Vanuit democratisch oogpunt – zeggenschap bij het volk, open publiek gesprek en respect voor mensenrechten – beleeft het Nederlandse volk een bijzondere leerperiode. Een extreemrechtse eenmanspartij wint verkiezingen. Een tweede, meer gematigd rechtse variant ondersteunt de regeringsvorming. En een spontane boerenbeweging ondergaat een transformatie van roepen op afstand naar deelname aan formatiegesprekken onder leiding van een informateur. Een voormalige PvdA-minister die zich heeft ontpopt als populistisch columnist van een hetzerig ochtendblad. Nee de meerderheid van de kiezers hebben zich in november niet uitgesproken voor een rechtse regering. Echter, met behulp van een CDA-afsplitsing, oproepend dat een nieuwe bestuurscultuur nodig is, zou zo’n regering toch mogelijk moeten zijn. Het opstappen van deze afsplitsing met achterlating van een lege stoel aan de informatietafel met de woorden ‘financiële informatie is ons achtergehouden’ brengt de formatie weer bij een 0-punt.
Is deze geschiedenis een lesje staatsrecht? Het is maar hoe je het bekijkt. Allereerst is het vreemd dat een partij, de PVV, met slechts één lid, geaccepteerd werd als initiatiefnemer om tot informatie te komen. Het democratisch stelsel krijgt betekenis als er binnen en buiten partijen de dialoog plaatsvindt. En dat de media daarvan verslag doen. Een dialoog die niet blijft steken in one-liners maar elkaars standpunten serieus neemt en dat de uitkomst ook door de minderheid gerespecteerd wordt. Het aangaan van een dialoog is altijd weer een democratisch leerproces, iets dat nu met staatskundig geweld onmogelijk wordt, althans binnen die partij. Zo’n partij kan bij verkiezingen de grootste worden, maar een meerderheid heeft de verantwoordelijkheid om grenzen te stellen. Dat is nu niet gebeurd.
Dan is er ook een programmatisch-inhoudelijk oordeel. Een partij die in haar programma ondemocratische en rechtsstatelijke passages opneemt – partijen verbieden, religieuze centra sluiten, boeken verbieden - zou niet aan formatie-initiatieven toe mogen komen. ‘Zou’ maar het is nu wel gebeurd. Men wilde niet de ruim 2 miljoen kiezers in de kou laten staan, ondanks de bezwaren tegen deze partij. Een twijfelachtig argument omdat deze kiezers ook gediend zijn bij een goed functionerende democratie, een belangwekkende orde die nu bedreigd wordt. Die kiezers moeten natuurlijk serieus genomen worden maar dan in hun veronderstelde bekwaamheid om uiteindelijk het democratische pad te kiezen. Ik wil deze kiezers ook vragen na te denken in welke wereld ze hun kinderen en kleinkinderen willen achterlaten. Toch zeker niet in een sociale cultuur van haat, tegen vreemdelingen, tegen kunstenaars, tegen andersdenkenden. Tegen bijvoorbeeld kiezers die zich inzetten voor vluchtelingen en voor een vredelievend en veilig Europa.
Bovenstaande overwegingen brengen mij ertoe een oproep te doen voor nieuwe verkiezingen. Volgens het huidig staatsrecht kan de regering de tweede kamer ontbinden en nieuwe verkiezingen uitschrijven. Het directe belang is gelegen dat ons land niet gediend is met lange (in)formatierondes om te proberen toch tot een regering te komen, in welke vorm dan ook. Met het grote risico - vanwege verschillende opvattingen over democratie en rechtsstatelijke oordelen – dat de nieuwe regering struikelt over de eigen onvolkomenheden.
De kiezer, en de kiezer alleen, kan nu zorgen voor een doorbraak. Wint (extreem)rechts dan moet een bekwaam (in)formateur door de kamer worden aangetrokken om tot een regering te komen. Geen nieuwe Plasterks graag. Wint een democratische meerderheid dan zal in dialoog de kabinetsformatie moeten plaatsvinden en uitzicht moeten bieden op een inclusief beleid.
Als de rapportage van informateur Plasterk na het weekend verschijnt, verwacht ik dat Omtzigt van NSC de schuld krijgt van het mislukken van de eerste ronde. Deels misschien terecht vanwege het verrassen van zijn de gesprekspartners maar vanuit democratisch en programmatisch standpunt onterecht.
Het is de vraag of de rapportage van de informateur reflecteert op de spanningen die ik hierboven heb benoemd: een eenpersoonspartij wint verkiezingen en voert de informatie aan, en het in woorden in de ijskast plaatsen van ondemocratische standpunten. Ik vrees van niet want het tast de ijdelheid en ego van de schrijver aan die nu weer zijn heil moet zoeken in columns waar hij - denk ik – alsnog zijn gelijk zal halen (‘het lag niet aan mij maar aan die ander’).
Bij een rechtse uitkomst van nieuwe verkiezingen, heeft - hoop en verwacht ik - de democratische beweging zich voldoende sterk gemaakt om eensgezind op te komen voor het belang van alle kiezers: een democratisch Nederland dat niemand uitsluit en zich inzet voor een welzijn voor iedereen. En met succes deelneemt aan de Europese verkiezingen in juni van dit jaar!
We gaan het allemaal meemaken: lessen in staatsrecht. Een bijzondere leerperiode met hopelijk een democratische afloop.