Servië krijg voor het eerst een vrouwelijke en openlijk lesbische premier, Ana Brnabić. Ze is geen lid van een politieke partij, maar komt uit het bedrijfsleven en werkte voor verschillende buitenlandse non-gouvernementele organisaties.
Deze keuze is opmerkelijk omdat Servië niet bepaald te boek staat als een homovriendelijk land. Zo liep de eerste Gay Pride parade in 2010 uit op geweld en moet deze sindsdien streng beveiligd worden. Goran Miletić, een mensenrechtenactivist en een van de organisatoren van de Gay Pride, zei:
‘Zelfs in sommige westerse landen zou het groot nieuws en een positief signaal zijn als er een homoseksuele of lesbische persoon premier of minister zou worden. Het is nog belangrijker voor een land waar 65% vna de mensen geloven dat homoseksualiteit een ziekte is en 78% vindt dat homoseksualiteit nooit buiten het huis tot uitdrukking mag komen. De benoeming van een lesbienne kan alleen maar een positieve boodschap zijn.’
De servische president, Aleksandar Vučić, maakte donderdagavond bekend dat hij Brnabić Het mandaat gaf om een nieuwe regering te vormen. Hij beschreef haar als ‘hardwerkend, met veel professionele en persoonlijke kwaliteiten.’
Vučić, die Ana Brnabić zelf uitkoos om hem op te volgen na zijn verkiezing als president na zijn verkiezingsoverwinning in april, blijft naar verwachting de machtigste persoon van het land. Volgens hem blijft de socialistische minister van Buitenlandse Zaken, Ivica Dačić, ‘in essentie het politieke gedeelte van de overheid leiden’. Zowel Dačić als Vučić waren bondgenoten van Slobodan Milošević. Dačić wordt beschouwd als pro-Russisch en nationalistisch.
Vučić heeft bereidt Servie voor op lidmaatschap van de EU in 2020, maar wordt beschuldigd van het centraliseren van macht, het controleren van de media en het negeren van corruptie.
De vrees is dan ook dat de benoeming van Brnabić neer zou kunnen komen op het spelen van mooi weer. Boban Stojanović, een politicoloog aan de universiteit van Belgrado, zegt dan ook:
‘Het probleem is dat het plaatje van de daadwerkelijke situatie rondom burger- en mensenrechten in Servië zo gemaskeerd wordt. De keuze voor een lid van de LGBT-gemeenschap als premier zal gebruikt worden als indicator van de staat van de mensenrechten, terwijl dat niet realistisch is.’