In het geval van Gijp en Derksen is zelfreflectie zo ver te zoeken dat ik op niet meer durf te hopen dan dat ze in ieder geval de helft van hun verantwoordelijkheid te nemen, en voortaan gewoon over voetbal te praten en vooral hun bek te houden over zaken die er werkelijk toe doen
Elke keer dat ik de mannen van Voetbal Inside een grap ten koste van een minderheid hoor maken denk ik hoofdschuddend terug aan die ene keer in mijn leven dat ik een vaste baan had, met een vaste groep collega’s. In de kantine hoorde ik bij het groepje “coole jonge werknemers”, dat het hoofd boven het coole water hield door om het hardst grappen te maken over minder hippe collega’s. Elke vorm van vernieuwing, elke vorm van anders zijn werd keihard uitgelachen. Iets ondersteunen of aanmoedigen toont je namelijk gevoelig, en cynisme is een makkelijk pantser. Zo ook toen een oudere collega op een dag in de kantine verscheen in een bloemetjesjurk en op hoge hakken, een collega die we tot dan toe “gewoon” Jan hadden genoemd. God, wat hebben we gelachen toen ze vertelde voortaan aangesproken te willen worden met Jeanette. We kwamen niet meer bij.
Moedige mensen Johan Derksen zegt precies te verwoorden en verbeelden wat zich door heel Nederland in kantines afspeelt, en gezien mijn eigen ervaringen vermoed ik dat hij daar aardig in slaagt. Uitlachen wat “anders” is, is al sinds mensenheugenis de makkelijkste manier om jezelf te harnassen in sociale situaties. Het vergt moed om en plein public het onbekende een kans te geven of – spannender nog – te omarmen. Dat de mannen van Voetbal Inside niet tot de categorie “moedige mensen” behoren weten we al een tijdje, dus wanneer Gijp met een stroblonde pruik ten tonele verschijnt om een paar grappen te maken over de Vlaamse presentatrice Bo Van Spilbeeck, dan ben ik niet verbaasd. Maar boos ben ik wel.
De respons van Derksen op alle heisa was kort en simpel: Bo Van Spilbeeck mag zelf weten hoe ze door het leven gaat, maar Derksen hoeft het niet normaal te vinden en mag er wel grappen over maken. Natuurlijk, dat mag. We leven in een vrij land waar censuur nog steeds geen poot aan de grond heeft gekregen (al willen sommige figuren ons anders doen geloven). Maar dan geldt het andersom ook: Derksen en de zijnen mogen grappen maken over minderheden, maar de rest van Nederland mag die smakeloos en schadelijk vinden.
Podium Zelf ben ik veranderd sinds het voorval met collega Jan, nu tien jaar geleden. Toen ik Bo Van Spilbeeck in het Vlaamse journaal zag verschijnen was ik ontroerd door de levensvreugde en rust die ze uitstraalde, geen moment vroeg ik me af of het wel “normaal is dat een volwassen man dit doet”, of ze er wel “geloofwaardig” uitzag: ik zat met een gebalde vuist in de lucht van trots dat iemand haar worsteling en proces zo openlijk deelt om een voorbeeld te zijn. Want dat is wat je doet wanneer je een podium hebt: je bent een voorbeeld aan wie anderen zich spiegelen. Of je nou in Voetbal Inside zit of aan tafel bij Pauw: mensen kijken, luisteren en spiegelen, en daarmee draag je een verantwoordelijkheid.
Als tv-producent en tv-persoonlijkheid heb je een keuze. Je kunt ongefilterd de onderbuik van de samenleving representeren. Je kunt zelfs beweren dat je daarmee een journalistiek doel dient, omdat je laat zien wat er speelt. Je kunt pestgedrag een podium bieden, waardoor kinderen, tieners en volwassenen blijven zien dat cynisme loont en openheid en kwetsbaarheid afgestraft worden. Het kan, natuurlijk, niemand legt je een strobreed in de weg, maar het hoeft niet. Je zou er ook voor kunnen kiezen om je verantwoordelijkheid serieus te nemen en te laten zien dat kwetsbaarheid moed vergt maar uiteindelijk sterker maakt. In het geval van VI verwacht ik niet dat er excuses gaan komen, laat staan dat er ooit een positief of kwetsbaar statement gemaakt zal worden. In het geval van Gijp en Derksen is zelfreflectie zo ver te zoeken dat ik op niet meer durf te hopen dan dat ze in ieder geval de helft van hun verantwoordelijkheid te nemen, en voortaan gewoon over voetbal te praten en vooral hun bek te houden over zaken die er werkelijk toe doen.
Pesten Maar beste Johan Derksen, laten we één ding afspreken. Ga me niet vertellen dat je een moedig man bent omdat je tenminste nog durft te zeggen wat de rest van Nederland denkt. Ten eerste dénkt de rest van Nederland niet zo. Een steeds groter deel vindt jou en Gijp een stel pestkoppen op leeftijd, de moeite van het rellen niet eens waard. Ten tweede is pesten op tv in tijden dat er goddank steeds vaker wordt nagedacht over de positie van minderheden ongeveer net zo heldhaftig als een sigaar opsteken op tv in tijden dat men weet dat je van roken longkanker krijgt. Je weet zeker dat je er commentaar op krijgt, en dus kun je jezelf bestempelen als “lekker tegendraads”, maar laten we niet flauw doen: het is vooral cynisch, dom en schadelijk.