'NRC heeft een grote fout gemaakt door een mooie, kleurrijke stem als Anil Ramdas te amputeren'
Publicist Mohammed Benzakour gisterenavond tijdens de indrukwekkende herdenking van Anil Ramdas in de Balie: “NRC heeft een grote fout gemaakt door een mooie, kleurrijke stem als Anil Ramdas te amputeren.”
Waarop schrijver Asis Aynan later antwoordde: “Ik ben het bijna nooit eens met Mohammed Benzakour, maar deze keer heeft hij gewoon gelijk.”
Amen to that.
Het laatste grote stuk dat Anil Ramdas voor NRC schreef, was zijn essay “Nieuw gebrek graag”. Een paar dagen voordat het essay verscheen, ontmoette ik hem voor het eerst en voor het laatst toen ik te gast was in zijn programma Z. O. Z. Na afloop van het programma bleven we nog wat rondhangen om wat te drinken en te snaaien. Op een gegeven moment greep Ramdas zijn voorhoofd vast, zuchtte en zei: “Dat ze zoiets nog durven te maken!”
Hij bedoelde de multicultikomedie De President die hij een week daarvoor had gezien tijdens een persvoorstelling. Filmcriticus Dana Linssen beloonde de film met vier sterren, maar voor Ramdas was het een cinematografisch dieptepunt, een zielloze herhaling van alle clichés die we al kennen van Shouf Shouf Habibi.
In het essay dat hij naar aanleiding van De President schreef, haalde hij scherp uit naar de stereotiepe rollen die allochtonen altijd worden toebedeeld in Nederlandse komedies: “Een allochtoon is en blijft iemand met een mismaaktheid, en daarin verschilt Nederland van de rest van de wereld.”
En: “Khalid Boudou, Erik de Bruyn, medescenarioschrijver Marco van Geffen, de hele club van financiers en acteurs als Achmed Akkabi en Najib Amhali, ze hebben geen idee meer hoe Nederland eruitziet. Het gebrek dat migranten vroeger hadden, hun gebrekkige Nederlands, hun gebrekkige aspiraties, hun gebrekkige identiteit, al die gebreken zijn in de loop der jaren veranderd of zelfs verholpen. Het is als die figuur met geamputeerde armen en benen: vroeger kon hij nog wat verdienen door in een kooi te gaan zitten en kunstjes uit te halen met zijn lippen, schouders en heupen. Maar tegenwoordig worden deze figuren voorzien van slimme en nauwelijks van echt te onderscheiden prothesen en valt er niets meer te bewonderen. Ze lopen en werken, bijna als normale mensen.”
Twee weken geleden, een dag voordat zijn overlijden bekend zou worden, had ik het plan om de laatste multicultikomedie (Zombibi) te bezoeken, om te zien of Nederlandse filmwereld iets was opgeschoten in de portrettering van allochtonen. Hadden Ramdas’ klachten gehoor gevonden?
De film was een kwartier ver toen overduidelijk werd dat dit niet het geval is. Elke gekleurd personage dat voorbijkwam was een mismaakte zwakzinnige, een anachronistische circusattractie.
Je kunt alleen maar blij zijn dat deze film Ramdas bespaard is gebleven. Maar als hij er nog was, en hij had het aangedurfd de film te zien, dan was ik erg benieuwd wat hij er van had gevonden. Ik had dat graag gelezen in NRC.