Premier Rutte heeft namens het kabinet excuses aangeboden voor het slavernijverleden. Hij deed dat maandagmiddag in een toespraak in het Nationaal Archief in Den Haag, waar hij onomwonden erkende dat Nederlandse Staat historische verantwoordelijkheid draagt voor dat verleden en voor de doorwerking ervan tot op de dag van vandaag:
‘Eeuwenlang hebben de Nederlandse staat en zijn vertegenwoordigers slavernij mogelijk gemaakt, gestimuleerd in stand gehouden en ervan geprofiteerd. Te weinig hebben opeenvolgende Nederlandse regeringen na 1863 gezien en erkend dat het Nederlandse slavernijverleden een negatieve doorwerking had en heeft. Daarvoor bied ik namens de regering excuses aan.'
Even daarvoor had Rutte toegegeven zelf ook van inzicht te zijn veranderd over die excuses. 'Lange tijd dacht ik dat het niet goed mogelijk was om op een betekenisvolle manier verantwoordelijkheid te nemen voor iets dat zo lang geleden is en waar niemand van onszelf bij is geweest', aldus Rutte die zei dat hij inmiddels inziet dat hij het mis had.
‘We doen dit niet om schoon schip te maken, niet om het verleden af te sluiten’, aldus Rutte. ‘We doen dit om samen de weg vooruit te vinden. We delen niet alleen het verleden, maar ook de toekomst. Dus zetten we vandaag een komma, geen punt.’ De erkenning en excuses dienen volgens Rutte als startpunt van het herdenkingsjaar 2023. Bij de Keti Koti-herdenking op 1 juli van volgend jaar zal ook koning Willem-Alexander aanwezig zijn. Of hij ook het woord zal nemen, is niet duidelijk.
Eerder:
Maandagmiddag houdt Mark Rutte een toespraak over het slavernijverleden. Hij doet dat om 15:00 uur in het Nationaal Archief in Den Haag. De verwachting is dat de premier namens de Nederlandse Staat excuses zal aanbieden voor het slavernijverleden, ondanks de weerstand hiertegen bij verschillende belangengroepen van nazaten van tot slaaf gemaakten over het gekozen tijdstip. Tegelijkertijd zijn zeven andere bewindslieden aanwezig in Suriname en het Caribisch gebied.
Het AD somt op:
Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) gaat naar Aruba, minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) naar Bonaire, staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Koninkrijksrelaties) naar Curaçao, staatssecretaris Marnix van Rij (Financiën) naar Sint-Eustatius, staatssecretaris Maarten van Ooijen (Welzijn) naar Saba, minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid) naar Sint-Maarten en minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) is in de Surinaamse hoofdstad Paramaribo. Zij volgen Rutte's speech via een livestream.
Vooral de komst van Weerwind naar Paramaribo oogstte veel kritiek, zowel in Suriname als in Nederland. Het viel slecht dat uitgerekend de enige nazaat van tot slaaf gemaakten in het kabinet werd afgevaardigd om namens de Staat excuses aan te bieden voor de slavernij. Wat Weerwind in Suriname te vertellen heeft is nog niet duidelijk, wel liet hij zelf al weten in elk geval geen excuses te zullen maken. Hij spreekt over het “creëren van een betekenisvol moment”.
Ook over de toespraak van Mark Rutte zelf is nog altijd veel onduidelijk. Zowel hij als vicepremier Sigrid Kaag hebben, evenals Weerwind, alleen nog gesproken van een betekenisvol moment. De toespraak in Den Haag is de uitkomst van het rapport Ketenen van het verleden’ dat in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken is opgesteld over het Nederlandse slavernijverleden en hoe dit heeft doorgewerkt op de generaties daarna. De NOS schrijft:
De adviescommissie doet in het rapport een fors aantal aanbevelingen. Er staat dat Nederland zou moeten erkennen dat de slavernij en slavenhandel misdrijven tegen de menselijkheid waren en dat de gevolgen nog altijd voelbaar zijn. Ook moet het kabinet volgens de commissie opdracht geven voor een nationaal onderzoek naar het slavernijverleden en moet van 1 juli [afschaffing slavernij vond plaats op 1 juli 1863, red.] een nationale herdenkingsdag worden gemaakt.
Sinds eind november uitlekte dat het kabinet van plan is excuses aan te bieden, is er veel kritiek op de wijze waarop dit gebeurt. Het kabinet heeft eenzijdig gekozen voor 19 december, zonder daarbij de gesprekspartners te hebben geraadpleegd. Volgens bronnen in Den Haag is voor deze datum gekozen enerzijds omdat het aan de vooravond is van herdenkingsjaar 2023, 150 jaar na de werkelijke afschaffing. Anderzijds zou het kabinet rekening houden met een dusdanig onzekere politieke situatie, dat niet met zekerheid te zeggen is dat ditzelfde kabinet er volgend jaar nog zit. Een nieuw kabinet zou in dat geval mogelijk helemaal geen excuses willen aanbieden.
Sint Maarten liet dit weekend weten excuses die eventueel maandag gemaakt worden te zullen afwijzen. "We hebben duidelijk gemaakt dat we geen excuses accepteren voordat onze adviescommissie daarover overleg heeft gehad en we als land een discussie hebben gevoerd", aldus premier Jacobs.
Als officiële datum voor het afschaffen van de slavernij geldt 1 juli 1863, Keti Koti. In werkelijkheid werden tot slaaf gemaakten na die datum nog tien jaar lang gedwongen door te werken op de plantages als schadeloosstelling voor de plantagehouders. Pas in 1873 waren zij werkelijk vrij.