Zelf woon ik sinds bijna 30 jaar in Frankrijk, en ja – het valt ook mij telkens weer op, die obsessie van Nederlanders waar het om precies die twee onderwerpen gaat: moslims en homo’s.
Ik hoor het mijn ouders in Nederland nog zeggen: Het gaat bij ons alleen nog maar over moslims en homo’s! Dat was tien jaar geleden, toen ze nog leefden. Met een zucht legden ze de krant naast zich neer. Ze hadden lang genoeg in het buitenland gewoond om de algehele stemming in Nederland vanuit een zekere afstand te kunnen beschouwen.
Zelf woon ik sinds bijna 30 jaar in Frankrijk, en ja – het valt ook mij telkens weer op, die obsessie van Nederlanders waar het om precies die twee onderwerpen gaat: moslims en homo’s. Wat kunnen ze er in de krant, op de televisie, op de radio over door zagen en vooral over ruziën! En het heeft tegelijk iets surrealistisch.
Gezien de heftigheid van deze ruzies zou je verwachten dat Nederland werd geteisterd door een gruwelijke burgeroorlog. Belfast, Aleppo. Kom je in Nederland – denk je: wat een braaf land! Schoon, alles goed geregeld, kalme, nuchtere mensen, keurig onderhouden gebouwen en bezienswaardigheden. Fransen komen graag in Nederland, ze vinden Nederlanders vriendelijk en gastvrij. Ik zeg: ze hebben het alleen maar over moslims en homo’s. Antwoord: O ja? Daar hebben we niets van gemerkt. Ik denk: hier zit iets.
Synode van Dordrecht In 1618 vond de eerste en tegelijk laatste – kortom enige – internationale Synode van de calvinistisch-reformatorische kerken plaats. Naast Nederlandse afgevaardigden, waren er representanten uit Engeland, Schotland, Genève, Heidelberg, Hessen, Bremen. Ze hadden allen stemrecht. De Franse protestanten waren afwezig, hun koning had hen verboden aan de vergadering deel te nemen. De zetels die voor hun waren bestemd bleven leeg en werden niet weggehaald, teken van solidariteit met de hugenoten voor wie het bestaan in het eigen land steeds moeilijker werd.
Waar het op de Synode over ging? Over de vraag of Gods genade al dan niet “wederstandelijk” is. Heeft God, in zijn eeuwigheid, eenmaal vrijelijk besloten aan Jan (of Piet, of Klaas) zijn genade te schenken, dan kan Jan deze genade niet weerstaan. Hij heeft die vrijheid niet. Dit was de positie van Gomarus, de voorman van de orthodoxe calvinisten. Arminius zag de zaak anders: Jan heeft wél de vrijheid om Gods genade te weerstaan. Dit verwoordden Arminius en zijn medestanders in een zogenaamde remonstrantie (een verweerschrift), vandaar dat ze remonstranten werden genoemd. Gomarus en de strenge calvinisten werden van de weeromstuit contraremonstranten…Oké, interessant – maar wat heeft dit met moslims en homo’s te maken?
Maakbaarheid versus onderworpenheid Het wil me voorkomen dat in het Nederland van 2018, dat wil zeggen van precies 400 jaar na de Synode van Dordrecht, dezelfde vraag over de menselijke vrijheid nog steeds de mensen bezighoudt. Natuurlijk zaten niet alleen Nederlanders met deze vraag (denk alleen al aan de buitenlandse afgevaardigden bij de Synode), maar zou het niet zo kunnen zijn dat de vraag, in de vorm waarop hij op de Dordtse Synode werd gesteld, een diep, eigen stempel heeft gedrukt op het Nederlandse denk- en geestesleven? De Kerk mag dan wel leeglopen, dat wil nog niet zeggen dat in één-keer-schudden alles wat onze voorouders geloofden van ons is afgevallen. Het leven is er bij veel mensen uit – dat wil zeggen de kern, het geloof in de levende God – maar de huls is gebleven.
