Het nieuwe ultrarechtse kabinet wil de Grondwet aan zijn laars lappen, alle bezwerende woorden van Pieter Omtzigt ten spijt. Uit een analyse van het ministerie van Binnenlandse Zaken blijkt dat veel plannen uit het hoofdlijnenakkoord op gespannen voet staan met de in de Grondwet vastgelegde rechten die de burgers tegen een tirannieke overheid moeten beschermen.
Zo knabbelen PVV, BBB, NSC en VVD aan het recht op een eerlijk proces, schrijft de Volkskrant. De partijen willen voorkomen dat organisaties als Urgenda of Mobilisation for the Environment (MOB) de overheid kunnen houden aan wet- en regelgeving om het klimaat en de natuur te beschermen. Als het aan de ultrarechtse coalitie ligt, wordt het moeilijker voor milieuorganisaties om naar de rechter te stappen. Volgens de ambtenaren van Binnenlandse Zaken is zo’n inperking mogelijk in strijd met artikel 17 van de Grondwet (het recht op een eerlijk proces).
Ook het recht op vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging, vrijheid van vergadering en de onderwijsvrijheid lopen gevaar, stellen de ambtenaren van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De ultrarechtse coalitie wil namelijk een wettelijke regeling voor het toezicht op islamitisch onderwijs en weekendscholen waar Koranlessen worden gegeven – een inbreuk op enkele basale grondrechten.
De Volkskrant: “De ambtenaren merken op dat het hoofdlijnenakkoord zo veel voorstellen bevat die raken aan de grondrechten en huidige wet- en regelgeving dat het de druk op de ambtenarij zal verhogen. Het zal om een extra inspanning vragen om te onderzoeken of de voorstellen juridisch haalbaar zijn.” De ambtenaren krijgen dus extra werk op hun bordje, terwijl de ultrarechtse coalitie een op de vijf ambtenaren wil ontslaan.