De software van Palantir koppelt grote hoeveelheden data over personen aan onder meer verkeersgegevens, beelden van beveiligingscamera’s en naar aan te nemen valt zelfs portretbeelden die via sociale media worden vergaard
Onder de omstandigheden van de pandemie is vertrouwen tussen burger en overheid essentieel. Dat valt sowieso niet mee, maar wanneer bij de bestrijding van Covid betrokken overheidsorganisaties in zee gaan met een controversiële onderneming wordt het nog lastiger. Helaas is dat precies wat er gebeurd is.
Zes veiligheidsregio’s in Zuid-Nederland, die samenwerken onder de naam Fieldlab Zuid6 , zijn in het kader van een experimentele benadering van pandemiebestrijding tot een overeenkomst gekomen met Palantir, een Amerikaanse producent van software voor de analyse van big data. Dat is zorgwekkend, want Palantir wordt niet alleen gebrek aan transparantie verweten, maar ook betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen. Bovendien is de oprichter ervan een antidemocraat die tegen extreemrechts aan schuurt.
Die oprichter is de miljardair, libertariër en venture capitalist Peter Thiel. Hij behoorde in 1998 tot de oprichters van het internetbetalingssysteem Paypal. Na de verkoop daarvan in 2002 aan Ebay, investeerde Thiel zijn winst onder andere in Facebook, waar hij de eerste externe investeerder werd.
Thiel is uiterst rechts. In 2016 leverde hij een bijdrage aan de verkiezingskas van Donald J.Trump, om later toe te treden tot diens transition team. Thiel weet zich daarnaast omringd door regelrechte griezels. Een naaste medewerker van hem werkte samen met notoire rechtsextremisten en financierde een feest waar een Trump-freak een bad nam in varkensbloed.
Thiels Founders Fund verstrekte subsidie aan een onderneming waarvan de oprichter mensenrechten en democratie verwerpt. Staat niet op zich, want Thiel sprak zich zelf ook uit tegen democratie. In het in 2009 op de website van het libertarische Cato Institute verschenen essay The Education of a Libertarian schreef hij: ‘ Most importantly, I no longer believe that freedom and democracy are compatible.’ Twaalf jaar geleden, maar Thiel kwam er nooit op terug.
Palantir Gotham De controverse rond Thiel zet zich voort in het door hem opgerichte Palantir. De venture arm van de CIA In-Q-Tel was de eerste investeerder en bemoeide zich vervolgens, evenals de andere inlichtingendienst NSA, met de ontwikkeling van Palantirs software. Tegenwoordig zijn de CIA en de NSA klanten van Palantir, naast talloze andere inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
De software van Palantir koppelt grote hoeveelheden data over personen aan onder meer verkeersgegevens, beelden van beveiligingscamera’s en naar aan te nemen valt zelfs portretbeelden die via sociale media worden vergaard. Daarmee pretendeert de softwareontwikkelaar niet alleen misdaden op te lossen, maar ook te kunnen voorspellen. Dat wordt bereikt met voorspellende algoritmes, een gebied waarin Palantir voorop loopt.
Deze innovatieve benadering van misdaadbestrijding verklaart de interesse van politiediensten in Palantir Gotham , de op veiligheidsindustrie gerichte tak van de onderneming. Daarmee bevindt Palantir zich op wankele voet met het recht op privacy. De onderneming spreekt dat tegen, maar ieder contract met Palantir kent een clausule waarin de onderneming zich het recht toe-eigent om data over burgers te gebruiken voor ‘ontwikkelingsdoeleinden’. Bovendien is Palantir volgens de Foreign Intelligence Surveillance Act in de VS verplicht om data te delen met Amerikaanse inlichtingendiensten. Kortom, rijd rond in een stad waar de politie Gotham software gebruikt en niet alleen Palantir kan het weten, maar ook de CIA en de NSA.
In 2018 kwam Palantir in opspraak naar aanleiding van banden met Cambridge Analytica, de data mining onderneming die langs illegale weg gegevens van 87 miljoen Facebookgebruikers vergaarde om die in te zetten bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 en het Brexit-referendum hetzelfde jaar. Zonder dat er sprake was van een officiële connectie onderhielden Palantir en Cambridge Analytica regelmatig contact en deelden ze een medewerker. Volgens de voormalige medewerker van Cambridge Analytica en latere klokkenluider Christopher Wylie was deze medewerker betrokken bij de ontwikkeling van een app om data van Facebookgebruikers te oogsten. Facebook-baas Mark Zuckerberg werd wit om zijn neus toen hij tijdens een senate hearing vragen kreeg over Palantir.
ICE In de VS levert Palantir software aan de beruchte Immigration and Customs Enforcement (ICE). Daarmee verbond de onderneming zich aan razzia’s door ICE op ongedocumenteerde immigranten. En daarmee aan de mensenrechtenschendingen die daarmee gepaard gaan, zoals in kooien opgesloten kinderen. Dit kwam Palantir op kritiek te staan van Amnesty International. In het rapport Failing To Do Right verwijt Amnesty het bedrijf Palantir de medeverantwoordelijkheid aan mensenrechtenschendingen te bagatelliseren.
