© cc-foto: Stefan Muller
Zaterdag 11 maart blokkeerden 81 wetenschappers de A12. Ook zondag 25 maart waren leden van Scientist Rebellion weer van de partij. In andere landen riepen wetenschappers hun collega’s al eerder op om te demonstreren en aandacht te vragen voor de klimaatcrisis, aangezien politiek, media, bedrijfsleven en wetenschappelijke instituties collectief falen deze crisis als een crisis te behandelen.
Aangezien filosofie de koningin der wetenschappen is vind ik hier natuurlijk iets van. Maar wat? In dit artikel betoogde ik in ieder geval dat interdisciplinaire wetenschapscommunicatie één van de belangrijkste elementen van de oplossing van de klimaatcrisis is. En de acties van Extinction Rebellion, vooral als ze samen worden gezien met experts die gebruik kunnen maken van de aandacht die de acties genereren, zijn nu in Nederland de meest effectieve manier van wetenschapscommunicatie op het gebied van klimaat.
Om me heen hoor ik van steeds meer collega-wetenschappers en academici dat ze overwegen zich bij Extinction Rebellion aan te sluiten of dat al hebben gedaan. Niet iedereen durft daar openlijk voor uit te komen, vanuit een terechte angst voor weerstand van hun instituut en collega’s. Dit is logisch vanuit de instituten gezien, want met een aantal uitzonderingen zoals de Erasmus Universiteit die de klimaatnoodtoestand erkent, is de taal rondom de klimaatcrisis vaak nog wollig en niet-urgent. Veel wetenschappelijke instituten in Nederland zijn selectief in welke onderdelen van klimaatwetenschap ze erkennen: wél dat er iets gedaan moet worden, níet het tempo waarop, of de rol van de fossiele industrie erin, of hun eigen significante aandeel aan het probleem of de oplossing. Veel van hun werknemers zijn gefrustreerd met bijvoorbeeld het gebrek aan reactie op het belangrijkste rapport van misschien wel het grootste wetenschappelijke project in de geschiedenis van de mensheid, het IPCC. Weinig werknemers van wetenschappelijke instituten hebben van hun bestuur een mail gekregen in de trant van “Het IPCC rapport maakte duidelijk dat er meer gedaan moet worden om onder de limiet van 1.5C te blijven. Hoewel wij al één en ander op het gebied van duurzaamheid doen, hebben we daarom besloten om per direct maatregelen a, b en c te nemen.”
Degenen die zich aan hebben gesloten bij Scientist Rebellion hebben hun PhD behaald of zijn deze aan het behalen. Tot nu telt Scientist Rebellion een paar honderd leden maar dit aantal groeit snel. EenVandaag wijdde een item aan de actie bij Eindhoven Airport. “Wij zijn wanhopig. We willen heel graag dat mensen echt de urgentie nu inzien. En dat betekent dat wij achter ons bureau vandaan komen en de straat op gaan,” zegt microbioloog Marjan Smeulders.
Harald Buitendijk, onderzoeker naar innovatie in de reisbranch, wordt op de stoep van Eindhoven Airport gevraagd “kunnen wetenschappers wel protesteren?” Zijn antwoord: “Dat mag omdat de situatie zo urgent is dat er nu echt iets moet veranderen. Er worden al jarenlang IPCC rapporten geschreven en tegelijkertijd zien we de kloof tussen wetenschap en beleid steeds groter worden. Dus ook wetenschappers – ikzelf voel de morele plicht dan meer te doen dan alleen onderzoek en wetenschap te bedrijven.”
