Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Naar een nieuw sociaal contract, aan de slag met bestaanszekerheid

  •  
08-03-2024
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
2083 keer bekeken
  •  
ANP-488060588

Waarom zijn de sociaaldemocraten die eens de modale burgers vertegenwoordigden niet langer meer hun spreekbuis? Waarom is de milieuzorg en de klimaatstrijd een thema van de hoger opgeleide elite, en keert de burger zich daarvanaf? Waarom blijft de burger doof voor de roep om een gezondere leefomgeving? Waarom wordt de burger eerder aangesproken door protestpartijen als PVV en BBB dan door de traditionele sociaaldemocratische partijen?

Blijkbaar zijn er in de samenleving veranderingen opgetreden die de ontevredenheid en het eigenbelang voeden en het geloof in positieve bundeling van krachten ondermijnen. Er zijn objectieve factoren zoals de omslag van agrarische- naar dienstensamenleving, waardoor spanningen tussen stad en platteland groeien en het belang van allen samen op de achtergrond is geraakt. Maar ook de moderne media die mensen vaak aanspreken op hun rol als consument en als concurrent van anderen, als het gaat om een succesvol leven, versterken het leven in een eigen bubbel.

En laten we niet vergeten dat het politieke 'neoliberale' klimaat met de mantra van privatisering en regeling door de markt, dat wereldwijd opkwam in de tachtiger jaren van de vorige eeuw met Thatcher in Engeland en Reagan in de VS, en de kabinetten Lubbers in ons land, en voortgezet door Blair, Clinton en Bos heeft geleid tot een mindset van “ieder voor zich en God voor ons allen”. 

In het kader van deze ontwikkelingen is de prangende vraag hoe we mensen weer samen kunnen brengen rond een breed gedragen sociale agenda waarin de noden van kwetsbare groepen en het algemeen belang de leidraad worden.

Er zijn verschillende stromingen die het belang van een sociale agenda benadrukken. Vanuit de rechts-conservatieve, religieuze politieke invalshoek ligt de nadruk op  caritas  door de beter gesitueerden. Sociaal links benadrukt de sturende rol van overheden, maar weet haar oplossingen voor de toenemende verschillen tussen rijken en armen niet overtuigend aan de man te brengen. Het koopkrachtverlies van met name lage inkomens en gepensioneerden na de crisissen is niet gerepareerd, terwijl de economische activiteit toenam en de winsten van een groot aantal grote bedrijven verviervoudigden.

De hoog opgeleide werkende Nederlander kan het zich veroorloven om met behulp van overheidssubsidies het dak vol te leggen met zonnepanelen, de woning te isoleren of een elektrische auto aan te schaffen. En zich vervolgens te manifesteren als groen en sociaal.

De kabinetten Rutte hadden de mond vol van de participatiesamenleving. We moesten zoveel mogelijk verantwoordelijkheid nemen voor het eigen leven en de leefomgeving. Maar over wat dat concreet betekende bleven de plannen vaag en de maatschappelijke ondersteunende structuren (opbouwwerk) of geprivatiseerd.  Er werd vanuit de regering vooral ingestoken op het afwentelen van maatschappelijke kosten op gemeenten en burgers. Dit werd aan de man gebracht door lagere belastingen en een eerlijker toeslagenstelsel te beloven. Dat zag de gewone Nederlander maar in beperkte mate terug.

Voor de meeste Nederlanders gaat het over 'wat houd ik over', en daarvoor is het belangrijk dat er stabiliteit is in inkomen voor de noodzakelijke uitgaven. In de huidige markteconomie is er geen sprake van stabiliteit. Prijzen fluctueren soms met de dag en de aanbieders van zorg of energie kunnen zomaar failliet gaan.

Daarnaast ontbreekt de prikkel om gevolgen op de lange termijn in beslissingen mee te nemen. Het levert immers niet direct iets op, terwijl er wel reserveringen voor moeten worden gedaan. We hebben dat gezien bij de gaswinning in Groningen, de toeslagenaffaire en we zien het nu bij de transitie naar hernieuwbare energie, waar het netwerk niet op is toegerust, of dat biomassa niet klimaatvriendelijk blijkt te zijn.

Wat moet een sociale agenda dan inhouden? Het moet garanties bevatten voor een goed inkomen, voldoende koopkracht, goede zorg, betaalbare woningen, aantrekkelijke leefomgeving en onderwijs. De ongebreidelde stimulering van marktwerking op publieksvoorzieningen was een kostbare fout. Het recente rapport over de toeslagenaffaire is daar een voorbeeld van.

Een goede analyse van de fouten kan immers ten grondslag liggen aan een verantwoord herstel van de publieke sector. Zo moeten woningbouwcorporaties weer ruimte en voorrang krijgen voor het stimuleren van sociale woningbouw, en de huur in het middensegment moet worden begrensd. De Wet Betaalbare Huur is daarbij cruciaal.

Bedrijven van algemeen nut, die niet zomaar vervangen kunnen worden en dus niet failliet mogen gaan, zouden in publieke handen moeten worden genomen. Denk daarbij aan energievoorziening en openbaar vervoer, waar de overheid toch al grotendeels garant staat voor dekking van de verliezen.

Marktwerking in zorg en onderwijs, in onderhoud van wegen en openbaar groen, afvalinzameling, dient beteugeld te worden. Financier ziekenhuizen op basis van hun bijdrage voor gezondheid in plaats van voor elke verrichting. Niet kosten, maar private winsten in openbare voorzieningen moeten worden geminimaliseerd.

Op die manier kan op een concrete wijze inhoud gegeven worden aan bestaanszekerheid. Daar is politieke moed voor nodig. De rechtse partijen die nu aan zet zijn in de formatie zullen écht over hun schaduw heen moeten stappen. Dit is de belangrijkste stap in het herstellen van vertrouwen in de politiek.

Raf Daenen is oud wethouder sociaal domein en docent maatschappelijke ontwikkeling

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.