En de EU moet tot slot duidelijk maken aan Eritrea dat het niet samenwerkt met een land dat op grove wijze mensenrechten schendt
Dit weekend worden honderden lichamen geborgen van vluchtelingen die aanspoelen op het Italiaanse eiland Lampedusa. Onder hen een groot aantal vluchtelingen afkomstig uit Eritrea. Deze asielzoekers ontvluchten een keiharde dictatuur.
Op maandag maakte de president van Italië bekend dat alle overledenen de Italiaanse nationaliteit ontvangen – en dus op Italiaanse bodem worden begraven. Ondertussen heeft de Eritrese gemeenschap een campagne gestart om de dode lichamen in Eritrea te laten begraven. In Eritrea zelf wordt ontkend dat de slachtoffers uit Eritea komen. Het nationale station EriTV maakt slechts melding van ‘Afrikanen’ die in Lampedusa zijn omgekomen.
Europa voert intussen een tegenstrijdig beleid. Aan de ene kant geeft het steun aan Eritrea, omdat het een uiterst belangrijke strategische ligging heeft aan de Rode Zee en een doorvoerroute is voor Europa. Aan de andere kant probeert Europa de vluchtelingen tegen te houden. Het land produceert een ongewoon hoog aantal vluchtelingen. Momenteel zijn er zo’n 5000 nieuwe vluchtelingen per maand, aldus schattingen van de CIA, die flink hoger zijn dan de aantallen van UNHCR, dat zo’n 3000 vluchtelingen per maand registreert. Deze vluchtelingen trotseren een shoot-to-kill beleid bij de grens.
Slechte een klein deel van deze vluchtelingen komt terecht in Noord-Afrika, het merendeel wordt opgenomen in Afrikaanse landen, waar de Eritreeërs bekend staan als hardwerkend. In Noord Afrika is de situatie veel moeilijker. In de Sinaï worden de vluchtelingen bedreigd door georganiseerde mensensmokkelaars die grote bedragen vragen voor hun vrijlating. Dit gaat gepaard met zware martelingen en velen overleven het niet.
In Egypte, Yemen en Libië worden de vluchtelingen opgesloten in detentiecentra, zijn zwaar ondervoed en hebben geen toegang tot asielprocedures. In Israël werden de vluchtelingen tot voor kort opgesloten in gevangenissen, maar de Hoge Raad maakte daar enkele weken geleden een einde aan omdat de maatregel gezien werd als ‘niet-proportioneel’.
De vluchtelingen die naar Europa proberen te komen stuiten op grote moeilijkheden. Er zijn talloze getuigenissen van opvarenden in bootjes die in de knoei kwamen en die vervolgens geen hulp kregen en aan hun lot overgelaten op lekke bootjes. Het is ook zeker niet de eerste keer dat een groep met man en muis verdrinkt. Onder de slachtoffers zijn steevast kinderen en zwangere vrouwen.
In alle Europese lidstaten wordt erkend dat de meeste vluchtelingen uit Eritrea recht hebben op asiel als ze toegang krijgen tot de procedure. Volgens cijfers van Human Rights Watch worden wereldwijd 80% van de vluchtelingen uit Eritrea erkend vanwege het reële gevaar op vervolging van de asielzoekers in hun eigen land. Het probleem is dat veel vluchtelingen geen toegang krijgen tot de procedure. In Europa zijn de opvangcentra overvol. Het overgrote deel van deze vluchtelingen komt aan op Lampedusa en Malta.
De toepassing van het Dublin Verdrag, dat stelt dat asiel moet worden aangevraagd in het land van aankomst, geeft verdere problemen. Met verwijzing naar dit verdrag schuiven lidstaten het probleem af op Italië, Malta, Griekenland en Spanje. Vaak ontbreken de nodige institutionele structuren en opvang. Dit is verergerd ten gevolge van de economische crisis die deze landen hard heeft getroffen. Door de vluchtelingen heen en weer te schuiven, vinden zij nergens een aanspraak op asiel en verdwijnen in achtereenvolgende detentiecentra.
Het beleid moet beter vanuit Europa gestuurd worden. Er zijn twee criteria die er toe doen:
(1) het overgrote deel van de Eritrese vluchtelingen zijn rechtmatige asielzoekers en moeten toegang krijgen tot asielprocedures en
(2) Europa moet als geheel en vanuit een onderlinge solidariteit een antwoord bieden op het grote aantal vluchtelingen door herplaasting van vluchtelingen die aankomen in de Zuidelijke lidstaten.
De EU moet tot slot duidelijk maken aan Eritrea dat het niet samenwerkt met een land dat op grove wijze mensenrechten schendt. Het uiteindelijke doel is immers dat de Eritreërs naar huis kunnen. De campagne van de Eritreërs om de dode slachtoffers een begrafenis te geven in hun eigen land wordt gevoed uit de hoop dat zij zelf op een dag levend en wel op hun eigen geboortegrond zullen staan.
Mirjam van Reisen is Bijzondere Hoogleraar Marga Klompé, Tilburg University, lid van de Adviescommissie Internationale Vraagstukken (AIV) , voorzitter van de Commissie Ontwikkelingssamenwerking van de AIV en Directeur van het Europese Bureau Europe External Policy Advisors in Brussel. Van Reisen is ook lid van de Internationale Commissie van Eritrese Vluchtelingen (ICER).
Van de slachtoffers uit Eritrea is een lijst met namen gemaakt. Mirjam van Reisen schreef over deze kwestie ook een open brief aan de Europese ministers van Buitenlandse Zaken, de hoge vertegenwoordig van de Europese Unie voor Buitenlandse Zaken Baroness Ashton en de verantwoordelijk Eurocommissaris Cecilia Mälström