Ondanks alle onweerlegbare bewijzen van het tegendeel blijft het Kremlin elke aanwezigheid van landgenoten in het gebied ontkennen.
De Russische aanwezigheid in het oostelijke gedeelte van Oekraïne (Donbas) is een publiek geheim. Sinds maart 2014 berichten de media, zelfs Russische, over Russische troepen in het gebied, Russische adviseurs en Russische burgers die er hoge bestuursfuncties bekleden.
De Russische oud-militair Igor Girkin vertelde in een interview met de Russische krant Zavtra uitvoerig over zijn betrokkenheid bij de eerste gewapende acties in maart 2014: “Als onze eenheid de grens niet was overgestoken dan zou alles als een nachtkaars zijn uitgegaan, – net als in (de Oekraïense steden) Kharkiv en Odessa.” Russisch staatsburger Alexander Borodai, ooit enige tijd leider van de “Volksrepubliek” Donetsk in bezet Donbas, verklaarde publiekelijk dat zonder de Russische president Poetin de “Volksrepublieken” Donetsk en Lugansk niet zouden bestaan. Verder herinnert men zich nog de Russische parachutisten die “verdwaald” waren op Oekraïens grondgebied en natuurlijk de Buk-raket die vanaf bezet Oekraïens gebied 298 vliegtuigpassagiers de dood in joeg.
Ook de weinige onafhankelijke media die er in Rusland nog zijn informeren hun lezers en luisteraars, overigens met acuut gevaar voor hun eigen voortbestaan, over de Russische bemoeienis. Zie de sites van Exo Moskvi, Novaya Gazeta, Doshd-tv en Republic.ru.
De Verenigde Staten, de Europese Unie, de Navo en andere democratische landen hameren op de Russische aanwezigheid en eisen het vertrek van Rusland. Voor nogal wat media duurde het even voordat zij door hadden wat er zich in Donbas precies afspeelt. Zelfs de BBC had het er moeilijk mee en sprak lange tijd van “Oekraïense separatisten” die vechten tegen het Oekraïense leger. Maar ook de Britse omroep zag uiteindelijk in dat de juiste formulering “door Rusland geleide separatisten” is .
Ondanks alle onweerlegbare bewijzen van het tegendeel blijft het Kremlin elke aanwezigheid van landgenoten in het gebied ontkennen. Daarom was het belangrijk, en tegelijkertijd ook vermakelijk, om enkele dagen terug te lezen over het vonnis van een rechtbank in de Russische stad Rostov-aan-de-Don, 200 kilometer van de grens met Oekraïne. De rechtbank van het Kirovsky District veroordeelde een werknemer van een plaatselijk toeleveringsbedrijf tot een gevangenisstraf van vijfeneenhalf jaar voor corruptie. De man had omgerekend 13.400 dollar betaald aan het hoofd van het Centrum voor Sanitair en Epidemiologisch Staatstoezicht van het Zuidelijke Militaire District voor de levering van levensmiddelen aan Russische troepen in Donbas.
Het vonnis was op 10 november op de website van de website geplaatst, maar Oekraïense media merkten het pas onlangs op. Op 16 december verdween het vonnis van de site, maar een kopie van het origineel is bewaard gebleven. Op de sites van verschillende Russische media is nog altijd over het vonnis te lezen.
De rechtbank stelde vast dat het smeergeld bedoeld was voor de levering van levensmiddelen aan “de militaire formaties van de Russische Federatie ingezet op het grondgebied van de Volksrepubliek Donetsk en van de Volksrepubliek Lugansk” in 2018 en 2019. Deze formaties “voeren militaire activiteiten uit in bezet Oekraïens gebied”.
Volgens het vonnis moest het bedrijf in kwestie twee maal per maand 1.300 ton voedsel leveren aan de Russische troepen in Donbas. Deskundigen berekenden dat dat volstaat om 26.000 manschappen te voeden.
Kremlinwoordvoerder Dmitriy Peskov noemde de verwijzing naar Russische militairen een “vergissing” van de medewerkers van de rechtbank: “Het gaat waarschijnlijk om een fout van iemand die deze tekst schreef. Want dit is onmogelijk, er waren en er zijn geen Russische militairen in Donbas, beweringen van het tegendeel zijn onjuist.”
Tegelijkertijd benadrukte Peskov dat Rusland humanitaire hulp levert aan de Donetsk en Lugansk “Volksrepublieken” en die zal blijven leveren. Hij maakte niet duidelijk voor wie de voedselleveringen dan wel bestemd waren.
Ondanks de berichtgeving door de media over de aanwezigheid van Russische militairen in Donbas zou de Oekraïense overheid zelf veel actiever moeten zijn in het verstrekken van informatie. Die zou een speciale website moeten opstarten waar zeer gedetailleerd, vanaf het eerste begin in maart 2014, verifieerbare informatie staat, ook in het Engels over Ruslands betrokkenheid. Er bestaat immers enorm veel informatie, waarvan de juistheid kan worden nagetrokken, bij een grote verscheidenheid aan bronnen: militaire, media, individuele burgers, organisaties als Bellingcat etc. Ook de VS en de Navo moeten op dit terrein actiever worden. Nog altijd zijn er immers, ook in het Westen, mensen die twijfelen aan Ruslands actieve aanwezigheid in Oekraïne.
Ondergetekende heeft hierover contact gehad met de Navo, die op een vreemde manier afhoudend doet. Evenmin succes had zijn suggestie aan een lid van de Oekraïense regering die hij persoonlijk kent voor een actieve communicatie over Ruslands rol. “Ja, je hebt gelijk”, was het antwoord. Maar nog steeds is er van gedetailleerde makkelijk toegankelijke en verifieerbare informatie in het Engels niets terecht gekomen. Onbegrijpelijk en uiterst onverstandig.