Hoe ironie het racisme in de voetbalstadions kan verdrijven
De coach van ADO Den Haag, een zwarte man, stelde in de wedstrijd tegen Ajax van afgelopen zondag vijf zwarte spelers op. Hoe belachelijk is het dan om één zwarte speler van de tegenpartij, Riechedly Bazoer, racistisch te bejegenen door middel van oerwoudgeluiden en het bananenlied ?
De absurditeit zit echter niet zozeer in de inconsistentie van de niet zo snuggere ADO-supporters als in het gegeven dat die specifieke geluiden en liederen symbool staan voor racisme. De KNVB twitterde meteen: “Oerwoudgeluiden zijn vreselijk”. Hoewel ze die betekenis hebben, zijn ze als zodanig natuurlijk niet vreselijk; het zijn gewoonweg de geluiden die apen maken, onder andere in oerwouden.
Dani Alves, een Braziliaanse speler van FC Barcelona, pakte in april 2014 een naar hem toegeworpen banaan van het veld, pelde hem en at hem op, om vervolgens doodleuk een hoekschop te nemen (zie bovenstaand filmpje). Wat Alves snapte, is dat een banaan maar een banaan is, die je kunt opeten. Wat Alves als gelouterde verdediger begreep, is dat je je enkel moet verdedigen tegen een échte aanval en dat je je helemaal niet hoeft te verdedigen tegen een symbolische aanval. Je kunt dat type aanval namelijk vrij gemakkelijk onschadelijk maken door de angel, het symbool, eruit te trekken; en wat overblijft is geen stekende wesp meer maar een schattig geel-zwart, brommend vliegje. Dat is de ont-symboliserende kracht van de ironie, een kunst die sommige voetballers verrassend goed beheersen.
Zo beantwoordde Memphis Depay onlangs de vraag van Bert Maalderink “Wat doet die man met een hoed?” met: “Ja, wat doet een man met een hoed? Die zet die op.” Net zoals een man een banaan die voor zijn voeten wordt gegooid gewoon opeet. Het diepe inzicht is dat de onthulling van bananen als bananen en van hoeden als hoeden, iedere eraan gekoppelde betekenis betekenisloos maakt. En dan maar denken dat die voetballers zulke domme jongens zijn.
Wat betekent het in dit verband als oerwoudgeluiden worden geuit en opgevat als een belediging? Dat veronderstelt in ieder geval dat de belediger, de beledigde en degene die de belediging veroordeelt samenspannen tegen het wezen dat die geluiden voortbrengt: de aap. Ze profileren zich dus niet bepaald als dierenvriend. Want als de vergelijking met een aap beledigend is voor een mens, dan zegt dat natuurlijk wat over ons beeld van de aap. Maar laten we eerlijk zijn: een aap is gewoon – en ik kan dit punt niet genoeg benadrukken – een aap. Dus als wij zijn geluiden nabootsen, wat doen we dan eigenlijk? Dan spelen we voor aap. Als je die imitatie beledigend vindt, dan beledig je tegelijkertijd het geïmiteerde, wat toch vrij absurd is aangezien de aap niemand iets heeft aangedaan. Bovendien verloochen je je eigen afkomst, als je tenminste gelooft in de evolutie-theorie (arme Darwin, hij zou zich omdraaien in zijn graf).
Hetzelfde principe geldt voor het roepen van ‘ Je moeder is een hoer!’ Bazoer heeft wat dat betreft dubbel pech: hij is zwart en zijn achternaam rijmt mooi. Maar ook dan is de oorspronkelijke belediging niet gericht aan je moeder, maar aan vrouwen die hoer zijn.
Hoe kunnen we hier nou het beste op reageren? Ik heb een voorstel. Loop niet van het veld, blaas de wedstrijd niet af, maar negeer het ook niet door gewoon door te spelen. Wil je de daders te kijk zetten, neem het dan op ludieke wijze op voor de slachtoffers: de bananen, apen en hoeren. Spelers, doe voor de verandering eens een apendansje op het veld als er oerwoudgeluiden klinken. Publiek, zing dat bananenlied uit volle borst mee. Bestuur, nodig hoeren uit in het stadion; dan hebben de mannen bovendien ook nog wat te kijken als de bal voor de zoveelste keer terug op de keeper wordt gespeeld. Weg met die nutteloze bordjes ‘ Say no to racism’ , want welke racist laat zich daar nu door overtuigen?
Wat helpt zijn vuisten in de lucht van mensen die luidkeels ‘ Monkey Power!’ roepen, spandoeken met ‘ We love Bananas’ erop, een heel stadion omgetoverd tot oerwoud compleet met lianen waar supporters aan bungelen in een Tarzan-pakje. Die tevergeefs met één hand zwaaien naar de camera die maar niet op hen gericht wordt, terwijl als aap verklede clubmensen bananen uitdelen aan het publiek en ‘In the jungle, the mighty jungle!’ uit de speakers knalt. En de hoeren, die zetten we in het zonnetje, want door dat kamertje met die gordijnen komen maar weinig zonnestralen binnen. Een eerbetoon op z’n Van Gaals dan maar? ‘ Respect for the Horse!’
Dit schrijvende zie ik het al helemaal voor me dat wereldwijd dit soort acties worden gedaan in de stadions. Wat zou het toch prachtig zijn om zo de draak te steken met racisme en discriminatie.