Naar vandaag toe vertaald ging de strijd tussen de remonstranten (vrijzinnigen, liberalen) en de contraremonstranten (refo’s) over de maakbaarheid van de werkelijkheid met als tegenstelling de berusting in de gegevenheden. Wie zich zo vrij waant al dan niet Gods genade te kunnen weerstaan, is ook zo vrij om in de werkelijkheid in te grijpen teneinde die naar zijn hand te zetten. Wie niet in deze vrijheid tot het weerstaan van Gods genade gelooft, zal geneigd zijn tot een levenshouding van algehele berusting.
Wat zo opvalt bij de cultuur-liberalen van onze tijd, is dat ze de werkelijkheid als een menukaart beschouwen (en daarmee de consumptiedrang bevorderen – dit terzijde gezegd). Wat tot voor kort nog als genetische, biologische, of anders sociaal streng-gecodeerde gegevenheden werd voorgesteld (en voorheen als God-gegevenheden), wordt thans zoveel mogelijk in de sfeer van de vrije keuze getrokken. Je bent niet homo, je kiest ervoor door “uit de kast te komen”, en er trots op te zijn (“pride”). Hiertegenover stellen we ons de islam voor als een religie die de vrije keuze van individuen insnoert. In de manier waarop ze zich tot hun God verhouden zijn we geneigd de moslims te zien als een exotische versie van onze zwarte-kousen, en dan bovendien in het kwadraat. Ze vertegenwoordigen een onderworpenheid die overeenkomt met de berusting die voortkwam uit het geloof in de predestinerende God.
Na vier eeuwen Om maar te zeggen, vier eeuwen geleden werd in Nederland een uiterst felle strijd gevoerd tussen remonstranten en contraremonstranten, tussen vrijheid tot weigering van Gods genade en berusting in de enkele vrije wil van God. Het geruzie en bekvechten van vandaag staat er in het directe verlengde van. De termen zijn niet meer dezelfde, de context is niet meer godsdienstig, maar profaan, maar de grondvraag is dezelfde: in hoeverre is de mens vrij om zichzelf te “maken”, in hoeverre heeft hij zich in zijn mens-zijn te onderwerpen aan wat nu eenmaal gegeven is. Homo’s, in de zin van “homobeweging” – en meer in het algemeen het cultuur-liberalisme – staan voor het eerste, moslims staan voor het tweede. Ik heb het niet over hoe moslims en homo’s zelf zich de zaak voorstellen, ik heb het over hen als “spandoekjes” waar een aloude, typisch Nederlandse kwestie zich heden mee tooit.
Gek land, Nederland! En terwijl ze hierover ruziemaken gaan ze rustig en welgemoed door met handeldrijven. Dat was vier eeuwen geleden al zo, dat is vandaag de dag nog zo. Welvarend landje, waar alles goed wordt geregeld, brave mensen. Buitenlanders komen er graag. Toch denk ik: maar misschien zouden ze het ook eens over iets anders kunnen hebben dan alleen over moslims en homo’s.
De vraag die Nederlanders sinds vier eeuwen bezighoudt is een essentiële vraag, een hoogst interessante vraag – zeker, maar misschien kunnen we de moslims en homo’s voor de verandering eens met rust laten en de vraag aan andere gegevenheden ophangen. Welke? Laten we daarover nadenken. Nu eens niet aan groepen mensen – want bij groepen mensen gaat het uiteindelijk om … tja, maar gewone mensen (en velen van hen hebben er zo langzamerhand wel genoeg van om in de rol van spandoekje te worden geduwd).
Het verhaal van de schrijver (dat ik nu pas heb gelezen) herken ik in zoverre, dat:
-met name door politiek rechts in Nederland wordt gedaan alsof vrijheid van homoseksualiteitsbeleving al heel lang gemeengoed en vanzelfsprekend zou zijn geweest in niet-islamitisch liberaal Nederland, in tegenstelling tot in de moslimgemeenschappen en (voornamelijk) islamitische landen die die sterk zouden onderdrukken;
-terwijl de emancipatie van homoseksualiteit en andere seksuele minderheden -vooral zich voltrekkend vanaf de zestiger jaren- een kwestie van linkse politiek is geweest, en de omarming daarvan door rechts een pas heel recent verschijnsel is;
-waarbij deze seksuele emancipatie -die overigens nog lang niet "voltooid" is- vooral als "wapen" wordt gebruikt tegen "dé islam";
-en dat terwijl de praktijk in veel islamitische gebieden helemaal niet zo erg onderdrukkend is geweest, in afwijking van de officiële leer, en b.v. Marokko lange tijd bekend heeft gestaan als een 'dorado" voor homoseksuelen.
