Thierry Baudet kreeg aan het eind van het decennium niet alleen een podium op de televisie maar ook op de radio. Margje Fikse van de Evangelische Omroep liet hem drie uur lang vrij ongestoord zijn gang gaan. Baudet nam zelfs de gelegenheid te baat om op zijn vleugel een aantal tonen te laten horen in een volgorde, ooit door Johannes Brahms aangegeven. Het woord “verlichting” viel opvallend weinig, “christendom” des te meer.
Het lijkt wel of Baudet aan een bekeringsproces onderhevig is. Ongelovig kun je hem in ieder geval niet meer noemen. Hij raakt gegrepen door wierook, glas-in-lood en kathedralen. Op deze manier komt hij straks nog terecht bij het integralisme van zijn vriend en inspirator Robert Lemm. In ieder geval is voor Baudet het christendom nu al de hoedster van de westerse beschaving, die volgens hem in een bestaanscrisis verkeert en aan alle kanten door andere culturen en religies wordt bedreigd.
In de visie van Baudet zijn natiestaten noodzakelijke componenten van de westerse beschaving. Als die in het ongerede raken, is alles verloren. Daarom oefende hij heftige kritiek op de kosmopolitische instelling die volgens Baudet ongeveer de helft van de Nederlandse bevolking in haar greep heeft, zijn eigen ouders incluis. De andere helft daarentegen is tot beter inzicht gekomen: zij zien met de Amerikaan Samuel Huntington overal tekenen van een clash of civilizations. De aanvallen op de westerse beschaving komen niet alleen van buitenaf maar ook van binnenuit omdat de elites de natiestaten zelf ondermijnen door het toelaten van emigranten, immers wezensvreemde elementen in het weefsel van de samenleving.
Wat kenmerkt dankzij het christendom de westerse beschaving? Dat zijn vrijheid en pluriformiteit. Andere culturen ervaren deze karaktertrekken als bedreigend want ze zijn hen wezensvreemd. Dat levert agressie op. De westerse beschaving zal daar zeker aan ten offer vallen als de interne ondermijning van de uniforme natiestaten door nieuwkomers niet wordt gestopt.
De conclusies van dr. Baudet zijn gebaseerd op oppervlakkige waarnemingen. Natiestaten zijn een recent negentiende-eeuws verschijnsel, ook al voeren ze zelf hun geschiedenis over het algemeen duizenden jaren terug door alles te annexeren wat er op hun grondgebied ooit is gebeurd. Ze zijn zonder uitzondering tot stand gebracht door minderheden die in staat waren hun tongval en manier van doen dankzij de middelen van de moderne tijd, zoals de drukpers, het volksonderwijs, en de dienstplicht aan alle anderen op te leggen. Zo is het Nederlands waarin dit stuk wordt geschreven, gebaseerd op het dialect van de stedelijke aristocraten in het gewest Holland uit de gouden eeuw.
Natiestaten leveren behalve etnische winnaars ook altijd etnische verliezers op. Dat leidt tot onrust, afscheidingsbewegingen (Catalonië!), burgeroorlog en etnische zuiveringen. Europa is in de eerste helft van de twintigste eeuw bijna te gronde gegaan aan conflicten tussen natiestaten. Het geweld in Afrika nu heeft veel te maken met pogingen om kunstmatige natiestaten in leven te houden. In Indonesië of Myanmar…enfin, vul maar in. Het zelfbeschikkingsrecht der volkeren, ooit door de Amerikaanse president Wilson tot grondslag verklaard van zijn politiek, is in de praktijk het recht van dominante elites gebleken om de eigen taal, habitus en gewoontes als superieur aan de anderen op te leggen.
Evenmin is het vol te houden om vrijheid en pluriformiteit op te eisen als typisch westerse verschijnselen. In alle culturen ter wereld – de Chinese, de Japanse, de islamitische, de boeddhistische en noem maar op – is bijkans vanaf het begin der tijden een strijd gaande tussen het open en het gesloten denken, tussen vrijzinnigheid en orthodoxie, tussen insluiten en uitsluiten. Dezer dagen vinden bijvoorbeeld overal in India grote demonstraties plaats tegen het beleid van de extremistische Hindoepremier Modi, die zijn waarheid steeds dwingender aan het hele door hem beheerste subcontinent wil opleggen. In Thailand staan vrijzinnige en uiterst orthodoxe boeddhisten recht tegenover elkaar. De wereld van de islam wordt verscheurd door een heftige strijd tussen religieuze scherpslijpers en hoeders van meer ontspannen tradities. Er is geen clash of cultures gaande maar een botsing tussen levensbeschouwingen, die alle culturen overstijgt.
Baudet en zijn aanhangers behoren tot de partij van het gesloten denken, van de uniformiteit, van het uitsluiten. Hij vindt zijn evenknie bij de moslimbroeders in het Midden-Oosten of de Hindoes van het model Modi en de Boeddhistische strijdkrachten in Myanmar.
Omdat de aanhangers van het gesloten denken al dan niet expliciet hun eigen wereldbeschouwing als de enige bestaanbare waarheid beschouwen, hebben zij de neiging elkaar tot hoofdvijand uit te roepen. Je zou ook kunnen zeggen dat zij elkaar nodig hebben. Als er geen demon bestond, was er ook geen reden om de rijen zo gesloten te houden tenslotte. In dit licht bezien is het geen wonder dat men in Nederlandse extreemrechtse kringen alle moslims als een soort agressieve salafisten beschouwt. Wanneer zij zich anders opstellen, is dat een kwestie van misleiding.
Aan het begin van het nieuwe decennium is het gesloten denken rond vijandbeelden overal ter wereld in opmars. Daar hoeven we geen doekjes om te winden. Na de val van de muur zag het er inderdaad enkele jaren naar uit dat vrijheid, openheid en democratie aan de winnende hand waren, maar dat is in zijn tegendeel verkeerd, niet alleen in het westen maar ook in andere culturen. Des te belangrijker is het dat de krachten van vrijheid, openheid en insluiting over alle culturele grenzen heen de handen in elkaar slaan om gezamenlijk de levensbeschouwelijke strijd te voeren. Anders winnen de Trumps, de Modi’s, de Baudets, de Khamenei’s het pleit. Dan is de toekomst aan haat, uitsluiting en onderdrukking. Dan worden het the dark twenties.