Niemand op het eiland heeft Breemhaar gevraagd om plantage Bolivia kaal te schuiven en er 1.900 huizen te bouwen.
Kolonialisme is het verschijnsel dat landen (meestal van West-Europese origine) overzeese gebieden en de bevolking in die gebieden overheersen uit economische, strategische en/of politieke overwegingen met de bedoeling eraan te verdienen en/of belangen te beschermen. Nederland was vanaf de 17e tot ver in de 20e eeuw bezitter van grote overzeese gebieden: Nederlands-Indië, Suriname en de kolonie Curaçao. Nederland schiep de voorwaarden, de handel waarmee veel geld werd verdiend werd overgelaten aan bedrijven en/of particulieren die daarbij op grote schaal gebruik maakten van tot slaaf gemaakte Afrikanen. Nederland heeft zijn tegenwoordige rijkdom voor een groot deel te danken aan zijn koloniale verleden.
Laten we tegen deze achtergrond de situatie met betrekking tot plantage Bolivia op Bonaire eens beschouwen. Het gebied ligt in het noordoosten van het eiland, is circa 3.000 hectare groot, vormt10% van het eiland, waarbij de kustlijn van 15 km grenst aan thans nog ongerept koraalrif. De bestemming van het gebied is ‘open landschap’, om het open landschap en de landschappelijke en natuurwaarden te behouden voor nu en toekomstige generaties. Er mag dus niet gebouwd worden.
De plantage wordt eind 2019 voor 12 miljoen Amerikaanse dollars gekocht door de Nederlandse Quote 500-miljonair Breemhaar. Snel blijkt dat Breemhaar eigenlijk niet weet wát hij gekocht heeft. In een interview met De Telegraaf begin 2020 noemt hij zijn aankoop ‘een kaalgevreten bende’. Hij weet niet dat hij eigenaar is van het grootste droog tropisch bos van de Antilliaanse eilanden, dat o.a. door de Wageningen Universiteit wordt beoordeeld als een ecologisch waardevol gebied met een uniek landschap. Hij weet dus niet wát hij heeft gekocht, maar hij weet wel wát hij er mee wil doen: veel geld verdienen door het gebied te ‘ontwikkelen’. Een eufemisme voor op de schop nemen, kaal schuiven en volbouwen. Hij wil er 100 miljoen aan overhouden vertrouwt hij iemand toe. Dat blijkt ook wel als hij een bod van 24 miljoen van een Amerikaan, die het natuur wil laten, afslaat.
Breemhaar weet de politiek verantwoordelijke gedeputeerde te overtuigen van zijn bedoelingen. Dat doet hij door een plan te presenteren waarvan hij weet dat het in goede aarde zal vallen. Met sociale woningbouw, natuurontwikkeling, fietspaden, herstel van vegetatie en agrarische activiteiten. Het plan zit echter vol onnauwkeurigheden en bevat ook onwaarheden. Een voorbeeld is zijn bewering dat hij 10% van het gebied gaat bebouwen en dat 90% natuurgebied blijft. De bestuurders tuinen erin en de gezaghebber tekent in februari 2022 zelfs een intentieovereenkomst met Breemhaar. Twee jaar eerder verklaart diezelfde gezaghebber in een interview met Trouw dat hij zich zorgen maakt over het evenwicht tussen economie en natuur op het eiland en hij noemt daarbij expliciet ‘ontwikkelaars die plannen maken om open gebieden te bebouwen.’ Wat de mening van de gezaghebber heeft doen veranderen? Wie het weet mag het zeggen.
Wat Breemhaar werkelijk wil blijkt in april 2022. We weten de hand te leggen op een woningbouwonderzoek dat in zijn opdracht al in september 2021 is gerapporteerd en geheim is gehouden. Daarin staat dat hij 700 hectare van de ontwikkelbare 1.900 hectare gaat ontwikkelen (bijna 37%!) door er 1.900 woningen te bouwen in het midden- en hoge prijssegment. Bovendien blijkt dat de ecologische hoofdstructuur (corridor) van het eiland gaat worden vernietigd en dat hij woningen wil bouwen boven de grotten van Spelonk en Roshikiri waarin tekeningen van de eerste bewoners van het eiland bewaard zijn gebleven. De sociale woningbouw is verdwenen en over natuurherstel en –behoud is geen woord meer te vinden.
Niemand op het eiland heeft Breemhaar gevraagd om plantage Bolivia kaal te schuiven en er 1.900 huizen te bouwen. De ontwikkeling van het gebied is ook niet nodig blijkt uit het (concept) Ruimtelijk Ontwikkelplan. Er zijn voldoende locaties op het eiland die geschikt zijn voor nieuwe woningen om, rekening houdende met de bevolkingsgroei tot 2050, in de woningbehoefte te voorzien. En toch zet Breemhaar zijn plannen door en manipuleert hij met glimmende folders, gladde praatjes, vanuit Nederland ingevlogen stedenbouwkundigen (en misschien ook wel enige zilverlingen) het bestuur en de eilandsraadleden in de richting van zijn plannen op weg naar een bestemmingswijziging.
Breemhaar koopt voor een appel en een ei bijna 3.000 hectare ‘open landschap’ op een eiland 8.000 kilometer verwijderd van zijn West-Europese woonplaats. Hij ziet zijn kans schoon heel veel geld te verdienen door het grootste droog tropisch op de Antilliaanse eilanden te vernielen, er bijna 2.000 woningen te bouwen waar niemand om heeft gevraagd en die door rijke Amerikanen en Europeanen zullen worden gekocht omdat ze voor de gemiddelde Bonairiaan te duur zijn. Als dat geen neokolonialisme is?
Natuur is de enige ‘rijkdom’ die Bonaire heeft, de basis van de toeristeneconomie en Bonaire onderscheidt van andere eilanden. Kortom, zonder natuur geen toeristen, geen inkomen voor nu en toekomstige generaties. Kunnen we voorkomen dat de toekomst van Bonaire wordt gekolonialiseerd? Zeker! Allereerst zijn de bestuurders van het eiland en de leden van de eilandsraad aan zet. Zij kunnen het veranderen van de bestemming naar woningbouw blokkeren door er niet aan mee te werken. Hopelijk zijn ze zich ervan bewust dat er begin volgend jaar verkiezingen zijn en dat Bolivia wel eens een heel belangrijke rol kan gaan spelen. Maar ook het parlement in Den Haag heeft de mogelijkheid de natuur op Plantage Bolivia te beschermen en de plannen van Breemhaar te stoppen. Natuur en milieu vertegenwoordigen namelijk een bovenlokaal belang en dat maakt, naast de verplichtingen uit diverse verdragen, de Europees Nederlandse overheid verantwoordelijk voor de bescherming daarvan. Kortom, verantwoordelijk dat voldoende natuur- en recreatieruimte worden veiliggesteld in overeenstemming met de toekomstige omvang van de bevolking.
De belangrijkste vraag die we onszelf moeten stellen is: zijn wij goede voorouders? Hoe willen we dat toekomstige generaties op ons terugkijken?