Wie dagelijks de berichtgeving rondom moslims op de voet volgt, zou haast geloven dat een ieder die zich afficheert met de islam een conservatieveling is. Niets is minder waar. Uit onderzoek blijkt nu dat de moslimjongeren in Nederland seculariseren en er daarmee ook vrijere opvattingen op nahouden. Dagblad Trouw schrijft zaterdag dat voor zo’n kwart van de moslimjongeren geloof minder belangrijk is dan het voor hun ouders is. In de praktijk betekent het dat ze minder met het geloof bezig zijn.
De secularisatie bij moslimjongeren gaat langzamer dan bij christelijke jongeren. Wel wordt benadrukt dat identificatie als moslim voor al deze jongeren en hun ouders belangrijk blijft. “Deze identificatie als moslim blijft sterk onder jongeren, maar het navolgen van religieuze voorschriften neemt af”, zegt hoogleraar sociologie Frank van Tubergen zonder uit te leggen waarom dat zo is. Wellicht zou een oorzaak gevonden kunnen worden in de identiteitsvorming van de minderheid en het belang van de islam daarvoor. Van Tubergen voegt toe: “Het lijkt erop dat religie voor moslimjongeren meer en meer een privézaak wordt. Ze laten vooral de aspecten van het geloof die je publiek toont achterwege.”
Het onderzoek is uitgevoerd door sociologen van de Universiteit van Utrecht. Sinds 2010 worden zo’n 5000 Nederlandse scholieren gevolgd in hun ontwikkeling. De jongeren waren destijds 14 of 15 jaar oud. Ook hun ouders deden mee aan het onderzoek.
De cijfers Trouw zet een aantal uitingen van het geloof op een rij: het lezen van de koran, het dragen van een hoofddoek, vasten, het niet eten van varkensvlees , het niet drinken van alcohol en het bezoeken van een moskee. Wat blijkt?
26 procent van de jongeren leest minder vaak de koran dan de ouders. Tien procent neemt het boek vaker ter hand en in 64 procent van de gevallen is het gelijk.
35 procent van de jonge vrouwen draagt geen hoofddoek terwijl de moeder dat wel doet. Bij slechts twee procent is dat andersom en in 63 procent van de gevallen is het gelijk.
12 procent vast niet, terwijl de ouders het wel doen, 87 procent is gelijk en bij 1 procent vasten de ouders niet terwijl de kinderen het wel doen. Voor het eten van varkensvlees geldt nagenoeg hetzelfde percentage. 1 procent eet geen varkensvlees terwijl de ouders het wel doen, 13 procent eet het wel en in 86 procent van de gevallen gedragen de jongeren zich zoals hun ouders.
Het drinken van alcohol wordt door 23 procent van de ondervraagde jongeren gedaan, terwijl de ouders het als haram beschouwen, vijf procent drinkt geen alcohol terwijl de ouders het wel doen en in 73 procent van de gevallen onthoudt het hele gezin zich van alcoholgebruik.
Tot slot het moskeebezoek: dertig procent van de ondervraagde jonge mannen bezoekt de moskee minder dan 1 keer per maand, terwijl vier procent zegt deze vaker te bezoeken, vaker zelfs dan de ouders. In 66 procent van de gevallen gedragen ouders en zonen zich hetzelfde.