Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Niet onze schuld

  •  
16-05-2024
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
6039 keer bekeken
  •  
ANP-448666367

Je moet heel trouw zijn aan jezelf om je te kunnen verweren tegen een stelsel dat erop gebouwd is om die zogenaamd linkse waarden af te breken.

De laatste tijd hoor ik veel mensen binnen linkse en progressieve kringen zeggen dat we een beetje zelfreflectie moeten tonen. Het is immers onze eigen schuld dat we de verkiezingen verloren hebben. Is dat eigenlijk wel zo? Ik vrees van niet.

De publieke opinie wordt gevormd door het publieke debat, dat zich van de rij voor de kassa van de supermarkt heeft verplaatst naar de opiniemakers op televisie en in de gedrukte media. Kortom, de publieke opinie wordt hevig beïnvloed door commerciële partijen die een belang hebben bij bepaalde berichtgeving, namelijk ophef en speculatie: ophef trekt de blik van het publiek en speculatie zorgt ervoor dat het publiek blijft lezen of kijken. Eerst wordt de lezer of kijker gelokt met een partijdig ingestoken krantenkop of lichtkrant, waarna opiniemakers eindeloze suggestieve vragen stellen zonder enige interesse in de antwoorden.

Objectieve journalistiek
De objectieve onderzoeksjournalistiek in Nederland kan dood verklaard worden. Rust in vrede, want in 2020 was zo’n tachtig procent van de gedrukte media in handen van DPG en Mediahuis, twee Vlaamse megacorporaties die o.a. eigenaar zijn van Trouw, De Volkskrant, Het Parool, Metro, NRC Handelsblad, De Telegraaf, Algemeen Dagblad, maar ook radiozenders als Q Music, Radio Veronica en zelfs websites zoals Dumpert, NU.nl, Tweakers, Independer en ga zo maar door. DPG heeft sinds vorig jaar zelfs de gehele RTL Group in Nederland in handen.
Onafhankelijke media zijn er nog maar weinig en waar ze bestaan moeten ze door donateurs overeind gehouden worden. Lange teksten over een journalistiek onderzoek dat corruptie blootlegt in één of andere organisatie worden nauwelijks nog gepubliceerd tenzij het gegarandeerd is om tot ophef te leiden. Ophef die dan wordt beantwoord met vooral heel veel vragen en heel weinig antwoorden, tot we weer het volgende onderwerp door de strot krijgen geduwd waar ophef over is. Dat alles zonder dat er oplossingen worden bedacht.

Het laatste bastion van de vrije pers, de publieke omroep, staat insgelijks onder enorme druk. De rechtse partijen zien de enige (doch geoorloofde) kritiek komen vanuit de publieke sector, omdat die als eerste ziet wat de gevolgen zijn van hun wanbeleid. Omdat de publieke omroepen worden gefinancierd door belastinggeld, is daar meer ruimte voor verregaande onderzoeken en diepgravende interviews in plaats van het jagen op ophef en speculatie: programma’s als Pointer, de Keuringsdienst van Waarde, RADAR, Zembla en noem maar op hebben een enorm goede reputatie als het gaat om het opsporen en blootleggen van zaken die niet kloppen, vaak binnen productieketens of bij corporaties (bedrijven) an sich. Het wegbezuinigen van deze instanties is dus in het voordeel van partijen die teren op het soort drek dat uit de snor van VI komt. Waar die afkorting precies voor staat weet overigens niemand meer: soms is de ophef dermate groot dat de presentator tijdelijk van omroep moet wisselen. Tijdelijk dan, want binnen DPG en Mediahuis valt altijd wel weer iets te regelen.

Big Tech
Ook de rol van Big Tech kunnen we niet uitwissen, want wie zorgt er eigenlijk voor dat we vandaag de dag veel langer voor een beeldscherm zitten dan twintig jaar geleden; zij het een televisie of een smartphone, een PC of een tablet? Verslavende algoritmen op sociale media zorgen er ook voor dat mensen langer blijven plakken en gebruiken daarvoor dezelfde middelen, namelijk ophef en speculatie: samenzweringstheorieën zijn de normaalste zaak van de wereld en creëren een ‘zij’ versus ‘wij’-narratief waarbij ‘de ander’ wordt weggezet als kwaadaardig en onmenselijk. In sommige gevallen wordt die ander zelfs letterlijk gedemoniseerd of wordt er gesproken over hagedis mensen. Er worden ‘alleen maar vragen gesteld,’ en de materie blijft te onbelicht om tot antwoorden te komen. Kijkers worden aan het lijntje gehouden en kijken dan nog maar een filmpje.

Big Tech verdrukt de gemeenschappen in onze maatschappij en vormt nieuwe gemeenschappen, de zogenaamde bubbels, van mensen die min of meer hetzelfde denken. Waar men vroeger op straat werd aangesproken op waanideeën zoals het bestaan van hagedismensen, zoeken we elkaar niet meer op - sterker nog, we gaan elkaar actief uit de weg. Een ‘buurt’ of ‘wijk’ is tegenwoordig niets meer dan een verzameling van huizen met bewoners die elkaars voornaam niet weten als het niet op een naambordje bij de deur staat. Wanneer we wel interactie hebben met andere mensen, is dat vaak online binnen een groep die onze ideeën of idealen niet alleen onderschrijft, maar vaak zelfs versterkt en helpt die uit te dragen. Zo helpen corporaties (bedrijven) als Facebook, Twitter (X) en TikTok actief mee aan de polarisatie van onze samenleving.