Kortom: alles ligt veel genuanceerder dan het "rechtse vertoog" tegenwoordig wil doen geloven. En het hameren op "moslims en homoseksualiteit" komt dan ook niet toevallig steeds van deze kant.
Terecht kijkt "t Hooft naar de geschiedenis van dit stukje delta om te ontdekken hoe Nederlanders zijn. Hij voert Gommer en Armijn op als voorbeelden van meningsverschillen. Een strijd die overigens ook nog een gerechtelijke moord opleverde gepleegd door Maurits, nota bene de zoon van Willem die als de voortreffelijkste Hollander ever te boek staat.
Deze Willem was tamelijk wispelturig, op het opportunistische af huwelijkstrouw was ook niet zijn cup of tea. Hij trouwde Anna van Saksen in tweede echt gewoon om de centen. Als een soort Bernhard zur Lippe avant la lettre. Ook Anna werd door haar ex geestesziek verklaard en opgesloten in een vertrek in een Duitse burcht en stierf daar op jonge leeftijd.
Hij was dan wel een prince van Orangien, maar zelf vond hij dat hij een Duitser was. Kortom, wil je weten hoe een echte Nederlander in elkaar steekt, kijk dan naar Willem. Precies het tegendeel van koning Philips II die er maar bekaaid vanaf komt. Dat kinderen verplicht worden het Wilhelmus te zingen als Van Hearsma zijn zin krijgt is treffend: het geeft een keurige afdruk van het Nederlander wezen.
Waarmee ik maar wil zeggen dat geschiedenis erg waardevol kan zijn en historici terecht in hoog aanzien staan, maar dat je wel moet oppassen de geschiedenis al te precies, te plat, te nemen. Het is net als met de Bijbel, je kunt er veel van leren maar hele passages van de inhoud zijn gewoon geschreven ter bevordering van goedgelovigheid.En laat de Nederlandse identiteit nu precies daaromheen draaien.
Zo is de cirkel keurig rond en cirkelen we geheel verkwikt weer verder rond..
Willem van Oranje vond niet dat hij een Duitser was.
De schrijver van het Wilhelmus liet hem dat zeggen omdat het bedoeld was voor de luisteraars. Die dachten namelijk dat ze zelf ook Duitsers waren. Ik ben een van jullie, is wat ermee uitgedrukt wordt.
Om dezelfde reden noemt hij hem Van Nassau, terwijl de hoogste titel telt en hij dus Van Oranje genoemd hoort te worden, als prins zijnde. Maar het lied richtte zich op protestanten, die hij in zijn Prinsdom juist liet vervolgen omdat hij daar aan de kant van de katholieken stond.
[O ja? Daar hebben we niets van gemerkt. Ik denk: hier zit iets.]
De vraag is dan "wat zit hier dan?"
Misschien is de observatie ook wel gewoon kloppend, en gaat het in Nederland niet uitsluitend over homo's en moslims, misschien is mijn eigen waarneming en die van mijn ouders vroeger wel te gefilterd...
Binnen het Nederlands normen- en waardenstelsel geld het volgende adagium; "Blijf van onze homo's af, het recht die in elkaar te meppen hebben alleen onze tokkies!"
Ach Rede, ook tokkies in F of NL vinden inmiddels toch ook wel dat iedereen zijn vrijtijd naar eigen inzicht mag besteden. Grote onzin wat dhr van .t Hooft beweert...er is beide landen geen obsessie...
