Niet dat de naam D.B. Cooper nu al jaren in ons collectief achterhoofd rond suist maar toch… Een criminele lefgozer pleegde in 1971 een spectaculaire roof in de lucht, sprong met een koffer vol geld uit het vliegtuig en liet geen enkel spoor na. Op een paar, in de rimboe teruggevonden, bankbiljetten na hoorden we nooit meer wat van hem… tot nu in 2024.
Zowel de man als de daad is een mysterie. Héel af en toe tilt de wetenschap, die onherroepelijk voortschrijdt, een tipje van de sluier op maar de grote mysteries blijven altijd in nevelen gehuld en oefenen natuurlijk alleen al daarom zo’n sterke aantrekkingskracht op ons uit. Een flintertje DNA op een achtergebleven microscopisch klein staaldeeltje van een dasclip verschaft nu ineens meer inzicht en is inmiddels veiliggesteld. Zou ‘Cooper’ na ruim vijftig jaar alsnog zijn ware identiteit prijsgeven?
Nog zo’n naam die voor altijd zal voortleven en te boek staat als een van de gruwelijkste moordenaars uit Victoriaanse tijden. Zijn daden zijn een mysterie en zijn identiteit nog veel meer. Het moderne profileren van seriemoordenaars met factoren als, (psycho-) pathologische achtergronden en modus operandi krijgt namelijk nauwelijks vat op Jack the Ripper.
De moorden waren de daad van een maniak die maar een handvol slachtoffers maakte, maar op dergelijke beestachtige wijze dat ze de wereld van toen én nu nog altijd schokken. En dan die identiteit. Vele boeken noemden tientallen namen. Namen verweven met de politiek, de vrijmetselarij, het Koningshuis en andere Hoge Heren die elkaar uit de wind hielden. Fascinerende opties, waarvan een door syfilis geteisterde arts nog wel de meest tot de verbeelding sprekende verdachte is.
In Whitechapel, de armoewijk waar onder anderen publieke vrouwen hun diensten aanboden zou een heer van ‘de hogere klasse’ die geslachtsziekte hebben opgelopen. Syfilis was in die dagen een veel voorkomend, sluipend gif dat met primitieve medicatie krankzinnigheid tot gevolg kon hebben. De combinatie van anatomische kennis en vermeende waanzin zette de politie op het spoor van een arts met connecties in de hoogste kringen die later inderdaad overleed aan krankzinnigheid. In 2017 wees thrillerschrijfster Patricia Cornwell haar beschuldigende vinger naar een, eveneens krankzinnig geworden, artiest/schrijver. Haar betoog overtuigt echter allerminst.
Tot slot een mysterie-man van eigen bodem, het betreft de merkwaardige zaak rond Johannes Wardenier uit Steenwijkerwold. Hij werd slechts 47 jaar oud en nam vele geheimen mee het graf in. Op 22-jarige (!) leeftijd presenteerde hij zijn brandstofvrije motor aan de wereld, hij had er tussen 1930 en 1934 onafgebroken aan gewerkt. Er werd gesproken van een heteluchtmotor.
Het vervolg leest als het script van een slechte b-film. Wardenier wordt benaderd door Philips maar hij heeft zelf al grote plannen voor een fabriek in Wolvega. Daar vind een eerste, hoogst merkwaardige draai in het verhaal plaats. De burgemeester aldaar beslist, na aanvankelijk enthousiasme dat Wardenier moet worden opgenomen in het academisch medisch centrum te Groningen. Gevraagd naar de motivatie antwoord hij: “..hier in het gemeentehuis is iets heel bijzonders gebeurd, waarover ik mij niet mag uitlaten. En wanneer men daarvan meer wil weten zal men zich tot Hogere Autoriteiten moeten wenden”.
Wardenier wordt na acht dagen ontslagen van de psychiatrische afdeling en ontdekt bij thuiskomst dat zijn prototype is gestolen. Wardenier heeft geen inkomen, leeft op behoorlijk grote voet en de crisisjaren lijken geen vat op hem te hebben. Waar hij de middelen vandaan haalt is onbekend. Tijdens de Tweede Wereldoorlog overleeft hij meerdere kampen, wordt vreselijk mishandeld en uiteindelijk uit een tuchthuis te Siegburg gered door… Philips (een feit dat door het bedrijf niet wordt ontkend). In hun laboratoria houden zij zich jaren bezig met het ontwikkelen van een ‘energiezuinige motor’.
Wardenier revalideerde lang en sprak tegenover zijn hospita over “een soort van pensioen van Philips”, hoewel de firma altijd heeft ontkend een zakelijke verhouding met de uitvinder te hebben gehad. Tot aan zijn vroegtijdige dood leefde hij in elk geval van cheques die hij in het lokale postkantoor verzilverde. Afzender onbekend.
Daimler/Chrysler, Opel en BMW zetten ooit in op waterstof. Volkswagen dacht aan brandstof uit biomassa (Sunfuel). Er werd ook ingezet op een mogelijke hybride variant van waterstofauto en verbrandingsmotor. Op basis van de Opel Zafira werd er een prototype ontwikkeld dat vóor 2010 een flinke vloot zou moeten opleveren, maar Wardenier had die ‘brandstofloze motor’ in 1934(!) toch al uitgevonden… of niet?
Beeld: FBI