De rijke man en de arme Lazarus - Hendrick ter Brugghen (1625)
Uit zijn pen vloeide in dit kader een zin, die hem zeker de Nobelprijs voor Hypocrisie zou moeten bezorgen.
De afgelopen dagen heeft Kamervoorzitter Vera Bergkamp de publieke tribune een paar maal tot de orde geroepen. In alle gevallen ging het om burgers die van de overheid groot onrecht hebben ervaren. Dat allereerst zijn de slachtoffers van het toeslagenschandaal aan wie premier Rutte met zalvende woorden opnieuw zijn lege handen toonde.
Erger was misschien wat de stokoude weduwen van voormalige KNIL-militairen en Nederlands-Indische ambtenaren overkwam. Deze functionarissen hebben over hun jaren tijdens de Japanse bezetting, nooit salaris ontvangen omdat zij toen hun werk niet konden doen. In 2015 kregen ze eindelijk – voor zover ze nog leefden – een "morele genoegdoening" voor dit schandalig onrecht maar de hen overlevende echtgenotes niet. Dat is dezer dagen door de coalitie nog een keertje extra expliciet uitgesloten. Om het protest van de slachtoffers te smoren, vond Bergkamp het in dit geval zelfs nodig de publieke tribune te laten ontruimen. Ze schorste daartoe de vergadering.
De regeringspartijen volgden in dezen het advies van de verantwoordelijke staatssecretaris Maarten van Ooijen (ChristenUnie). Uit zijn pen vloeide in dit kader een zin, die hem zeker de Nobelprijs voor Hypocrisie zou moeten bezorgen: "Ik constateer met pijn in mijn hart dat de geschiedenis niet kan worden teruggedraaid en dat een nieuwe regeling de onvrede die al 78 jaar leeft, niet kan wegnemen". Hij had ook nog de treurige moed voor te geven dat er aan het formuleren van deze woorden "een lange worsteling" vooraf was gegaan.
Een lange worsteling. Om een paar centen te vinden voor een beperkt aantal hoogbejaarden die allemaal binnen enkele jaren het tijdelijke met het eeuwige zullen verwisselen. Zij zullen dan rusten aan het hart van Abraham net als de arme Lazarus, zoals de heilige Lucas Jezus laat vertellen in het verhaal van de bedelaar en de rijke man. Lucas 16: 19 – 25:
Er was eens een rijke man die gewoon was zich te kleden in purperen gewaden en fijn linnen en die dagelijks uitbundig feestvierde. Een bedelaar die Lazarus heette, lag voor de poort van zijn huis overdekt met zweren. Hij hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van de tafel van de rijke man; maar er kwamen alleen honden aanlopen die zijn zweren likten. Op zekere dag stierf de bedelaar, en hij werd door de engelen weggedragen om aan Abrahams hart te rusten. Ook de rijke stierf en werd begraven. Toen hij in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Abraham met Lazarus aan zijn zijde. Hij riep: "Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar me toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dopen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd pijn in deze vlammen. Maar Abraham zei: "Kind, bedenk wel dat jij je deel van het goede al tijdens je leven hebt ontvangen. Terwijl Lazarus niets dan ongeluk heeft gekend; nu vindt hij hier troost maar lijd jij pijn."
Eat that, Maarten van Ooijen
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.
Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: de zegeningen van de Nederlandse Bank.