Racisme dan: tussen de bedrijven werd Palantir beschuldigd van discriminatie van Aziaten , als gevolg waarvan de onderneming gedwongen werd tot een schikking ter waarde van 1,7 miljoen dollar.
Negatieve publiciteit als gevolg van dergelijke feiten kon niet verhinderen dat Palantir een belangrijke speler is geworden in de markt voor elektronische beveiligingssystemen. Begin april werd nog een contract getekend van bijna 90 miljoen dollar met de National Nuclear Security Administration (NNSA). Deze voor het beheer en de beveiliging van het Amerikaanse kernwapenarsenaal verantwoordelijke instantie nam Palantir in de arm om datastromen gericht op veiligheid te verbeteren.
Europol De groei van Palantir impliceert uitbreiding naar Europa. Politiediensten in diverse Europese landen gebruiken Palantir-software. Ook Europol doet dat zeker sinds 2016, zo stelt het Nederlandse Europarlementslid Sophie in ’t Veld. Evenals in het geval van Cambridge Analytica valt de uitwisseling van medewerkers op. Volgens in ’t Veld verhuisde minstens een analist van Europol naar Palantir; om na anderhalf jaar als data protectionist specialist terug te keren naar Europol.
De Europese Commissie heeft volgens In ’t Veld lang ontkend dat Palantir iets van doen heeft met Justitie en Binnenlandse Zaken in Europa. Die geheimzinnigheid rond Palantir kent men in de VS al langer. In 2012 ging de politie van New Orleans een overeenkomst aan met de controversiële softwareontwikkelaar waar alleen de burgemeester van op de hoogte was. Het stadsbestuur wist van niets, wat uiteindelijk tot het einde van de samenwerking met Palantir leidde.
Pandemie De pandemie opende een nieuwe markt voor Palantir. In de strijd tegen Covid gebruikt de Amerikaanse overheid sinds vorig jaar Palantir ‘Foundry’ software, waarmee onder andere besmettingshaarden kunnen worden voorspeld. Zorgen over privacy waren wederom het gevolg.
Ook het Britse National Health System (NHS) ging overstag voor Palantir. De politieke website Open Democracy en de tech-justice groep Foxglove waren verontwaardigd over het gebrek aan transparantie rond dit besluit en begonnen een proces tegen de overheid. Die gaf toe en garandeerde dat Palantir geen gebruik zou maken van NHS-data voor doeleinden los van de pandemie. Het kan dus zeker vruchten afwerpen om te procederen tegen regeringen die besluiten om met Palantir te werken.
Via de overeenkomst met Fieldlab Zuid6 is Palantir ook in Nederland bij de bestrijding van de pandemie betrokken geraakt. Als er een prijs voor gebrek aan transparantie bestond dan zou die hier op z’n plaats zijn, want er is vrijwel niets over te vinden. De media zijn er stilzwijgend over. Dat wil zeggen, in Nederland, want in het op 2 april jl. in The Guardian verschenen artikel Seeing Stones: pandemic reveals Palantir’s troubling reach in Europe stond de volgende zin: The company has also been contracted as part of the Netherlands’ Covid respons. Met daarbij een link naar Palantir Blogspot van 19 februari over de samenwerking met Fieldlab Zuid6.
Den Haag
In Den Haag blijft het al even stil als in de Nederlandse media. Een ruime week voor het verschijnen van dit artikel ontvingen de veiligheidsspecialisten van vier partijen in de Tweede Kamer een bericht over de deal tussen Fieldlab Zuid6 en Palantir. Een antwoord bleef uit. Terwijl deze kwestie schreeuwt om Kamervragen. Niet alleen vanwege de risico’s voor privacy, maar ook om te zien of de regels omtrent aanbestedingen zijn gevolgd.
Het is nauwelijks voorstelbaar dat Fieldlab Zuid6 onbekend is met de belabberde reputatie van Palantir. Hadden de zes veiligheidsregio’s er daarom niet beter aan gedaan om te kiezen voor een Europese softwareontwikkelaar? Onmogelijk helaas, want door de achterstand van Europa op de VS op het gebied van cybertechnologie is er geen Europees alternatief voor Palantir-software. Sophie in ’t Veld herkent het probleem: ‘ If the EU or its Member States feel like they are dependent on a problematic company like Palantir, then that is a telltale sign of an addiction to US tech corporations and their position on privacy. Let’s kick the habit and make choices in line with our values and geopolitical ambition.’
Wat in ’t Veld schreef sluit aan bij een initiatief om, onder de naam GAIA-X , de Europese afhankelijkheid van Amerikaanse tech bedrijven te beperken. Maar wie meldde zich daar als eerste partner? Jawel, Palantir. Daar waren bedenkingen over, maar toch werd de door Peter Thiel opgerichte onderneming toegelaten tot GAIA-X. Het illustreert hoe lastig het is om Palantir buiten de deur te houden.
Wat hoe dan ook blijft is dat in Nederland de rode loper is uitgerold voor een onderneming die in opspraak kwam wegens een nijpend gebrek aan transparantie, mensenrechtenschendingen, racisme en (via de oprichter) banden met extreemrechts.