor gettovorming en dat het de integratie niet ten goede zou komen.
Ook collegepartij PvdA in Nijmegen maakt zich zorgen over de plannen voor de vluchtelingen. “Integratie gaat veel sneller als zij in een gemengde omgeving verkeren en in contact komen met Nederlandse jongeren”.
Nederlandse gemeenten moeten van de rijksoverheid voor het eind van het jaar twintigduizend vluchtelingen met een verblijfstatus onderdak bieden en kampen daarbij met een achterstand. Omdat er weinig sociale woningen beschikbaar zijn heeft de Nijmeegse gemeente dit als alternatief geopperd en neemt hier in september een definitief besluit over. Volgens de wethouders Bert Frings (GroenLinks) en Bert Velthuis (SP) die verantwoordelijk zijn voor het initiatief is het een laatste redmiddel. Over de bezwaren zeggen ze dat ‘vluchtelingen elkaar kunnen ondersteunen bij het integreren in de samenleving’.
Ondanks het standpunt van Vluchtelingenwerk Nederland is de lokale afdeling positief over het initiatief. Dit omdat er volgens eigen zeggen naast de prefabwoningen ook gewerkt zal worden met gastgezinnen en buddy’s. Directeur Jan Werf is blij dat er ‘in ieder geval iets gebeurt waardoor mensen uit de AZC’s weg kunnen’.
In de integratiebarometer 2014 van Vluchtelingenwerk Nederland wordt geconcludeerd dat de Nederlandse integratie verkeerd aangepakt wordt. “De balans tussen eigen verantwoordelijkheid en verantwoordelijkheid van de ontvangende samenleving lijkt in het huidige beleid zoek. De balans zou hersteld moeten worden om de integratiekansen van vluchtelingen te vergroten en daarmee hun bescherming in Nederland een duurzaam karakter te geven.”