Want alle Nederlanders zijn immers protestant, of in ieder geval hun voorouders.... Misschien beste Caspar, moet je even de geschiedenisboeken erbij pakken. En iets lezen over katholieken en schuilkerken. Je hebt kans dat je dan je protestantse blik op Nederland wat kunt nuanceren. Natuurlijk, in 1618 moest alles wat niet protestant was buiten het straatbeeld blijven. Natuurlijk hadden ze daar in Dorth graag gehad dat iedereen hun licht had gezien. Maar gelukkig is Nederland altijd gevarieerder en interessanter geweest dan die protestantse huls.
[Tot slot een positieve noot: de bussen...]
Mijn ervaring is anders, de bussen rijden meestal niet. En soms niet op schema. Als je denkt dat ze op tijd zijn, dan rijden ze exact een uur te laat.
U woont 30 jaar in Frankrijk... leeft U daar ook? Ik heb ook contact met familie en vrienden in NL, heel andere ervaringen, zowel hier als met NL. Mijn moeders familie was Remonstrants en het vrijzinnige bleef over. Herken de elementen wel, maar de samenhang geenszins, wat wilt U?
Die vraag die Nederlanders is een essentiële vraag, een hoogst interessante vraag – zeker, maar we moeten de moslims en homo’s voor de verandering eens met rust laten en de vraag aan andere gegevenheden ophangen. Welke? Laten we daarover nadenken.
Nou, dat lijkt me niet zo moeilijk, want atheïsten zijn altijd de lul, ongeacht wat jan en alleman gelooft. Atheïsten zijn/worden vaker buiten gesloten en/of vervolgd dan welke geloofsrichting dan ook en missen -uit de aard der zaak- zelf een doel of een idee om zich achter te verenigen. Het is feitelijk alleen maar een groep in statistische zin..
« Het is feitelijk alleen maar een groep in statistische zin..« ...idd niet homogeen, gelukkig niet......allemaal verschillend....prima toch’ democratisch zorgen dat dat zo kan blijven...
"Het is feitelijk alleen maar een groep in statistische zin" klopt. Geldt ook voor mannen en vrouwen, je vindt ze overal en ze zijn allemaal individueel verschillend.
Interessante vergelijking.
Speelde bij die vraag niet als échte vraag in welke mate men (als Hollander) godsdienstvrijheid had? Niet alleen remonstrant - contraremonstrant, maar ook katholiek - protestant: in welke mate vervolging acceptabel of onacceptabel was?
Was dat niet de tijd van katholieke schuilkerken?
Dat Islam voor veel mensen bedreigend is, is omdat deze godsdienst wereldwijd na een periode van “relax” na de jaren 70 weer steeds meer rigide wordt en het Midden Oosters-fundamentalisme geïmporteerd wordt in o.a. Azië.
Het krijgt daardoor in sommige gebieden steeds meer “ultra”-vorm uit de door u geschetste tijd waarin ultra-katholieken en ultra-protestanten elkaar beurtelings op de brandstapel smeten of aan stukken reten. Daar zijn we gelukkig nog niet helemaal, maar de lynchpartijen en vervolgingen van “blasphemers” het begin ervan. Gelukkig ook nog niet aan de orde in NL, al zijn er ook in NL mensen die bang zijn hun religie te verlaten vanwege door hen ervaren doodsdreigingen. En, helaas wel NLders die het nodig vonden elders -Syrië- hun religieuze dwang toe te passen.
De overkill aan artikelen over moslims en homo’s zijn volgens mij vooral te vinden -ook weer aan weerszijden van het spectrum- op Joop en GS. Alleen wie wie is in dat verhaal me wat minder duidelijk.
Het enige obsessieve waar het hier om gaat is de bij iedere orthodoxe vorm van de meeste grote wereldgodsdiensten, en dat geldt in het geval van de islam nagenoeg nog geheel zo, er een hatelijke en agressieve afkeer van homoseksuelen heerst net als dat er een minstens zo obsessieve en agressieve onderdrukkende houding t.a.v. vrouwelijke seksualiteit heerst. Dat vooral Nederlanders daar nogal een punt van maken siert hen.