De veehouderij kost de Nederlandse samenleving ten minste negen miljard euro per jaar. Dat komt neer op meer dan 500 euro per Nederlander – van zuigeling tot bejaarde – per jaar. Dat blijkt uit een maatschappelijke kosten-batenanalyse van econoom Max van der Sleen. Belastingbetalers draaien op voor het opruimen van de milieuvervuiling en de hogere zorgkosten die het gevolg zijn van de intensieve veehouderij.
De schatting van negen miljard euro per jaar is nog aan de lage kant, schrijft Het Financieele Dagblad. “Het schadebedrag van €9 mrd is een minimum, omdat Van der Sleen andere kostenposten dan de schade door emissies in de lucht niet meerekent. Zijn rekensom is bijvoorbeeld exclusief de schade door agrarische emissies in water. Die raamt hij voor de totale landbouwsector op jaarlijks €1 mrd op basis van onderzoek door derden, zonder dat een uitsplitsing naar de veehouderij mogelijk is. Zijn berekening is ook exclusief schade door toeleveranciers en verwerkende industrie in de keten. (…) De samenleving lijdt ook schade door uitgestelde vergunningen na de verlammende uitspraak van de Raad van State in 2019 over het stikstofbeleid. Het Financieele Dagblad berekende vorig jaar dat de schade aan de economie door uitgestelde bouwprojecten oploopt met €8 mrd per jaar.”
De veehouderij is onder meer verantwoordelijk voor de uitstoot van ziekmakend fijnstof, broeikasgassen en ammoniak die de natuur vernietigt. De enorme veestapel kost Nederland daarmee bakken met geld. Die miljarden zouden ook voor andere zaken kunnen worden gebruikt. “We zouden als land welvarender zijn als de beschikbare arbeid en kapitaal werden ingezet in andere sectoren die beter betalen en minder vervuiling opleveren”, luidt de conclusie van Van der Sleens onderzoek.
Mensen die in de agrarische sector werken, kunnen eenvoudig elders aan de slag, schrijft Van der Sleen. “De vraag in Nederland naar arbeid, managers, technici, landschapsbeheerders etc. is voldoende groot om de boeren en hun personeel op te vangen in andere plekken in de economie. Daar komt bij dat de uitkoopregelingen ruimhartig zijn opgesteld en de gemiddelde boer door zijn grondbezit te verkopen als miljonair verder kan.”
Eerder deze maand werd bekend dat meer dan tweehonderd boeren zich hebben gemeld voor de uitkoopregeling van Rutte-IV. “Een druppel op de gloeiende plaat”, stelt Johan Vollenbroek, de stikstofexpert en natuurbeschermer van MOB. “Zij gaan het structurele probleem van veel te veel vee niet oplossen.”
De echte verliezer van een forse reductie van de veestapel zou Big Agro zijn. Onder meer de grote veevoerbedrijven en machine- en stallenbouwers dreigen bij inkrimping een deel van hun handel te verliezen, schrijft Van der Sleen. “Dat gaat om veel geld. Veel meer geld dan alle boeren tezamen verdienen. Van de 15 miljard aan toegevoegde waarde door de veehouderij wordt 3 miljard door de boeren verdiend en 12 miljard door de andere partijen in de sector.”