Curaçao wil dat Nederland helpt bij het opheffen van de sancties tegen Venezuela. Daartoe deed de Curaçaose politicus Amerigo Thodé, leider van de grootste fractie in het Curaçaose parlement, donderdag een oproep. Hij deed dat in Den Haag tijdens de opening van een vijfdaags overleg tussen delegaties van de parlementen van Nederland, Curaçao, Aruba en Sint-Maarten (IPKO). Thodé is voorzitter van de commissie Koninkrijksrelaties van het Curaçaose parlement.
Het ernstig verarmde Curaçao heeft begin april voor het eerst sinds vier jaar de lucht- en zeegrenzen met Venezuela geopend. De twee landen liggen op 75 kilometer afstand van elkaar en kennen een eeuwenlange handelstraditie. Het voortzetten van die traditie is momenteel zeer lastig als gevolg van de sancties die de Europese Unie Venezuela heeft opgelegd in 2019 vanwege de 'voortdurende politieke, economische, sociale en humanitaire crisis’ in het land. Veel landen in de EU, waaronder Nederland, erkennen de gekozen Venezolaanse president Nicolas Maduro niet vanwege fraude bij de presidentsverkiezingen.
Thodé zei in Den Haag dat Amerika ook sancties heeft opgelegd aan Venezuela, maar tegelijkertijd toch zaken doet voor olieprojecten. Hij vraagt nu om steun van Nederland, dat 8.000 kilometer verderop ligt en verantwoordelijk is voor het buitenlandbeleid van het hele Koninkrijk, om handelsrelaties toe te staan.
"Als u ons niet direct kunt helpen, vragen wij u ons niet in de weg te staan", zo zegt Thodé. Sinds de grenzen begin april zijn opengegaan, zijn er weer Venezolaanse bootjes met groente en fruit in de haven van Curaçao. Voor een verdere economische groei van Curaçao is meer handel met Venezuela noodzakelijk, aldus Thodé.