De Nederlandse overheid onderschat het gevaar van extreemrechts geweld, zoals dat begin dit jaar in de VS was te zien bij de bestorming van het Capitool. Dat verklaren deskundigen tegenover Zembla.
Politicoloog Cas Mudde, hoogleraar aan de Universiteit van Georgia in de Verenigde Staten, noemt de houding tegenover rechtsextremisten ‘laks’. Hij wijst op de gewelddadigheden die in 2015 uitbraken in Geldermalsen toen er plannen waren om in de gemeente een asielzoekerscentrum te openen. Relschoppers bestormden de raadszaal, die in allerijl ontruimd moest worden.
“Het was een enorme explosie van geweld en dreiging met geweld ten aanzien van AZC’s, ten aanzien van ambtenaren en politici die vluchtelingen steunden.” Ten onrechte werden geweld, intimidatie en vandalisme door politici ‘goedgepraat’, zegt Mudde. “Het werd nooit gezien als politiek geweld of terrorisme.”
Ook roept Mudde in herinnering dat geradicaliseerde boeren in 2019 met een tractor de deur van het provinciehuis in Groningen openbraken. Binnen gingen boeren op de vuist met de politie, buiten hingen zij een strop op. Ook intimideerden boeren politici. In Noord-Brabant viel na bedreigingen het provinciebestuur uit elkaar.
“Het feit dat de meeste politici er heel normaal mee omgaan creëert een soort situatie waarin heel veel boeren het idee hebben: ‘wij mogen dit’”, meent Mudde. “Als je ze nu niet stopt, dan zal de volgende demonstratie radicaler zijn. En dat is eigenlijk wat ik zie in Nederland: de potentie van geweld.”