Men doet liever oogkleppen op.
De recente onthullingen rond Olympisch dressuurruiter Charlotte Dujardin hebben een schokgolf veroorzaakt. Ze sloeg een paard vierentwintig keer in één minuut. In de video horen we Dujardin lachend roepen: “Het is shit dat ik hem niet harder kan slaan”. De dvocaat van de aanklager vergelijkt het terecht met een olifant in het circus.
Het slachtoffer, het paard, wordt vergeten. Als dierenwetenschapper voel ik walging en onbegrip. Een elegant en onschuldig dier wordt zo gemarteld, terwijl topruiter en toeschouwers lachen. De activist in mij hoopt dat dit het einde van de Olympische paardensport betekent. Niet wij, dierenactivisten, maar de topruiters zelf graven hun eigen graf.
Ben ik blij? Nee, ik zou liever in onwetendheid leven. Als paarden konden janken zoals honden dat doen als ze pijn en angst ervaren, klonken er uit de Olympische arena weerzinwekkende geluiden.
De sector probeert vooral het imago te redden in plaats van echte oplossingen te vinden. Neem Jumping Amsterdam: drie paarden hadden blauwe tongen door zuurstoftekort als gevolg van langdurig trekken aan het bit. Foto’s hiervan gingen de wereld over. De organisatie en de betrokken Olympische ruiters Kittel, Fry en Werth, wringen zich in allerlei bochten om het probleem te ontkennen. De directeur van Jumping Amsterdam trekt zelfs de echtheid van de foto’s in twijfel. Hoeveel foto’s en video’s zijn er gemaakt tijdens de World Cup dressuur? Honderden! Men doet liever oogkleppen op.
Hoe lang lag Dujardin wakker door het leed dat ze veroorzaakte? Vermoedelijk langer door het gezichtsverlies. Dit is geen slippertje. Het slaan gebeurt ijzig kalm en er wordt om gelachen. Dit is geen uitzondering in de paardensport. Sinds de vorige Olympische Spelen zijn dertien (!) Olympische ruiters veroordeeld voor dierenmishandeling, waaronder het toedienen van zweepslagen, elektrische schokken, gebruik van spijkers in de beenbescherming en het slaan met stokken. Dujardin zelf is eerder gediskwalificeerd voor bloed in de mond en sporenwonden.
Dujardin kocht negen maanden geleden een paard bij de Duitse stal Sandbrink, die samenwerkt met Cesar Para. Para is een Olympische ruiter veroordeeld voor meerdere zeer extreme paardenmishandelingen. De Duitse handelaren waren actief betrokken bij deze mishandelingen. Ondanks deze feiten kocht Dujardin daar een paard. Dit is in de paardensport heel gewoon. Ook Evi Strasser, een Canadese topruiter, doet zaken met Sandbrink. Strasser was geschorst voor mishandelingen en het rijden van een kreupel paard.
Olympisch dressuurruiter Helgstrand werd betrapt op dierenmishandeling op zijn Deense bedrijf. Meerdere ruiters reden daar de paarden kapot. Open sporenwonden en striemen van zweepslagen werden verstopt onder dekens of weggepoetst met schoensmeer. Na deze onthullingen werd Helgstrand geschorst. Zijn bedrijf fuseerde met dat van Olympisch springruiter Beerbaum, die op zijn beurt geschorst werd omdat hij paarden tegen de benen sloeg. Twee van Helgstrands toppaarden gingen naar de Olympische ruiters Werth en Kittel. Toevallig zijn dit twee van de drie ruiters die te zien zijn op de beruchte foto's van paarden met blauwe tongen in de Rai Amsterdam.
De mishandelingen in de paardensport zijn géén incident. Een netwerk van mensen met een gedeeld gebrek aan ethiek houdt elkaar de hand boven het hoofd. De paardensport zit vast in traditie en verzet zich tegen noodzakelijke veranderingen. Het ontnemen van de autonomie, uitbuiten en fysiek straffen van paarden is diepgeworteld.
Niet het meest ontspannen dier, maar het meest extreem bewegende dier wint. Critici beweren dat activisten de sport kapot maken, maar er zijn een aantal ‘atleten’ heel hard aan het graven. Het stilzwijgen of het bagatelliseren van mishandelingen is net zo kwalijk. Medewerkers moeten bijvoorbeeld een geheimhoudingsbeding tekenen… En de paarden? Hun mond is gesnoerd, maar hun ogen spreken boekdelen.