Bij een bombardement door Nederlandse F-16’s op de Iraakse stad Mosoel zijn in 2016 ten minste zeven burgerdoden gevallen. Dat blijkt uit onderzoek door de NOS, Nieuwsuur en NRC. Minister van Defensie Kajsa Ollongren (D66) heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat haar ministerie onderzoek gaat doen naar de luchtaanval.
Op 22 maart 2016 voerde de Nederlandse gevechtsvliegtuigen een aanval uit op een wooncomplex van de universiteit in Mosoel. Daafrbij werden twee universiteitsmedewerkers en vijf van hun familieleden gedood. Defensie was in de veronderstelling dat het om een hoofdkwartier van Islamitische Staat ging. Een van de doden was een meisje van drie jaar oud.
Dat Nederland tot nu toe in de veronderstelling verkeerde dat er bij die aanval geen burgerdoden zijn gevallen, is omdat blind werd vertrouwd op een onderzoek van het Amerikaanse hoofdkwartier Centcom. Dat beoordeelde in 2017 op basis van videobeelden dat burgerdoden onwaarschijnlijk waren. Al in 2018 concludeerden de Amerikanen dat er op de werkwijze van Centcom bij het beoordelen van aanvallen heel wat aan te merken viel.
Minister Ollongren heeft nu alle data en tijdstippen van Nederlandse bombardementen tussen 2014 en 2018 vrijgegeven, zoals de Kamer had gevraagd. Op deze manier kan worden onderzocht bij welke incidenten Nederland nog meer betrokken was.
Dat er nu ten minste nog een geval van door Nederland veroorzaakte burgerdoden is, ligt gevoelig. In 2019 bleek al dat bij een Nederlandse aanval op Hawija meer dan zeventig burgers waren gedood en zeker vier bij een bombardement in Mosoel. Over de aanval op Hawija werd de Kamer door toenmalig minister Hennis (VVD) in eerste instantie verkeerd voorgelicht. Dat leidde destijds niet tot haar aftreden, dat gebeurde pas toen bij een ongeluk in Mali twee Nederlandse militairen om het leven kwamen.