Deze wetenschappers bevinden zich in goed gezelschap. Lenze Meinsma promoveerde in de jaren ’60 op onderzoek naar de schadelijke effecten van roken en werd verguisd in de media en door collega’s toen hij zich daarover uitsprak. Destijds was het net zo normaal om een patiënt tijdens het spreekuur een sigaar aan te bieden als het nu is om als pensioenfonds van artsen in de fossiele industrie te investeren. Meinsma ging zelfs zover dat hij een dag in de week een tabakszaak overnam om zo te proberen klanten te overtuigen geen tabak te kopen. Meinsma werd tot opluchting van de tabaksindustrie 10 jaar genegeerd. Voorbeelden van collectieve actie van wetenschappers zijn het Russel-Einsteinmanifest in 1955, waarin wetenschappers waarschuwden voor de gevaren van kernwapens.
De presentator van EenVandaag vraagt in de studio aan wetenschapsjournalist Diederik Jekel of wetenschappers die de straat opgaan nog geloofwaardig zijn. Ze behoren toch objectief en het liefst apolitiek te blijven? Jekel wijst erop dat politici niet alleen naar wetenschappers luisteren, maar ook door vele lobbygroepen benaderd worden. “Je zou ook kunnen zeggen dat op het moment dat je alleen maar in je eigen lab voor jezelf cijfers hebt die niet gelezen worden, heb je dan ook je plicht gedaan of je werk goed gedaan? Dat is hoe zij erin staan. Maar ook in de wetenschap is hier geen consensus over.”
De wetenschappers bij Scientist Rebellion draaien de vraag dus om. Het is niet ‘Mogen wetenschappers actievoeren?’ maar ‘Hebben wetenschappers de morele plicht om actie te voeren?’ Dit geldt voor wetenschappers, maar ook voor (andere) gezondheidsprofessionals die zien dat we op de grootste gezondheidscrisis in de geschiedenis van de mensheid afstevenen, terwijl een crisisaanpak – ook binnen hun eigen instituten – ontbreekt.
Daarnaast is de vraag wat voor maatschappij we nu in leven. Helaas wordt wetenschap ondergesneeuwd door populisme, desinformatie en desinteresse. Bedrijven als Shell en ExxonMobil hebben ook wetenschappers in dienst – mag dat wel? Veertig jaar geleden werkten de beste klimaatwetenschappers voor Exxon en had dat bedrijf accuratere modellen over de klimaatcrisis waar we nu inzitten. In plaats van dit te delen koos het ervoor om twijfel te zaaien.
Hoe dan ook is een clash tussen een vreedzame wetenschapper in een witte jas en een ME’er met schild en wapenstok niet een beeld dat je graag wil zien in je maatschappij. Als existentieel journalist ben ik natuurlijk puur objectief en als interdisciplinair filosoof sta ik boven de wetenschap. Maar ik wijs wel op een morele plicht die niet alleen, maar toch vooral wetenschappers hebben: parrhesia. In mijn interview met hem wees Chris Julien mij erop dat Socrates deze praktijk beoefende. Socrates viel ook iedereen in Athene te pas en te onpas lastig met moeilijke vragen die we het liefst zouden negeren.
Het is eigenlijk heel eenvoudig. Wetenschappers, academici en alle anderen die aan wetenschap hechten, hebben de keuze zich uit te spreken voor de feiten of voor de sociale en economische normen die in Nederland de boventoon voeren. In een gezonde maatschappij zouden de wetenschappelijke en sociale realiteit met elkaar in overeenstemming zijn. In onze maatschappij is dit nu niet het geval en zijn we geen haar beter dan degenen die zwijgend toekeken hoe Lenze Meinsma indertijd belachelijk werd gemaakt. Dit betekent niet dat iedere wetenschapper en academicus nu lid moet worden van Scientist Rebellion. Ikzelf ben dat ook niet, hoewel ik – ook nu weer – mijn steun voor ze uitspreek. Wat mij betreft zijn het helden.
Misschien gaat het er niet om wát je in deze tijd als wetenschapper doet om je uit te spreken voor klimaatwetenschap, maar dát je iets doet. Want is het als wetenschapper nog acceptabel om stil te blijven zolang een crisisaanpak van de klimaatcrisis ontbreekt?
cc-foto: Stefan Muller