Met een boekje onder de arm op zoek naar de beste koffieboon, in ruil voor een slow brewed lofdicht. Vroeger was het nog ondenkbaar voor me. Zomaar ergens binnenstappen en mijzelf verkopen als dichter, nee, als mens kan ik beter zeggen. Ik werd altijd geconsumeerd door mijn werk. Weinig ruimte voor expressie, laat staan een sociaal praatje. Ik was een onzekere kluizenaar met een goede baan zonder enig besef van de wereld noch mijzelf. Mijn draagvlak was klein en ik had last van zware depressies. Is dit de wereld dacht ik dan? Je telefoon doodstaren, terwijl de vogels buiten vrolijk zingen.
Tegenwoordig flaneer ik met wiegende heupen langs allerlei straten op zoek naar de meest authentieke koffiezaak. Sommige barista’s herkennen me inmiddels en beginnen met het zetten van een Rotterdams verrassingsbakkie. Als een fervent connaître breng ik mijn gedichten op smaak met een vleugje bitter en een bloemachtig aroma. Enkele gedichten hangen nu in de koffietentjes. Daar geniet ik van.
Het begon allemaal met een grapje, toen ik mijn laatste twee eurostuk uit het gat van mijn jas wist te vissen en een hele rij achter me ophield. In het randschrift stond GOD * ZIJ * MET * ONS * Ik las de tekst hardop en toen gebeurde het ondenkbare. Er werd gelachen en gezwegen.
Houd maar.
Zo makkelijk stopte ik de twee euro terug in het gat van mijn jas. Nu maak ik daar gebruik van. Geveinsd komediante of tragische performer. Ik ben de moderne hofnar van de staat, die uit het randstuk van haar hart poëzie voordraagt om anderen te entertainen. Het is een hele eer om iemand te zien lachen of huilen om jouw serenades. En waarom ook niet. Na drie burn-outs kun je maar beter een ludieke draai aan je leven geven.
Dat ik werk voor een ereloon, er (nog) niet voor betaald krijg en mijn organen uitbuit daar hoor je trouwens niemand over. Mijn lever draait overuren (van de passie, niet de drank) en ik heb een nier zo groot als een zoutsteen, omdat ik van al het typen vergeet water te drinken. De vlam brandt inmiddels weer, maar de mensen zijn hittebestendig geworden. Niemand zit nog te wachten op een vrijbuiter op de dinsdagmiddag maar maak daar vrijdagavond van en de mensen gillen het uit van het lachen. Tsja, je moet een goed gevoel voor humor hebben om te begrijpen dat tragedie dicht bij romantiek ligt.
Dwaasheid bevrijd je van angst en schaamte, schreef Erasmus ooit. Een goed gedicht resoneert als muziek, het is als lof der zotheid. Wie openhartig en recht vanuit het hart durft te spreken, draait aan het volumeknopje en maakt wat los.
Zo stond ik afgelopen Koningsdag in een zwarte rokjas (je weet wel zo een die de koning ook draagt tijdens belangrijke toespraken) op de Binnenweg en verkocht ik voor diezelfde twee euro versgeperste poëzie. Zodra ik ze het randschrift van het twee euro muntstuk liet zien, vroeg ik; geloof jij in god? Dat is de ironie van het leven. We kopen de tijd af en we leveren het grootste deel in. Natuurlijk, de mensen fronsen vaak maar altijd met een weifelende glimlach.