In de jaren negentig achtervolgde Willibrord Frequin pedoseksuelen met een camera, hetgeen werd uitgezonden op respectievelijk RTL 4 en SBS6. Fatsoenlijke mediamensen, meestal werkzaam bij de publieke omroep, spraken schande van zulke journalistiek. Tegenwoordig lijkt alles anders, zo richtte Nieuwsuur deze week unverfroren de lens op Oekraïense mannen die in een Nederlands opvangcentrum zitten, maar eigenlijk in de loopgraaf horen.
‘Als ze de camera zien, duiken ze weg’, klinkt de stem van verslaggever Jan Eikelboom onder beelden van jongens die geschrokken van hun balkon verdwijnen. “In de Oekraïne-opvang in Huizen hebben lang niet alle mannen een vrijstelling om het land te verlaten”, vervolgt de dappere Eikelboom vanuit zijn voice-over-spreekcel op het Hilversumse Mediapark. Na het monteren van de reportage zal hij met een dienblad in zijn handen aansluiten voor de lunch in de NOS-kantine.
Absurd eenzijdig was het Nieuwsuur-verslag. Rode draad vormden boze vrouwen achter een tafel in hetzelfde opvangcentrum. Hun mannen vochten aan het front, ze konden het moeilijk verkroppen dat kerels van dezelfde leeftijd hier op het balkon hingen. Vanuit het perspectief van zulke vrouwen is dat begrijpelijk. Maar je kunt je als nieuwsorganisatie afvragen of zoiets particuliers onder de kop ‘Oekraïense dienstplichtige mannen zorgen voor ongemak’ naar buiten moet.
Los van het feit dat het nogal NSB’erig – ik gebruik de term met tegenzin – is om mensen te filmen die zich verstoppen om niet als kanonnenvlees te hoeven dienen, zijn er andere perspectieven te geven, bijvoorbeeld van mensenrechtenorganisaties. Of een dichter die betoogt dat mannen die sociale druk weerstaan de echte helden zijn. Wanneer iedereen dit zou durven, bestond er geen oorlog. Dergelijke sprekers hadden Eikelboom en zijn collega’s niet in het vizier.
Hoe zou de vorig jaar overleden Willibrord Frequin zich tijdens deze oorlog gedragen hebben? Goed, hij was fout in vredestijd, maar dit zegt feitelijk niks.