Nederland heeft een eerlijke spiegel nodig, hoe pijnlijk dat ook is.
Vorige week publiceerde het CBS voor de vierde keer de jaarlijkse Monitor Brede Welvaart. Ook de belangrijkste bedrijvenkoepel van Nederland, VNO-NCW, gaf zijn nieuwe visie de titel van ‘Brede Welvaart’. Zowel de overheid als bedrijven laten daarmee zien dat ze zich bewust zijn van de gevolgen van Nederlands beleid en handelen op welzijn en klimaat in de wereld. Immers, brede welvaart kijkt naar de effecten van onze handelseconomie ‘hier en nu’ en ‘daar en later’. Juist omdat deze brede blik heel goed laat zien dat de Nederlandse impact op de rest van de wereld groot is en overwegend negatief, moet dit instrument dicht bij de opdracht blijven. En zoals altijd als de analyses van planbureaus pijnlijke waarheden blootleggen, wordt de spiegel die de Monitor ons voorhoudt elk jaar troebeler. De conclusie uit 2018, “Nederland legt druk op de brede welvaart van mensen in andere landen”, is bijvoorbeeld verdwenen in de 2021-editie, terwijl er geen wezenlijke veranderingen in ons brede buitenlandbeleid hebben plaatsgevonden. Hoog tijd om aan de bel te trekken.
Vergeleken met andere EU-landen voert Nederland relatief veel grondstoffen in, en dan vooral vanuit ontwikkelingslanden, stond in de Monitor van 2018. Hierdoor legt Nederland een relatief groot beslag op het natuurlijk kapitaal van deze landen. Hier staat tegenover dat Nederland in vergelijking met andere EU-landen relatief veel uitgeeft aan ontwikkelingshulp. Het rapport uit 2018 stelde ook vast dat er een sterke link was tussen onze handel in soja, palmolie en andere bulkproducten en de grootschalige ontbossing in Brazilië, Indonesië en Maleisië. In de editie van 2021 is daar nauwelijks iets over te lezen. Er wordt gerept over ‘een stabiele tot positieve ontwikkeling’, maar eigenlijk is de ecologische voetafdruk van Nederland nog steeds groot en worden milieu-impacts nog steeds afgewenteld op andere landen. Zo bungelt Nederland bij de milieu-impact van invoer van fossiele grondstoffen en bulkproducten onderaan het lijstje vergeleken met andere Europese landen, maar de Monitor maakt dit nu niet duidelijk. Het planbureau staat duidelijk voor een duivels dilemma: hoe vertellen we een boodschap die in het huidige politieke landschap moeilijk zal vallen? Wat is de beste manier om aan een breed publiek te vertellen dat dat onze welvaart – hier en nu – ten koste gaat van het welzijn van de rest van de wereld en toekomstige generaties – daar en later?
Nederland heeft een eerlijke spiegel nodig, hoe pijnlijk dat ook is. Alleen dan kunnen we bewust bijdragen aan een betere wereld. We moeten voorkomen dat de Monitor Brede Welvaart het zoveelste instrument wordt om onszelf op de borst te kloppen over onze rol in armoedebestrijding, klimaatbeleid en het behoud van biodiversiteit. Pas als we erkennen waar de pijn zit, kunnen we er iets aan doen. Het is hoog tijd voor écht nieuw leiderschap, niet de lege term die in Den Haag momenteel volop wordt gebezigd, maar leiderschap dat in die spiegel kijkt, dat leert van gemaakte fouten, zich verbindt met mensen hier en elders, en dat durft te kijken voorbij het eigen korte-termijn gewin en daarnaar handelt. Leiderschap voor de mooist mogelijke toekomst. Hier en daar.
Danielle Hirsch, directeur Both ENDS Jan van de Venis, wnd. Ombudspersoon Toekomstige Generaties Tineke Lambooy, Professor Corporate Law Nyenrode Business Universiteit en academisch adviseur van het Lab Toekomstige Generaties