Schoof pakt hem nog steeds met zijden handschoentjes aan
Direct na de plechtige herdenking in de synagoge op de Obrechtstraat begon Wilders zich te misdragen. Hij plaatste de gewraakte tweet: “Het land uit met dat tuig. En Halsema mag mee”. Dat bleek geen oprisping maar het begin van een campagne. In een van zijn zeldzame interviews voor de NOS verklaarde hij het ontslag van de Amsterdamse burgemeester te zullen eisen. Ook verscheen een nieuwe tweet:
“Ze hebben veel te lang het antisemitisme en de jodenhaat van extreem links en radicale allochtonen toegestaan in Nederland en collectief de andere kant op gekeken. Een burgemeester die toestaat dat antisemitische tuig mag demonstreren op de dag van de opening van het Holocaustmuseum in maart en tijdens de herdenking van de moord op onschuldige joden in Israël een jaar geleden is ongeschikt voor haar functie. Aftreden en wegwezen dus. Dat half bestuurlijk Nederland daar boos over wordt is irrelevant”.
Voor de leider van de grootste regeringspartij is een dergelijk gedrag niet acceptabel. Hij komt met loze en onware beschuldigingen. Hij eist het ontslag van een burgemeester die zich op 7 oktober vlekkeloos heeft gedragen. Daar is iedereen het over eens behalve deze schreeuwlelijk en zijn aanhang. Het is dan ook aan de minister-president om normerend op te treden zoals dat tegenwoordig heet. Hij verdient daarbij de krachtige ondersteuning van de Minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark want die gaat over de burgemeesters. Desgevraagd praatten zij er allebei om heen. Ze wrongen zich in honderd bochten om Wilders niet nog bozer te maken.
De beide ministers moesten door de Kamer min of meer gedwongen worden afstand te nemen van Wilders’ eis dat burgemeester Halsema moest worden ontslagen. Uitermark nam in dat kader zelfs het woord “ongepast” in de mond. Ze hielden de tweets daarbij bewust buiten de discussie. Wilders werd nog steeds met zijden handschoentjes aangepakt.
Er zijn twee wegen die een zelfbewust bewindspersoon rond een dergelijk incident met goed fatsoen kan bewandelen. Je maakt er weinig woorden aan vuil. Je verklaart tegen de media: “Een dergelijke woordkeus is beneden peil”. Dat is kort en duidelijk genoeg. Je kunt het ook anders aanpakken en laten merken dat je Wilders in zijn rol als twitteratus niet serieus neemt. Je zegt dan bijvoorbeeld het volgende: “Door de sociale media is een nieuwe variant ontstaan van het syndroom van Gilles de la Tourette. In het dagelijks leven gedragen de patiënten zich heel normaal maar zodra ze een iPhone te pakken hebben, gaan ze los. Niet alleen zij zelf maar vooral ook de omgeving moeten daarmee leren leven. Hier wil ik het bij laten”.
Kon je het bij deze constatering maar laten. Kon je dit wangedrag van Wilders maar afdoen als incident maar dat is het niet. Het gaat om iets structureels. Een man als Wilders láát zich niet inkapselen door hem te betrekken bij de regering. Integendeel, hij neemt de omgeving in zijn greep. De speelruimte van het kabinet wordt door hem bepaald. Hij geeft de grenzen aan. Met beledigende en onbehouwen uitingen zaait hij effectief angst onder zijn politieke bondgenoten, die over het algemeen te keurig zijn opgevoed om hem met gelijke munt terug te betalen. Zo krijgt de leider van een minderheid een onevenredig grote en onverdiende macht.
De aanhang van Wilders is blijkens de peilingen opgetogen over zijn manier van doen. Er wordt nog steeds gezegd dat zijn aanhang uit maatschappelijke bezorgdheid op hem stemt. Niets wijst daarop. Wat Wilders en zijn kiezers bindt, is rancune en verongelijktheid, het idee dat de anderen hen steeds slechte kaarten geven. Zij komen niet tot hun recht. Zij worden onvoldoende gewaardeerd. Dat komt niet door eigen onbeholpenheid maar door het valse spel van de elites, de buitenlanders, de asielzoekers. De achterban van Wilders brengt deze verongelijktheid op steeds agressiever wijze tot uiting, zoals in de nacht van dinsdag op woensdag bleek in Ugchelen op de Veluwe. Daar ontplofte een bom voor een school die de gemeente ondanks protest van de omwonenden tot opvang voor asielzoekers was bestemd. In de gemeente Terwolde (bij Deventer) wisten activisten de gemeenteraad zodanig te intimideren dat ze terugkwam om het voornemen een opvang voor asielzoekers toe te laten. Uit vrees voor incidenten sloot de burgemeester de publieke tribune. Dus jouwden en schreeuwden potige mannen voor de deur.
Het enige wat helpt, is een cordon sanitaire. Wij hebben te maken met een aanzienlijke minderheid aan rancuneuze kleinburgers. Zij gunnen mensen die anders denken of er anders uitzien dan zij, het licht in de ogen niet. Met hen is geen goed garen te spinnen. Ze zijn ook niet te overtuigen. In een beschaafde maatschappij past hen de zijlijn. Anders leggen zij hun wil op aan de meerderheid. Als je ze de vinger geeft, nemen ze de hele arm tot aan de oksel toe.
Dat laat hun leider Wilders gedurig zien. Helaas lopen er in politiek Den Haag teveel schijthuizen rond. Niet de premier maar hij is de normsteller. In Ugchelen blijkt wat daarvan komt.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin zeker nu de laatste putten toch niet dicht blijken. Tevens noem ik de PVV een extreemrechtse partij.
Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: de verharde verhoudingen in Nederland.