De uitspraken van Wopke Hoekstra, voorzitter van de klimaattop namens Azerbeidzjan, tijdens de uitzending van Buitenhof op zondag 17 november 2024, vestigen de aandacht op een bredere en diepere kwestie: de historische verantwoordelijkheid van Westerse landen voor de klimaatcrisis en de voortdurende exploitatie van landen in het mondiale Zuiden. Hoekstra ontkende beschuldigingen van neokolonialisme, maar erkende wel dat er ongelijkheid bestaat tussen rijke en arme landen. Deze erkenning blijft echter oppervlakkig, gezien de diepgewortelde machtsdynamiek die deze landen in hun huidige, kwetsbare positie heeft geplaatst.
De schaduwen van het koloniale verleden hangen nog steeds zwaar over de hedendaagse economische verhoudingen. Gedurende honderden jaren hebben Europese landen zoals Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, en Spanje hun rijkdom vergroot door massale exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen van Afrikaanse, Aziatische en Caribische landen. Dit was niet alleen een uitbuiting van de aarde, maar ook van de arbeidskrachten en gemeenschappen van deze landen. De schatten aan mineralen, olie, en andere grondstoffen werden geplunderd om de groei van de industriële revolutie te voeden, waardoor deze landen de gevolgen van verwoeste ecosystemen en armoede hebben moeten dragen.
Het koloniale verleden en de huidige klimaatcrisis
Afrika, in het bijzonder, werd systematisch beroofd van zijn rijkdommen zonder dat er sprake was van wederkerigheid. Deze plunderingen hebben eeuwenlang economische structuren vernietigd en sociale achterstanden gecreëerd die tot op de dag van vandaag voelbaar zijn. De landen die het minst hebben bijgedragen aan de opwarming van de aarde, worden nu geconfronteerd met de zwaarste gevolgen van klimaatverandering, zoals extreme droogtes, hittegolven en zeespiegelstijgingen. Westerse landen hebben de negatieve effecten van de industriële revolutie en hun eigen economische groei eenvoudigweg doorgeschoven naar deze regio's, die nu worstelen om zich aan te passen aan een snel veranderend klimaat.
Daarom is het belangrijk om kritisch te kijken naar de rol die Westerse landen spelen in de internationale klimaatpolitiek. Wanneer Hoekstra of andere Westerse leiders het hebben over samenwerking en solidariteit, moet men zich afvragen of deze woorden werkelijk worden ondersteund door daden. Er zijn genoeg voorbeelden waarin ontwikkelingslanden door rijke landen in een afhankelijkheidspositie zijn geduwd onder het mom van hulp en klimaatfinanciering.
De dubbele moraal van het Westen
Het neokoloniale karakter van het klimaatbeleid komt duidelijk naar voren in de oneerlijke machtsverdeling binnen internationale klimaatonderhandelingen. De landen die historisch verantwoordelijk zijn voor de meeste CO2-uitstoot, blijven controle houden over de fondsen en beleidslijnen die zogenaamd gericht zijn op het helpen van kwetsbare landen. Bovendien, terwijl er grote beloftes worden gedaan over klimaatfinanciering, blijft de daadwerkelijke uitbetaling vaak ver achter. Dit versterkt het gevoel bij veel ontwikkelingslanden dat zij opnieuw worden uitgebuit.
Naast het ontbreken van financiële toezeggingen, is er ook het probleem van eenzijdige beleidsvoorstellen vanuit het Westen die niet altijd aansluiten bij de realiteit van de ontwikkelingslanden. Terwijl Europa en Noord-Amerika zich richten op technologische innovaties en snelle transities naar groene energie, zijn veel landen in het mondiale Zuiden nog steeds afhankelijk van fossiele brandstoffen om aan de basisbehoeften van hun bevolking te voldoen. Deze afhankelijkheid is niet alleen het resultaat van hun eigen economische keuzes, maar is een direct gevolg van eeuwenlange koloniale onderontwikkeling.
Trots op Marokko’s rol in de klimaatstrijd
Tegen deze achtergrond is het bemoedigend om te zien dat sommige landen in het mondiale Zuiden, ondanks hun koloniale verleden, vooroplopen in de strijd tegen klimaatverandering. Als Marokkaan ben ik bijzonder trots op de leidende rol die Marokko speelt in de energietransitie en de inzet voor duurzame ontwikkeling. Het land heeft niet alleen geïnvesteerd in grootschalige zonne- en windenergieprojecten, maar het heeft ook een duidelijke visie om zichzelf te positioneren als een pionier in hernieuwbare energiebronnen.
Marokko heeft een pijnlijke geschiedenis van koloniale overheersing, met invloed van zowel Spanje, Frankrijk als Portugal, maar het land heeft bewezen dat het mogelijk is om op eigen kracht vooruitgang te boeken. Het Noor-zonne-energiecomplex in de Sahara is een voorbeeld van een baanbrekend project dat laat zien dat Afrikaanse landen niet alleen de slachtoffers van klimaatverandering zijn, maar ook de drijvende kracht kunnen zijn achter innovatieve oplossingen.
Marokko’s proactieve houding in de internationale klimaatdiscussies en zijn praktische inspanningen om een duurzame economie te bouwen, laten zien dat rechtvaardige klimaatoplossingen mogelijk zijn – mits er sprake is van politieke wil en visie. Dit maakt het des te schrijnender dat veel rijke landen, die hun welvaart hebben gebaseerd op de exploitatie van landen zoals Marokko, er niet in slagen om een eerlijk deel van de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de wereldwijde klimaatcrisis.
De rol van niet Europese economische grootmachten
Hoewel de meeste verantwoordelijkheid voor de klimaatcrisis bij de Westerse landen ligt, mogen we de impact van opkomende economieën zoals China en India niet negeren. China is momenteel de grootste uitstoter van broeikasgassen en investeert nog steeds zwaar in kolenprojecten, zowel binnen als buiten zijn grenzen. Ook zij profiteren van de grondstoffen van Afrikaanse en Aziatische landen, wat leidt tot nieuwe vormen van exploitatie. Dit laat zien dat de strijd tegen klimaatverandering geen louter Westen-tegen-de-rest-kwestie is, maar een mondiale uitdaging waarin alle grote economieën hun steentje moeten bijdragen.
Conclusie: Naar een eerlijke klimaattransitie
De uitspraken van Hoekstra en andere Westerse leiders onderstrepen een pijnlijk gebrek aan historisch besef. Het feit dat veel landen in het mondiale Zuiden beschuldigingen van neokolonialisme uiten, is niet zomaar een politiek spel. Het weerspiegelt de reële ervaringen van landen die nog steeds worstelen met de gevolgen van honderden jaren van uitbuiting en onderontwikkeling. Een oprechte klimaatrechtvaardigheid vereist dat Westerse landen niet alleen hun verantwoordelijkheid erkennen, maar ook echte stappen ondernemen om de schade die zij hebben veroorzaakt te herstellen.
De toekomst van de planeet hangt af van een eerlijke en inclusieve aanpak, waarin landen zoals Marokko worden gesteund in hun leiderschap op het gebied van duurzame energie, en waarin de rijke landen hun historische plicht serieus nemen. De tijd van loze beloften moet voorbij zijn – we hebben nu behoefte aan daden die zowel het milieu als de wereldwijde gelijkheid herstellen.