Big Tech ondermijnt het publieke debat op dezelfde manier als de media dat doen, maar dan met een schepje bovenop. Het maakte tot vrij kort geleden niet zoveel uit waar je naar keek op de televisie, welke krant je las of welke berichten op Facebook je volgde, je trof elkaar in ieder geval op straat of in de supermarkt. Het belangrijkste publieke debat is dat wat je voert buiten je eigen bubbel en zo’n wandeling naar de supermarkt was daar de perfecte gelegenheid voor. Je weet namelijk nooit wie je tegenkomt: misschien wel een buurvrouw die bij de Shell werkt als communicatieadviseur, of misschien de dochter van een andere buur die actief is bij Extinction Rebellion. Misschien iemand uit een ander stadsdeel, die alleen wat te drinken wilde kopen maar wel een heel interessant verhaal heeft over de manier waarop ze in hun wijk zwerfvuil aangepakt hebben, of misschien juist wel een vuilnisman die in de supermarkt is om iets te kopen voor zijn pauze. Ook de dakloze die voor de supermarkt staat met een straatkrant staat op je netvlies gebrand als je weer thuiskomt. Heb je vandaag een praatje met hem gemaakt of ben je hem uit de weg gegaan? Het maakt niet zoveel uit: je hebt hem gezien.

Individualisering
Ook daar heeft Big Tech iets op verzonnen, namelijk flitsbezorgers. Stel je even voor dat je ‘s avonds op de bank naar de televisie aan het kijken bent. We hebben eerder al toegelicht dat het niet zoveel uitmaakt of je naar Johan Derksen zit te kijken of naar RTL Boulevard, of naar Hart van Nederland, dus daar ben je vrij in. Je hebt trek in een snack, maar je hebt helaas niets meer in huis. Waar je een jaar of tien geleden naar de supermarkt zou moeten en dus misschien wel al die mensen tegen zou komen uit de vorige alinea, hoef je nu alleen maar op je smartphone een (één enkele!) zak chips te bestellen, en binnen no time wordt die bij je afgeleverd. Deze opinie is al te lang om stil te staan bij de werkomstandigheden van de bezorger, maar wees je bewust van het feit dat je sociale contacten van die dag weer beperkt blijven tot je eigen bubbel omdat je bijna niemand meer spreekt.

Van zelfscankassa’s tot polariserende algoritmes en van thuiswerkplekken tot het verdwijnen van objectieve nieuwsvoering, dit zijn allemaal ontwikkelingen die de individualisering van de Nederlander tot gevolg hebben. Individualisering, of beter gezegd, het verdwijnen van gemeenschappen, want dat is wat er gebeurt, zorgt ervoor dat we mensen die niet binnen onze bubbel vallen veel sneller zien als ‘de ander’ en niet als mens, als persoon. Als gemeenschappen verdwijnen, maken die plaats voor concepten: een vluchteling wordt dan een mogelijk gewelddadige gelukszoeker en een dakloos persoon wordt een armoedige uitkeringstrekker, of een demonstrerende student die opkomt voor hun idealen wordt een geprivilegieerde luiwammes die niet werken wil. Al deze vooroordelen komen voort uit een gebrek aan empathie, die weer voortkomt uit de manier waarop we vorm hebben gegeven aan onze samenleving.

Iedereen heeft baat bij een sterke gemeenschap van mensen die elkaar vertrouwen en die op elkaar kunnen bouwen. Dat zijn geen linkse waarden, maar een universele waarheid van het menselijk bestaan. De zin van het leven kun je vinden in de betrekkingen die je aangaat met andere mensen en de problemen die je met die vrienden en kennissen aan kunt pakken. Bedrijven (corporaties) zijn kille instituten die zwart-op-wit niets geven om onze betrekkingen of om de vormgeving van onze samenleving, zij willen vooral winst maken en dividend uitkeren aan hun aandeelhouders - buitenlandse investeerders die vaak op landgoederen wonen die groter zijn dan een heel Nederlands dorp. Zij zien ons niet als mens met behoeftes en dromen, maar als consument, aan wiens behoeftes ze kunnen verdienen en wiens dromen ze kunnen verhuren.

Als zo’n publieke opinie je dusdanig door je strot wordt geduwd door zo’n ellendig stelsel van monopolisten - van supermarkten tot mediaconglomeraten en van investeerders tot techbedrijven, dan moet je wel heel sterk in je schoenen staan om vast te houden aan je eigen normen en waarden. Dan moet je een ijzeren ruggengraat hebben om je staande te houden tussen allerlei polariserende media, die je proberen te overtuigen van een ‘wij’ tegen ‘zij’-mentaliteit. Je moet heel trouw zijn aan jezelf om je te kunnen verweren tegen een stelsel dat erop gebouwd is om die zogenaamd linkse waarden af te breken (ik zal ze maar even opsommen: compassie, medemenselijkheid, empathie, vertrouwen en solidariteit).

Al met al zijn er genoeg redenen aan te merken voor het verlies van ‘links’ bij de afgelopen verkiezingen, maar de aantijging dat het onszelf aan te rekenen is, werp ik verre van me.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.