Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Nederland moet meer doen met landen waar veel van zijn burgers familie hebben

  •  
31-05-2021
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
84 keer bekeken
  •  
50671883066_f79ec75965_c

© cc-foto: Ministerie van Buitenlandse Zaken

Sinds wij een polyglotte, multi-etnische samenleving zijn geworden, telt Nederland veel burgers, wier familienetwerken zich ook over andere landen uitstrekken
Dezer dagen zijn een heleboel gasten die vinden dat zij in het Haagse wat voorstellen of zouden moeten voorstellen, het formatieproces aan het beïnvloeden. Althans dat denken ze. Ze publiceren onderzoeken, ze sturen “brandbrieven’’, die dan op het Journaal worden genoemd. Zij geven op de manier van Sywert van Lienden stukken mee aan een of ander Kamerlid. Onze Syw gebruikte de aanhef: “Geachte minister president, beste Mark”, of woorden van gelijke strekking om te laten zien dat hij minimaal rond de inner circle heen draaide. Misschien zou ik ook iets kunnen doen met mijn belangrijke plan over een aanpassing in het buitenlands beleid. “Geachte mevrouw Hamer, beste Mariëtte”.
Voor het verraad van Diederik Samsom was ik lid van de PvdA. In die tijden hadden “onze” Kamerleden de opdracht om de afdelingen in hun regio regelmatig bij te praten. Mariëtte Hamer, Maassluizer, verscheen nu en dan in Schiedam om het een en ander te vertellen over haar werk en de gang van zaken in Den Haag. Het liep nooit storm als zij kwam. De leden hadden alle tijd om vragen te stellen en het ging er heel informeel aan toe. “Geachte mevrouw Hamer, beste Mariëtte, U zult het ongetwijfeld vergeten zijn, maar we kennen elkaar uit Schiedam. Ik herinner me nog goed Uw geestige en poignante analyses van de toenmalige politiek en….”
Ik kan ook normáál doen natuurlijk. Gewoon een stuk schrijven met een begin, een midden en een eind. Tenslotte zullen al die brandbrieven en communicaties aan de informateur gewoon een plaatsje vinden in het ronde archief. Allemaal nep en dikdoenerij. Vooruit dan….
Wij vormen een klein land met een grote economie. Om tal van redenen hebben we daar nooit een passend militair apparaat bij opgebouwd zoals de Duitsers, de Fransen en de Engelsen wel deden. Daarom zijn vrede en vrijhandel voor Nederland van eminent belang. We willen onze vlag wel wereldwijd laten wapperen maar we zijn tevreden als die op trucks, vrachtschepen en vliegtuigen voor de burgerluchtvaart  staat. Lang gold politieke neutraliteit als opperste wijsheid. Toen in 1938 bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij het mooiste passagiersschip ter wereld ooit gebouwd, de Nieuw Amsterdam, van stapel liep, wist men trots te melden dat het niet was voorbereid om in tijden van oorlog te dienen als troepenschip. Adolf Hitler heeft de Nederlandse politieke leiders op andere gedachten gebracht en de Nieuw Amsterdam is wel degelijk omgebouwd tot troepentransportschip. Sindsdien maakt Nederland deel uit van het westers bondgenootschap. We mijden internationale allianties niet langer. We zoeken ze juist op. We zijn lid van de NAVO, de EU en  de Raad van Europa. We maken deel uit van de Verenigde Naties. In sommige gespecialiseerde organisaties zoals de Food and Agricultural Organisation spelen wij zelfs een grote rol. Wij staan al gauw klaar internationale verdragen te ondertekenen en te ratificeren. We hebben nog steeds belang bij vrede, vrijhandel en internationale rechtszekerheid. Dat geeft een bijzondere kleur aan het Nederlands buitenlands beleid.
Er is echter een categorie landen waarmee Nederland geen bijzondere relatie probeert te onderhouden, terwijl dat toch zo voor de hand ligt. Sinds wij een polyglotte, multi-etnische samenleving zijn geworden, telt Nederland veel burgers wier familienetwerken zich ook over andere landen uitstrekken. Van dat gegeven wordt nauwelijks gebruik gemaakt. De gedachten gaan dan allereerst uit naar  Suriname, Marokko en Turkije, maar  Kaapverdië en de Dominicaanse Republiek horen inmiddels ook op het lijstje thuis. Net als Polen, Bulgarije, Israël en Palestina. Ik weet dat er heel wat lui op het vinkentouw zitten om nu de discussie te frustreren vanwege dat Israël maar ik wijk niet voor feiten.
Er wordt nauwelijks over nagedacht hoe we die familiebanden in het belang van ons land kunnen aanwenden. Integendeel, ze worden in brede kring als risicofactor beschouwd. Denk maar aan de lange arm van Erdogan die zich uitstrekt over onze contreien. Of aan de listigaards in Marokko die hun oren dichtstoppen als mevrouw Broekers-Knol ze wil onderhouden over illegale immigranten. Treiterwetgeving om internationale huwelijken met partners van buiten de EU zoveel mogelijk te frustreren is erop gericht internationale familiebanden juist tegen te gaan. Ook het Brinta-ontbijtachtig karakter van de vragen bij de inburgering leidt tot die conclusie.
Deze mentaliteit maakt ons tot dieven van onze eigen portemonnee. Wij zouden die familierelaties juist tot grondslag moeten maken van een bijzonder beleid. Je moet daarbij niet alleen denken aan diplomatieke relaties maar juist ook aan faciliteiten waar burgers iets aan hebben: instituten voor Nederlandse cultuur (niet te knijperig gefinancierd), uitwisselingsprogramma’s met bijbehorende studiebeurzen, handelsmissies, sportcontacten. Waar mogelijk met inzet van die internationale families. We zouden wel gek zijn als we deze kansen lieten liggen. Er zijn er meer met een lange arm. We moeten alleen leren hem uit te steken.
Voor het overige ben ik van mening dat de toeslagenaffaire niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de zaak rond het Groninger aardgas evenmin.
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.