We hebben een minister van Wetenschap die denkt dat een wetenschappelijk project iets is waarbij je ‘zichtbare positieve resultaten’ in het vooruitzicht kunt stellen.
Het is inmiddels duidelijk wat het grote investeringsfonds, nu al zo vaak door de regering aangekondigd als de hoop van onder andere de vaderlandse wetenschap, gaat betekenen voor de geesteswetenschappen: meer van hetzelfde. Een nieuwe ramp.
In het Eindhovens Dagblad klaagden twee bestuurders van de TU/e een paar dagen geleden waarschijnlijk terecht dat zij met de 16 miljoen die ze krijgen worden afgescheept – het is lang niet genoeg om de problemen op te lossen. Gisteren reageerde de minister met een interview in die krant waarin ze een tipje van de sluier licht over het fameuze investeringsfonds waar miljarden euro’s in komen, sommige ook voor de wetenschap:
"Ik zou de twee bestuurders van de TU/e willen aanraden om met gedragen voorstellen te komen, bijvoorbeeld op het gebied van kunstmatige intelligentie. Als ze zichtbare positieve resultaten in het vooruitzicht stellen, dan maken ze zeker kans op financiering. En dat zou nog wel eens sneller rond kunnen komen dan iedereen nu denkt."
Gepropageerd We hebben, kortom, een minister van Wetenschap die denkt dat een wetenschappelijk project iets is waarbij je ‘zichtbare positieve resultaten’ in het vooruitzicht kunt stellen – iets waarbij je tevoren dus al kunt zeggen wat je precies gaat ontdekken. En wel iets positiefs.
Voor sprongen in het onbekende is geen plaats, evenmin als voor het zorgvuldig controleren of al die ‘positieve’ resultaten van collega’s precies kloppen. Laat staan voor pogingen om eens wat te begrijpen van de wereld – een onderneming waarvan je zeker nooit in het vooruitzicht kunt stellen of er zelfs maar iets uitkomt, maar die wel cruciaal is voor deze arme mensheid, met zoveel toegang tot feiten en zo weinig inzicht.
Alles wat de wetenschap de afgelopen decennia heeft geteisterd, alles waarvan inmiddels zo’n beetje iedereen begint in te zien dat het zo niet meer moet, dat alles wordt gepropageerd als ware het een hoopgevend idee door de minister van Wetenschap.
Verdienvermogen Goed, misschien is dat een kleine uitglijder. Van Engelshoven is ook nog pas een paar jaar minister van Wetenschap, je kunt je misschien niet in al je beleidsterreinen verdiepen als je ook nog het hoger onderwijs de vernieling in moet helpen.
Maar zelfs dan wordt uit deze woorden duidelijk wat dat geweldige investeringsfonds gaat betekenen: een heel grote wetenschapsagenda met dezelfde problemen. Geld waarvoor alle onderzoekers van Nederland maandenlang projecten gaan schrijven waarvan ondanks de enorme geldpotten alleen een klein deel gehonoreerd kan worden — waarbij de technische universiteiten vast weer in het voordeel zijn. Niets structureels, niets voor het onderwijs, alleen maar een nieuwe dans rondom de geldpotten. Nóg meer ‘competitie’, nog meer bureaucratie, nog meer aanvragen waarin je allerlei onzin moet opschrijven over hoe jouw onderzoek bijdraagt aan het verdienvermogen van Nederland. (Kunstmatige intelligentie! Al decennia ongeveer het best gesubsidieerde onderzoeksproject zonder navenante resultaten, de ruimtevaart voor landen die ruimtevaart niet kunnen betalen.)
Festivals En dan dat ‘En dat zou nog wel eens sneller rond kunnen komen dan iedereen nu denkt’! Nee, minister, dat kan al niet meer sneller rond komen dan iedereen denkt, want u hebt begin van deze maand beloofd dat het met Prinsjesdag rond zou zijn!
Een week geleden noemde ik Van Engelshoven ‘ de minister tegen onderwijs ’. Ze blijkt nu minstens even ongeschikt te zijn als minister van wetenschap. Wat gaan we nog meer van haar beleven? Als minister van Cultuur wil ze overigens in het kader van de ‘vernieuwing’ meer geld uittrekken voor… festivals.